“Steeds meer schooldirecteurs geven er de brui aan”

De krapte op de arbeidsmarkt treft de scholen al langer en leidt er onder meer toe dat er maar heel weinig kandidaat-directeurs zijn, zegt Vandromme. Schoolbesturen kunnen dan ook niet echt selecteren wie voor hun school een goede directeur zou zijn.

“Een sterke, stabiele directeur is nochtans de sterkhouder van een school. Hij is dé spilfiguur om op schoolniveau de kwaliteit van het onderwijs te garanderen en het lerarentekort in te perken”, stelt ze.

Scholen kregen extra middelen, maar in bijna de helft van de gevallen dienden die om leerkrachten een voltijdse job te kunnen aanbieden of om afwezige leerkrachten te vervangen. Zo wordt ingeboet aan beleidsondersteunend werk, zegt Vandromme. Het gebrek aan een degelijke omkadering is de belangrijkste reden waarom schooldirecties onderuitgaan.

Uit haar bevraging leidt Vandromme ook af dat bij schooldirecties de steeds groter wordende diversiteit en de daarmee gepaard gaande nood aan differentiatie zwaar doorwegen. Daar komt dan ook nog de druk van kritische ouders en leerlingen bij. “Om nog maar te zwijgen over de vele verplichtingen rond preventie, veiligheid en allerhande infrastructurele aangelegenheden”, klinkt het.

Het beroep van schooldirecteur staat voor het derde jaar op rij op de knelpuntlijst van de VDAB. “”Er is een waslijst aan competenties vereist. Dit schrikt kandidaten af”, luidt de verklaring.

“De jobinhoud wordt steeds complexer en directeurs moeten meer en meer werken in een gejuridiseerde context. Ze moeten van alle markten thuis zijn: HR-beleid, pedagogisch project van de school, contacten met ouders, financieel beleid, infrastructurele verantwoordelijkheden,...” Voor veel leerkrachten weegt het extra loon dan ook niet op tegen de verstoorde work-lifebalans.