Loonhandicap met buurlanden ruim gehalveerd

© © Zoonar.com/Claudio Divizia

Met wat vertraging zijn de lonen in onze buurlanden aan een inhaalbeweging begonnen op de Belgische. Dat blijkt uit voorlopige ramingen van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, die de loonkostenhandicap van Belgische bedrijven tegenover hun concurrenten in Nederland, Frankrijk en Duitsland in kaart brengt. Dat schrijft De Tijd donderdag.

Bron: BELGA

De kloof is een gevolg van de inflatie. In ons land leidt die via de automatische indexering snel tot een stijging van de loonkosten. In onze buurlanden moet over die verhogingen onderhandeld worden met de vakbonden, waardoor de inflatie met vertraging en vaak ook maar gedeeltelijk wordt ver­rekend. Zeker in sectoren waar de vakbonden zwak staan, is dat zo. Het gevolg is dat Belgische bedrijven voor dezelfde gewerkte uren hogere loonkosten moeten betalen dan hun concurrenten in de buurlanden. 

Die handicap is er nog altijd. De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven raamde vorig jaar dat de Belgische lonen tussen 1996 en eind 2024 4,6 procent sneller zouden stijgen dan in de buurlanden. Uit een nieuwe raming, die woensdag werd besproken, zou die handicap nu slinken tot onder 2 procent.

Daar zijn twee verklaringen voor. De inflatie is in België de jongste maanden lager dan in onze buurlanden. Frankrijk bevroor de elektriciteitsprijzen tijdens de energiecrisis vorig jaar, maar liet ze nadien weer los. Dat leidde tot een inhaalbeweging. De andere uitleg is dat de vakbonden in onze buurlanden intussen loonakkoorden hebben gesloten, waardoor de salarissen de inflatie beter beginnen te volgen. Voor Belgische bedrijven betekent dat dat de loonkostenhandicap niet weg is, maar wel kleiner wordt.

Voor werknemers verandert er niet veel. Zolang de loonhandicap bestaat, kan niet onderhandeld worden over opslag boven op de automatische indexering. 

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen