Staalfabriek Azovstal in Marioepol (voor de oorlog)
Copyright 2021 The Associated Press. All rights reserved

Na ruim anderhalf jaar oorlog: hoe betaalt Oekraïne de oorlog?

De Russische inval in Oekraïne heeft, naast de grote menselijke tol, ook een grote impact op de economie van het land. De oorlog is ondertussen ruim anderhalf jaar bezig, maar hoe is het gesteld met de economie van Oekraïne? En is de schuldenberg nog te overzien? 

Hoe betaalt Oekraïne de oorlog?

Oorlog voeren kost geld, veel geld. Sinds het begin van de oorlog vraagt Oekraïne daarvoor hulp aan zijn bondgenoten. De Verenigde Staten was daarbij lang de grootste geldschieter, maar Europa heeft een inhaalbeweging ingezet. Deze zomer kondigde de Unie een nieuw hulppakket aan, verspreid over meerdere jaren, ter waarde van 50 miljard euro.

De teller van Amerikaanse beloofde militaire hulp staat ondertussen al op 135 miljard euro. De Europese Unie (en Noorwegen, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk) hebben samen - met het nieuwe hulppakket inbegrepen - al zeker 165 miljard euro beloofd aan Oekraïne. Dat blijkt uit nieuwe gegevens van Kiel Institute for World Economy.

Toch bleek de hulp van andere landen vaak niet toereikend. Wanneer de Oekraïense overheid onvoldoende geld ter beschikking had, kocht de staatsbank met nieuw gedrukt geld obligaties aan bij de overheid. Economen vinden het drukken van nieuw geld vaak een slecht idee. De kans is immers erg groot dat de consumentenprijzen plots erg snel stijgen, inflatie dus. Bovendien is er ook het risico dat de munteenheid van Oekraïne, de grivna, kan instorten.

In Oekraïne hebben ze bovendien pijnlijke herinneringen aan die inflatie. In de vroege jaren 90, kort na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, was er een hyperinflatie. De toenmalige munteenheid van Oekraïne zakte elke dag in waarde, waardoor basisproducten plots erg veel geld kostten. Mensen moesten met pakken geld naar de winkel om een brood te kopen. Ook toen bleef de overheid gewoon geld bijdrukken.

Ondanks het risico, besliste de overheid nu wel om geld bij te printen. Ze noemen het een broodnodige maatregel, omdat de overheid anders moest stoppen met het uitbetalen van pensioenen en staatssalarissen. De inflatie bedroeg er vorig jaar uiteindelijk iets meer dan 20 procent. Dat is hoog, maar niet zo hoog als men gevreesd had.

Is er dan geen economische groei?

Toch wel. Economische groei wordt doorgaans uitgedrukt als een toename van het bruto binnenlands product (BBP) van een land gedurende een bepaalde periode. Het BBP is de totale waarde van alle goederen en diensten die binnen de grenzen van een land worden geproduceerd gedurende een specifieke tijdsperiode, meestal gemeten op kwartaal- of jaarbasis.

In 2022, het jaar dat de oorlog begon, kreeg de Oekraïense economie zware klappen. Het BBP daalde met 29,1 procent. Dat betekent dus dat de economie met ongeveer een derde kromp. Dat was de grootste terugval sinds de onafhankelijkheid van het land in de jaren 90. Die terugval komt er niet alleen door de Russische inval, ook vielen oogsten door slecht weer tegen.

De voorspellingen voor dit en volgend jaar zijn echter een stuk positiever. Dit jaar zou het BBP volgens de Wereldbank groeien met 0,5 procent. Oekraïne zelf voorspelt een grotere economische groei dit jaar, met 2,3 procent. Volgend jaar hoopt het land op een groei van zeker 5 procent. 

De cijfers mogen dan wel weer groen kleuren, er blijft toch nog heel wat werk aan de winkel. Door de economische terugval zijn ruim 7 miljoen mensen opnieuw in armoede beland. In 2022 nam het armoedecijfer toe van 5,5 procent van de bevolking tot 24,2 procent van de bevolking. Daarmee werd 15 jaar aan vooruitgang tenietgedaan. 

Heeft het land hoge schulden?

Ja, torenhoge schulden. Op dit moment heeft het land een externe schuld van 150,6 miljard euro. In 2023 is de (geschatte) nationale schuld van Oekraïne met bijna 50 miljard euro toegenomen ten opzichte van het jaar ervoor. Dat is een stijging met bijna de helft. De schuldenberg van Oekraïne groeit (met uitzondering van 2019) al jaren. Sinds de start van de oorlog nemen de schulden echter veel sneller toe. 

