Direct naar artikelinhoud
InterviewMaja Wolny en Marc Peirs

‘Er werd Russische vertrekkers een tijdje geen strobreed in de weg gelegd. Zo ontdoet Moskou zich van een generatie kritische stemmen’

Maja Wolny en Marc Peirs: ‘Als je Oekraïners de vraag stelt of ze nog in goede Russen geloven, krijg je een neen én boze blikken dat je die vraag durft te stellen.’Beeld Piotr Malecki

De Poolse schrijfster Maja Wolny en Belgisch correspondent Marc Peirs wonen niet ver van de Pools-Oekraïense grens. Na de invasie trokken ze op pad: hij in een steeds patriottischer Polen, zij in Oekraïne en Rusland. ‘Het is een imperium van angst.’

Kazimierz Dolny baadt rustig in de zon van de Poolse nazomer, maar er heerst een onderhuidse onrust in deze idyllische oostelijke stad aan de Vistula-rivier. De Oekraïense stad Lviv, die regelmatig door de Russen wordt bestookt, is in vogelvlucht niet ver. Twee boeren kwamen eind vorig jaar in het Poolse dorp Przewodów al om het leven toen een verdwaalde Oekraïense afweerraket neerstortte.

Sindsdien staan de zenuwen strak gespannen, omdat Poetin ook logistieke aanvoerlijnen via Polen bedreigt met sabotageacties, ook met hulp van huurlingen vanuit Wit-Rusland. Zo kwamen schrijfster Maja Wolny, VRT-correspondent Marc Peirs en hun twee kinderen Laura en Mauro van de ene op de andere dag op de rand van een kolkende vulkaan terecht.

Hoe heeft de oorlog jullie leven het voorbije anderhalf jaar beïnvloed?

Marc Peirs: “De oorlog in Oekraïne is inderdaad dichtbij, letterlijk en figuurlijk. Ik herinner mij het begin van de invasie nog als was het gisteren. Met onze zoon Mauro was ik onderweg naar Warschau om er onze nieuwe pup op te halen. Wij vrolijk, denkend aan het kleine hondje dat voor vreugde in ons huishouden zal zorgen. Dertig kilometer van onze deur belde mijn radioredactie bij de VRT: de invasie is begonnen! Onderweg naar de pup moesten we tot zes keer stoppen om radio-interviews te geven.

“Toen onze dochter Laura de pup knuffelde zei ze: ‘It’s a war baby.’ Het speet mij die ochtend enorm dat ik Maja altijd uitlachte met wat ik haar ‘Poetin-voorraden’ noemde, die ze toen uit voorzorg al aanlegde: talrijke porties pasta, tomatensaus, koffie, en zestig liter diesel − net genoeg om met onze camper tot in Duitsland te raken. Wij hebben ook vandaag een stappenplan om binnen de vijf minuten met onszelf, twee kinderen, de twee honden en de kat te vertrekken.”

Maja Wolny: “Toen we in 2016 ons huis begonnen te bouwen, had Poetin al de Krim geannexeerd en steunde hij de separatisten in het Donbas-bekken. Ik eiste toen van de aannemer dat er goede kelders zouden zijn, zodat we in het slechtste geval zouden kunnen schuilen. Dan denk ik niet aan een nucleaire aanval of ramp, want dan is niemand veilig, maar bijvoorbeeld als bij een conflict met Rusland een van Polens grootste chemische fabrieken − op twintig kilometer van ons huis − zou worden geraakt. Dan is zoiets een militair doel. Aan zulke dingen denk je − zonder obsessief te zijn, maar toch.

“Je leeft hier eigenlijk voortdurend in een soort staat van paraatheid. Toen de oorlog begon, ging ik een historische roman schrijven over de Poolse astronoom Nicolaas Copernicus. Van het verre verleden waarin ik verstopt zat, werd ik van het ene op het andere moment brutaal naar het heden gekatapulteerd. Ik besliste literair-journalistieke reportages te maken in Oekraïne, Rusland en Wit-Rusland, waar wij ook aan grenzen. Wij zitten hier eigenlijk naast twee dreigingsgebieden.”

