Meer dan 30.000 mensen zijn er dakloos geworden. De extra steun uit België gaat naar het noodfonds van de Internationale Federatie van het Rode Kruis.

De lokale partner van het Rode Kruis is al in Derna en heeft er een crisiscentrum opgezet. De reddingsteams zoeken naar slachtoffers, geven gewonden de eerste hulp en delen water, voedsel en tenten uit aan slachtoffers. “Lokale organisaties zijn onmiddellijk inzetbaar en kunnen de noden op het terrein het beste inschatten”, zegt Gennez.

Door het noodweer braken zondag twee dammen in Derna, wat tot een enorm vloedgolf leidde. Over de balans van de ramp is nog veel onduidelijkheid: bij de oostelijke regering is te horen dat er 5.300 doden gevallen zijn, de internationaal erkende regering in het westen van het land zet het aantal doden op 6.000. 

“Hele buurten weggespoeld”

Zeker is wel dat de balans nog verder zal oplopen. De burgemeester van de stad schat dat er 20.000 mensen omgekomen zijn, op basis van het aantal wijken die door de kracht van het water zijn weggevaagd. Voor de ramp woonden zowat 125.000 mensen in de oostelijke kuststad.

“De beelden die ons bereiken uit Libië zijn hallucinant”, zegt Gennez. “Hele buurten zijn weggespoeld. De stad is zo goed als verwoest. Solidariteit vanuit de internationale gemeenschap is absoluut noodzakelijk.”

Los van het miljoen extra steun wijst Gennez ook op de belangrijke Belgische steun voor het Central Emergency Response Fund (CERF) dat door de Verenigde Naties gecoördineerd wordt. België draagt in 2023 en 2024 34 mijloen euro bij, waarmee ons land een van de belangrijkste donoren is. Dat CERF maakt donderdag bekend dat het 10 miljoen dollar vrijmaakt voor Libië. 

“Ook tijdens een volgende ramp zal de Belgische aanpak mee helpen het verschil maken, en die zal er helaas komen”, zegt Gennez nog. “Rampen zoals deze zullen steeds meer voorkomen in de toekomst door de klimaatcrisis. Reden te meer om de strijd tegen de klimaatcrisis verder op te drijven.”