Hoe komt Oekraïne nu aan die schulden? Een groot deel van de financiële hulp van de bondgenoten van Oekraïne zijn leningen. Die moeten terugbetaald worden. In juli 2022 hebben de landen die Oekraïne steunen in de oorlog de schuldaflossing door het land opgeschort. In maart 2023 werd die opschorting verlengd tot 2027. 

Dat betekent niet dat Oekraïne die leningen niet moet terugbetalen, het wil wel zeggen dat het land daar wat meer tijd voor krijgt. Maar daar is een keerzijde aan, want op die leningen moet Oekraïne ook rente betalen. Dat betekent dus hogere schulden. Volgens de (voorlopige) overeenkomst moet die rente tot op de laatste cent worden terugbetaald. Van de EU krijgt Oekraïne daar, vanaf 2033, 37 jaar de tijd voor. 

Als een groot deel van de externe schuld wordt gefinancierd door buitenlandse geldschieters, kan dit leiden tot een verlies van economische zeggenschap. Het land kan gevoeliger zijn voor internationale financiële schokken en kan onder druk worden gezet om beleidsmaatregelen te nemen die in overeenstemming zijn met de belangen van de schuldeisers.

Wie moet voor de schade opdraaien?

Door de oorlog zijn veel dorpen, wegen en andere infrastructuur verwoest. De schade loopt ondertussen al op tot ruim 380 miljard euro. Dat cijfer dateert uit maart dit jaar, en ligt dus waarschijnlijk al een stuk hoger. Maar wie zal dat allemaal betalen?

Voor Oekraïne is het antwoord op die vraag eenvoudig: Rusland natuurlijk. Het Westen heeft ongeveer 300 miljard euro aan Russische fondsen van de Russische Centrale Bank bevroren sinds de start van de oorlog. Het idee is om die fondsen in te zetten voor de wederopbouw. Hoe langer de oorlog duurt, hoe meer Oekraïners zich in die aanpak kunnen vinden.

GRAFIEK - De kosten (in miljard dollar) voor de wederopbouw van alle sectoren:

Ook de EU wil de rekening van de oorlog het liefst aan het Kremlin voorschotelen. De Unie wil zelfs Russisch geld gebruiken om de schade te vergoeden en de reconstructie van Oekraïne te starten. Op aandringen van enkele Oost-Europese en Baltische landen werd zelfs al een werkgroep samengesteld die bekijkt hoe Russisch geld en de bevroren fondsen van de oligarchen geïnd kunnen worden.

Toch is die aanpak niet zo voor de hand liggend, zo blijkt. Volgens de Zweedse minister-president en voorzitter van de Raad van de Europese Unie Ulf Kristersson moet zoiets gebeuren conform de internationale wetgeving. Op dit moment is er geen specifieke Europese wet die zich richt op het betalen van herstelbetalingen door een land dat een ander land binnenvalt.

Er zijn bovendien ook tegenstanders van die aanpak. Zwitserland bijvoorbeeld, dat meent dat het in beslag nemen van Russische fondsen van banken indruist tegen de Zwitserse grondwet én internationale verdragen. Ook de VS liet zich kritisch uit over het idee. De Amerikaanse minister van Financiën van de Verenigde Staten Janet Yellen waarschuwde bij haar bezoek aan Kiev voor wettelijke obstakels. 

Er is ook nog een andere optie: een "Marshallplan" voor Oekraïne. Na de Tweede Wereldoorlog kregen Europese landen leningen en giften van de Verenigde Staten voor de heropbouw van het continent. Dat miljardenplan was een initiatief van de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken George Marshall en kreeg dan ook zijn naam.

Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en Duits bondskanselier Olaf Scholz willen nu een vergelijkbare strategie voor de heropbouw van Oekraïne. De Europese Unie zou daarvoor per jaar 20 miljard euro willen vrijmaken. Dat al zeker tot 2027.

Hoe moet het nu verder?

Een hoge schuldenberg bij buitenlandse kredietverleners, bijna 400 miljard euro aan schade en het einde van de oorlog is voorlopig nog niet in zicht. Een blik op de economie van Oekraïne is verre van rooskleurig. Het afgelopen jaar was dramatisch, maar er is wel beterschap op komst nu de economie opnieuw op gang lijkt te komen. 

Oekraïne zal zich nu vooral moeten richten op het herstelwerk, ook al is de oorlog nog in volle gang. 400 miljard euro aan reconstructiekosten kan het land niet zelf betalen. Het heeft er dus alle schijn van weg dat de westerse landen (het grootste deel van) de rekening gepresenteerd zullen krijgen.

Toch heeft dat ook wel enkele voordelen. Doordat westerse landen het voortouw nemen in de wederopbouw, zal ook de belangstelling vergroot worden van particuliere investeerders om te investeren in de wederopbouw van het land.

Meest gelezen