Mensen wachten op hun familieleden aan een grenspost in Krościenko, Polen. In de eerste vier dagen van de Russische invasie staken meer dan 156.000 mensen de grens over vanuit Oekraïne.Beeld Getty Images

U doelt op de Poolse Suwalki-corridor tussen de Wit-Russische grens en de Russische exclave Kaliningrad. Poetin aast daarop en zet die dreiging kracht bij middels troepenbewegingen in Wit-Rusland. Hoe weegt dit op jullie en de Poolse politiek in de aanloop naar de verkiezingen van 15 oktober?

Peirs: “De regering en de NAVO stuurden meteen troepen naar de Suwalki-corridor. Ik treed nu even buiten de voetsporen van de pure journalistieke waarnemer, maar als inwoner geeft dat je wel het signaal: whatever happens, we are ready. Er is bij veel Polen zelfs een grote paraatheid om, als het nodig zou zijn, zelf de wapens op te nemen. Je ziet dat ook in de explosieve groei van de zogenaamde burgermilities. Die ontstaan uit een mengeling van patriottisme en de reflex om je eigen familie, have en goed te beschermen.”

Wolny: “De Poolse jongens die daar met allerlei wapens zwaaien, spelen een soort paramilitair spelletje. Zelfs toen we er picknickten en fietsten met de kinderen, werden we door grenswachters gestopt. Ik vond dat overdreven. Er werd angst gezaaid terwijl er daar toen niets gebeurde. Nu is die situatie nog veel erger.

Lokale inwoners die bij de kruidenier room en eieren willen kopen, worden gecontroleerd aan checkpoints. De mensen die daar wonen zijn dat wel kotsbeu.

“In die gebieden wonen ook heel wat orthodoxen en minderheden. Vroeger stemden die op communisten of op linkse partijen. Dat zorgt hier ook voor wat interne spanningen. En natuurlijk is net dat voor de Russen super, uiteraard. Hoe meer onrust hier, hoe beter voor Poetin.

“De dreiging wordt hier tegelijk ook voor intern gebruik politiek benut. Ze is een krachtig instrument in de handen van de conservatieve regeringspartij Recht en Rechtvaardigheid (PiS). Er werd zelfs geopperd dat de partij de situatie zou gebruiken om de staat van beleg in te voeren en de verkiezingen uit te stellen als de peilingen ongunstig waren. Nu staat ze wel aan kop in de peilingen.”

Peirs: “Als deze regering niet in een schandaal verwikkeld raakt, dan zou ze voor de derde keer een meerderheid kunnen halen bij de verkiezingen met dat sterke-jongensimago. Je hoort toch vaak op straat dat mensen zeggen dat ze geluk hebben dat we nu niet door liberalen of de ex-communisten worden geregeerd, ‘want het is nu geen tijd om jongetjes met de lucifers te laten spelen’. De verkiezingen van 15 oktober zijn trouwens niet alleen parlementsverkiezingen, maar bevatten ook drie vragen in de vorm van een soort volksreferendum. Zoals: wil je dat de muur op de grens met Wit-Rusland wordt afgebroken? Uiteraard kun je nu al zeggen dat de uitslag nee zal zijn.”

Maja Wolny: ‘Zelfs eurosceptische Polen beseffen nu wat er zou kunnen gebeuren als wij nu geen EU-lid waren.’Beeld Piotr Malecki

Een andere referendumvraag gaat over het geplande spreidingsplan van de EU. Zorgt dat ook voor spanningen met Oekraïners, die gastvrij zijn ontvangen in Polen?

Wolny: “Het gaat de regering duidelijk niet om de Oekraïense vluchtelingen, maar om migranten uit andere landen. Ook in de migratiecrisis van 2015 was het altijd heel duidelijk dat ze alleen bevolkingsgroepen wil opvangen ‘waar we cultureel bij aansluiten’. De solidariteit die je ziet voor Oekraïners ligt heel moeilijk als het gaat over Syriërs of Afrikaanse vluchtelingen. Kijk maar hoe de Nigeriaanse studenten die in Oekraïne studeerden en ook hierheen vluchtten al anders werden bekeken. Men is dus selectief, en die vraag bij de verkiezingen is geknipt op maat van de kiezers van Recht en Rechtvaardigheid. De vragen zijn een soort komedie, want ze weten hoe hun kiezers zullen antwoorden.”

Peirs: “De migratievraag bevat ook de bijzin ‘zoals beslist door de Europese bureaucratie’. Er heerst om die reden veel onbegrip voor de EU, en ik vind dat begrijpelijk. Polen doet al veel voor de Oekraïners en toch gaat tante Europa weer eens een keer zeggen: het is niet goed genoeg, je moet dat ook doen voor vluchtelingen uit Afrika en de Arabische wereld. En trouwens: per vluchteling die je niet opneemt moet je 20.000 euro betalen!

“Als Europa zichzelf onpopulair wil maken in Polen, moet het vooral op dat elan voortgaan. De Timmermansen van deze wereld hebben hier weer een enorme kans gemist om hun mond te houden, en begrip te tonen voor een land dat tien miljoen Oekraïense vluchtelingen heeft opgevangen. Men vergeet er in Brussel ook bij te zeggen dat de Wit-Russische president Loekasjenko ook alleenstaande mannelijke migranten uit de Arabische wereld naar zijn land lokt en ze tot aan de Poolse grens begeleidt. Dat is dus een heel onnatuurlijke migratie, in tegenstelling tot de Oekraïners, waar het gaat om vluchtende moeders met kinderen. Zij zijn hier ook welkom omdat demografen zeggen dat Polen vanaf 2050 zodanig gaat ontvolken, wegens te weinig kinderen, dat ze de boomende economie die nu elk jaar met 5 procent groeit, kunnen steunen.”

De EU bood Oekraïne een kandidaat-lidmaatschap aan. Is Polen door de EU-steun ook niet pro-Europeser geworden?

Wolny: “Door de oorlog is er onder de bevolking toch ook heel wat opluchting dat we toch EU-lid zijn, ja. Zelfs eurosceptische Polen beseffen wat er zou kunnen gebeuren als wij nu geen lid waren. Natuurlijk, de NAVO speelt hier ook een belangrijke rol. Maar plots, en dat vind ik interessant, kijken Polen door de ogen van Oekraïners die hierheen komen naar het goede van de EU. Want de Oekraïners kijken met een wowgevoel naar onze Europese wegen, ons onderwijs, enzovoort.”

Peirs: “De cijfers spreken voor zich. In 1990 was het bbp van Oekraïne en Polen identiek. Vandaag is Polen voor Oekraïne wat Duitsland lange tijd was voor Polen, namelijk een voorbeeldland: rijk, welvarend, goed georganiseerd, niet corrupt, met gulle sociale voorzieningen.”

Westelijk Oekraïne, met als grootste stad Lviv, maakte eeuwenlang deel uit van Polen − de laatste keer tijdens het interbellum vorige eeuw. Doet de oorlog die nostalgie naar een Groot-Polen herleven?

Peirs: “Nu en dan hoor je nostalgici die nog altijd over de ‘verloren gebieden’ spreken. Er is ook een kleine radicaal-rechtse partij, de Confederatie, die daaraan refereert.”

Wolny: “Je hebt die nostalgie altijd wel gehad. Vroeger waren uitstapjes naar ‘gebieden van vroeger’ nog schattig, zoiets werd niet verkeerd geïnterpreteerd. Het is belangrijk om dat vandaag te nuanceren, want als je het nog iets scherper zou formuleren, kom je uit bij de propaganda die het Kremlin nu aan het verspreiden is.

“In Rusland kreeg ik tijdens mijn reizen voortdurend de stelling te horen ‘dat wij dat gebied terug willen en ook Polen een imperiale agenda heeft om in Oekraïne een invloedssfeer te verkrijgen’. Dat is dus niet zo. Polen heeft absoluut geen zin om die gebieden in te lijven. Er is natuurlijk wel het culturele en generationele geheugen van ons verleden daar, maar de jonge generatie Polen kan al geen cyrillisch schrift meer lezen. Dat zien ze nu wel overal voor de Oekraïners, van op tv tot in de supermarkt. De gewone Polen zijn vooral bezorgd of de vluchtelingenopvang niet ten koste zal gaan van hun kindergeld.”

Peirs: “Zeker als de huidige regering wint, want dan stijgt het maandelijkse bedrag van 500 naar 800 zloty (109 naar 174 euro, red.) vanaf 1 januari. Het is wel zo dat Poolse aannemers opportuniteiten zien in de heropbouw van Oekraïne. Ik sluit ook niet uit dat het leger op een dag deelneemt aan vredesoperaties, zij het na een wapenstilstand.”

Marc Peirs: ‘Polen werd in de EU lange tijd met de nek aangekeken, maar mocht nu een aantal banken vooruit in het Europese klasje.’Beeld Piotr Malecki

Maja, voor uw nieuwe boek Trein naar het Imperium reisde u ook na de invasie nog naar Oekraïne, maar ook naar Rusland en Wit-Rusland. Riskante onderneming. Wat hebt u daar vooral over onthouden?

Wolny: “Rusland is een imperium van angst. Een onbeschrijflijke angst. Je kunt je niet inbeelden met wat voor panisch gevoel de mensen daar leven. Er zijn heel weinig mensen die moedig genoeg zijn om gewoon dagelijks met die angst om te gaan. Het is één ding om na een glaasje wodka te zeggen: ja, ik ben tegen de oorlog. Maar het is iets anders om structureel in opstand te komen. Onderhuids zijn veel Russen tegen wat er in Oekraïne aan het gebeuren is. Feit is: van de 106 mensen die ik in Rusland interviewde, waren er maar twee mensen die honderd procent tegen de oorlog zijn, zonder een ‘maar’ te gebruiken. Ik kan niet zeggen dat de andere 104 pro Poetin zijn, maar de twee die zich verzetten waren niet eens opposanten. Het waren gewoon mensen die vanuit hun moreel standpunt voor hun mening uitkwamen.”

Waarom blijft de zwijgende meerderheid de oorlog steunen?

Wolny: “De Russische maatschappij is altijd al zeer collectivistisch geweest. Individualisme is er niet zo gekend. Je wordt van kindsbeen af, thuis of op school, niet gestimuleerd om individueel of kritisch te denken. Een van de vreselijke, trieste ontdekkingen die ik ook deed, is dat het verleden waarin de Russische machthebbers hun eigen mensen geweld aandeden of zelfs vermoordden, niet ver weg is.

“Mensen berusten in de overtuiging dat hun machthebbers mogen doen wat ze willen, zelfs als dat brutaal is. Men heeft met dat verleden eigenlijk nooit echt afgerekend. Men was er even mee begonnen tijdens de perestrojka van de jaren 1990, maar dat proces is door Poetin zo goed als afgestopt. Wij zien de perestrojka nog als hun ‘tijd van verlichting’, maar veel Russen zien die periode als een vernedering. En zo blijft het ook enorm moeilijk om andere denkprocessen op te starten, en blijft er steun voor wat er nu met Oekraïne gebeurt.”

U zocht onder meer contact met de Soldatenmoeders van Rusland, die een rol speelden in het einde van de Afghanistan- en Tsjetsjenië-oorlogen. Moeten we hopen dat opnieuw zij weigeren hun zonen naar het Oekraïense front te sturen?

Wolny: “De Soldatenmoeders zijn ontzettend moedig, net zoals andere burgerorganisaties. Maar het is heel moeilijk om op dit moment rechtvaardig te zijn in Rusland. Ze vormen zeker een kracht, maar ze zijn nog zo klein in vergelijking met de kracht van de macht, die mensen verlamt. Wij denken soms dat de helft van Moskou − die vijf à zes miljoen inwoners − gewoon op straat kunnen komen om tegen Poetin te betogen. No way, dat zal nu niet gebeuren. Vijftigduizend mensen krijgen de opposanten misschien op de been, maar dat is te weinig om voor verandering te zorgen.”

De Poolse grenswacht patrouilleert voor aankomende vluchtelingen.Beeld Getty Images

U keerde ook terug naar Siberië, waarover u vroeger al schreef: ‘hoe verder van Moskou en Sint-Petersburg, hoe groter de vrijheid van meningsuiting’. Moeten we niet hopen dat Poetins rijk eerst barst in die rafelranden, eerder dan in de hoofdstad?

Wolny: “Net dat hoopte ik daar te ontdekken voor ik aan die reizen begon. Toen bleek al dat mijn vroegere contacten − mondige mensen − bijna allemaal naar het buitenland waren gevlucht. Het waren bijna allemaal mannen tussen de 25 en 45 jaar, en ze kozen voor de eerste mobilisatie het hazenpad. Dat betekent dus dat de potentieel krachtige groep die daar op straat nee zou kunnen scanderen, weg is uit Rusland.

“Er werd de vertrekkers zelfs een aantal dagen geen strobreed in de weg gelegd. Waarom? Omdat dat ook een soort van schoonmaakoperatie is. Zo ontdoet Moskou zich van een generatie kritische stemmen, die zich met eigen centen zelf het land uitzette. Een aantal van hen ontmoette ik later in Georgië en Kazachstan. Ze hebben wel een soort schuldgevoel, maar ze kozen ervoor te leven. De mensen die zowel demografisch als mentaal de kern van een omwenteling zouden kunnen vormen, zijn nu dus weg. Het is waarschijnlijk een van de grootste emigratiegolven uit Rusland ooit.”

Intussen organiseert Poetin een gedwongen immigratie: Russischtaligen uit Oost-Oekraïne worden naar Siberië verhuisd. Handelt hij zoals Stalin, die voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog volledige volkeren deporteerde binnen de USSR?

Wolny: “Ja, een van mijn gruwelijke ontdekkingen is dat in Rusland weer een positief beeld van Stalin heerst. Wij zien hem terecht als een massamoordenaar, een evenknie van Hitler, maar in Rusland is dat niet zo. Stalin wordt er nu als een soort tsaar beschouwd. Ze zien hem als een groot historisch figuur, iemand die wel fouten maakte, maar zijn methodes worden door de meerderheid niet in twijfel getrokken. De Russen vinden het einddoel belangrijk. ‘Als collectief gingen we onder hem vooruit’, hoor je dan. ‘Plots waren er wegen, was er industrie.’ Men praat er met een soort trots over. Daarom gebruikt Poetin de patronen van Stalin, zoals hij ook die van Peter en Catharina De Grote als historische referenties aangrijpt.”

Een gevolg van de vroegere gedwongen verhuizingen is ook dat veel Russen Oekraïense familie hebben − een onderbelicht aspect. Is het conflict ook een soort burgeroorlog?

Wolny: “Dat is inderdaad een heel pijnlijke zaak. Bijna overal waar ik kwam, was er die vermenging. Geen enkele natie is statistisch meer vermengd met de Russen dan de Oekraïeners: door huwelijken, door universiteiten, de Krim waar iedereen op vakantie ging en elkaar ontmoette, door de stalinistische deportaties van vroeger… Bijna iedereen kent iemand over de grens. Voor mij waren het telkens choquerende momenten als ik iemand interviewde die pro-oorlog was, of poetinistisch, en die toch familie in Oekraïne had. Soms bleek hun moeder Oekraïens. Daar kreeg ik kippenvel van, maar zij niet. Sommigen vertelden me dat ze al jaren geleden afstand namen van het land omdat ze zich in Kiev ook vijandig voelden behandeld.”

Peirs: “Een voorbeeld van hoever dat gaat: Evgenia, een Oekraïense vrouw die wij met haar drie kinderen hebben opgevangen, sprak ook Russisch als moedertaal. En zij werd, zo vertelde ze, in Oekraïne met de nek aangekeken. Nochtans is ook zij het prototype van iemand die tegen de oorlog is, die voor Russische bommen op de vlucht moet omdat haar leven in gevaar is.”

Maja Wolny: ‘Er werd Russische vertrekkers een tijdje geen strobreed in de weg gelegd. Zo ontdoet Moskou zich van een generatie kritische stemmen.’Beeld Piotr Malecki

Zien jullie een uitweg voor de oorlog? Hier hopen velen stilletjes dat het volgend jaar wel voorbij zal zijn.

Wolny: “Ik zie het niet heel snel gebeuren. Het is zoals het begonnen is: het was te voorspellen maar de afloop is onvoorspelbaar. We weten eigenlijk niks. Ik was niet ver van het Oekraïense front, in Mykolajiv. Zelfs daar heb je bij wijze van spreken honderd drones nodig om te weten wie waar actief is. Daarom neem ik alle analyses, ook aan westerse kant, met een flinke korrel zout.

“Ik hoorde vaak, zowel in Oekraïne als in Rusland, het cijfer 7. Na zeven jaar zal een bepaalde generatie machthebbers in Moskou door het leven zelf geëlimineerd zijn. Dat klinkt misschien niet zo gek: deze oorlog zal duren tot een generatiewissel plaatsvindt, eerder door demografische dan door politieke druk. Als Poetin meteen zou verdwijnen, zou dat uiteraard voor chaos zorgen maar niet noodzakelijk voor het einde van het conflict, want al die oude generaals en kopstukken van de veiligheidsdienst FSB moeten natuurlijk ook nog het veld ruimen. Niet alleen Poetin moet sterven, maar zijn hele systeem.”

Peirs: “Ook voor Polen is de enige oplossing: Poetin verliest, krijgt zwaar op zijn doos, en bij voorkeur sterft hij. Ik zeg dat heel brutaal, niet als journalistiek waarnemer, maar hier hoopt iedereen dat iemand erin slaagt om die dolle hond in de wereldpolitiek uit te schakelen. De andere opties zijn voor Polen heel nefast. Als Poetin wint, zitten we hier permanent met een oorlogszuchtige, onbetrouwbare buurman die elk moment kan binnenvallen. Ook als hij niet wint en niet verliest, blijf je een guerrillaoorlog aan je grens hebben, die veel van dit land vergt.”

Wat verraste u nog tijdens uw reportages in Oekraïne?

Wolny: “Een heel delicate zaak, waar ik het moeilijk mee had om over te schrijven, is hoe diep de haat van de Oekraïners tegenover de Russen is geworteld − niet alleen tegenover Poetin en zijn militairen, maar tegenover alle Russen. Als je de vraag stelt of ze nog in goede Russen geloven − opposanten bijvoorbeeld − krijg je een neen én boze blikken dat je die vraag durft te stellen. Op menselijk niveau heeft me dat enorm geschokt. Het bevestigde me ook in mijn overtuiging dat het conflict niet snel voorbij zal zijn. De enige kans op beterschap die we hebben, is een nieuwe generatie van Russen. Ik denk dat mijn straf daarom zo hoog is. Twintig jaar! Alsof ze ervan uitgaan dat het conflict nog een generatie zal duren!”

U doelt op het inreisverbod voor Rusland en Wit-Rusland dat u begin dit jaar kreeg voor u het land werd uitgezet?

Peirs: “Maja haalde een record: ze is nu langer uit Rusland verbannen dan Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen.”

Wolny: “De reden is dat ik al een aantal journalistieke reportages schreef, die vertaald zijn geweest naar het Russisch. Ze waren blijkbaar te populair naar het gevoel van de veiligheidsdiensten.”

Wat was uw ervaring met hun censuur en veiligheidsdiensten?

Wolny: “Het is niet zo dat er geen mogelijkheid is om toegang tot vrije informatie te verkrijgen. Je kunt dat via VPN doen, maar je telefoon kan in beslag worden genomen. Een voorbeeld: ik maakte in Rusland een selfie op de trein. De conductrice wilde meteen mijn smartphone afnemen. Uiteindelijk moest ik alleen die foto wissen. Of er werd op vreemde uren in de nacht plots aan mijn deur geklopt. Mijn hotelkamer is ook enkele keren doorzocht. Eén keer stond ik in de douche toen er iemand binnenkwam. Dan schrik je, maar relativeer je tegelijkertijd door te denken aan de mensen die er permanent wonen. De drukkingsmiddelen op gewone Russen zijn daar zo veel groter. De FSB kan je zo opsluiten, of neemt gewoon je kinderen af als ze dat wil.”

Marc Peirs: ‘De persvrijheid in het moderne Polen is nooit weggeweest. Veel erger: de Poolse media zich hier zelf in de hoek hebben gezet.’Beeld Piotr Malecki

Marc, u begon uw journalistieke carrière door te berichten over Latijns-Amerikaanse dictaturen en rebellengroepen, soms gefinancierd door deze of gene grootmacht. Waarom ontstaat er in Rusland zo geen georganiseerd verzet?

Peirs: “Het grote verschil is toch die angst waar Maja naar verwees. In Chili was je bang voor Augusto Pinochet, in Argentinië voor Jorge Videla, enzovoort. Maar in Latijns-Amerika laten mensen zich niet zo verlammen. Daar komt men inderdaad op straat met de slogan dat ‘een verenigd volk nooit overwonnen zal worden’. In Rusland hanteert Poetin de verstikkende controle die wijlen de Poolse Nobelprijswinnaar Czeslaw Milosz in The Captive Mind beschreef. Hij beschrijft ook hoe het sectaire stalinisme zelfs de intellectuele geesten wist te bezitten. In Latijns-Amerika heb je altijd een open botsing van ideeën gehad. In Rusland bestaat er nu maar één idee: dat van Poetin, die zijn volk de hele tijd voor hun leven doet vrezen.”

De voorbije jaren vreesde de EU ook dat Polen weer naar autoritarisme afgleed. Zorgt de confrontatie met het Poetin-model nu toch weer voor een herwaardering van vrijheden?

Peirs: “Tijdens de oorlog werd alvast de al 741 dagen durende schorsing van rechter Igor Tuleya opgeheven, die uitgegroeid was tot een symbool van de strijd voor onafhankelijke rechtspraak.

“Gelukkig is het niet alleen een knieval van de kant van Polen naar de EU, maar ook omgekeerd. Polen werd lange tijd met de nek aangekeken, tot in het najaar van 2020 die enorme migratiecrisis aan de grens met Wit-Rusland begon. Polen heeft die toen ingedamd en mocht een aantal banken vooruit in het Europese klasje.

“Sinds de inval zagen we ook excuses van West-Europese politici aan Polen, die de waarschuwingen van Warschau tegen Poetin lange tijd niet ernstig namen.”

Hoe gaat het met de Poolse persvrijheid? Ook daar maakt Brussel zich zorgen over.

Peirs: “De persvrijheid in het moderne Polen is eigenlijk nooit weggeweest. Integendeel, naar mijn aanvoelen veel erger, is dat de Poolse media zich hier zelf in de hoek hebben gezet. De ene bekeren zich tot Recht en Rechtvaardigheid, de andere tot de oppositie. Als je de Gazeta Wyborzca leest, vroeger dé kwaliteitskrant van Polen, zie je nu een oppositievehikel voor liberalen en links. De openbare omroep van haar kant brengt dan weer als een soort Noord-Koreaanse cheerleader nieuws over de conservatieve regering. De persvrijheid wordt dus niet zozeer van buitenaf maar van binnen de sector beknot. Polen is geen dictatuur of autoritaire staat, het is wel een gepolariseerder land geworden.”

De trein naar het imperium van Maja Wolny verschijnt februari 2024 in Nederlandse vertaling bij Standaard Uitgeverij.