Maak kennis met "de leeuw van Mari": museum Mariemont zet belangrijke stad uit de oudheid in de kijker

De stad Mari, in wat nu Syrië is, gaat duizenden jaren terug in de geschiedenis en was een van de belangrijkste centra. Archeologische schatten uit Mari zijn nu te zien in het museum Mariemont in Henegouwen. Ze komen uit het Louvre in Parijs. Interessant is ook dat een Belgische specialist spijkerschrift de duizenden kleitabletten uit Mari heeft ontcijferd.

Mesopotamië, het tweestromenland tussen Eufraat en Tigris. Vruchtbaar gebied dat de “bakermat van de beschaving” wordt genoemd. Oeroude steden als Babylon, Ninive of Ur ken je misschien nog uit de geschiedenisles of de Bijbel, maar ook Mari was zo’n belangrijk centrum, strategisch gelegen aan de Eufraat, bekend om zijn metaalindustrie. De nu verdwenen antieke stad staat centraal in een nieuwe tentoonstelling in het Koninklijk Museum van Mariemont nabij Morlanwelz in Henegouwen.

We spoelen terug naar 6 millennia geleden. Mari werd gesticht in 2.900 voor Christus; 500 jaar later verwoest en weer opgebouwd en uiteindelijk met de grond gelijk gemaakt in 1.759 voor Christus door de Babylonische koning Hammoerabi. En pas in 1933, meer dan 3.000 jaar later, worden resten van Mari aangetroffen in het woestijnstof.

Het zijn bedoeïenen op zoek naar een begrafenisplek die in 1933 op een “stenen man” stoten, een duizenden jaar oud beeldje. Syrië is op dat moment een Frans mandaatgebied en meteen wordt het Louvre gealarmeerd, het bekende museum in Parijs. Kort daarna arriveren de archeologen, onder leiding van Louvre-directeur André Parrot himself. 

Kleitablet als schoolschrift

Er wordt ook een Belgische specialist bijgeroepen, want er zijn maar liefst 25.000 kleitabletten gevonden met inscripties in spijkerschrift, een van de oudste schriften ter wereld. De Luikse hoogleraar Georges Dossin weet ze te ontcijferen. Verschillende tabletten zijn in de tentoonstelling te zien. Er staan wiskundige vraagstukken op, een contract over de verkoop van een grond, of - heel aandoenlijk - schrijfoefeningen voor kinderen. Ronde, handzame tabletten met aan de ene kant het schoonschrift van de leraar, en aan de andere kant ruimte voor de krabbels van de leerling. Een blik in een klaslokaal van duizenden jaar geleden. 

Eén leeuw in Parijs, één in Aleppo

Mari had een groot koninklijk paleis met wel 300 kamers. Er zijn voorouderbeelden gevonden, maar ook dagelijkse voorwerpen, zoals serviesgoed en zelfs bakvormen. Hét pronkstuk van de tentoonstelling is “de leeuw van Mari”. In 1937 ontdekte archeoloog Parrot twee koperen beelden van leeuwen, met indringende ogen. Ze bewaakten de tempel van Mari. 

Omdat Frankrijk destijds baas was over het gebied, werden de archeologische vondsten netjes verdeeld over Parijs en Syrië.  En zo gebeurde het dat de ene leeuw van Mari terechtkwam in het museum van Aleppo in Syrië en zijn tweelingbroer in het Louvre in Parijs. Pas na de Tweede Wereldoorlog, na de onafhankelijkheid van Syrië, zouden alle nieuwe vondsten in het land blijven.

Fast forward naar nu. De laatste opgravingen dateren van 2010. Mari werd getroffen door zandstormen en overstromingen. En er is natuurlijk de oorlog in Syrië; de streek ligt in een betwist gebied. “Er is werkelijk door allerlei groepen geplunderd, niet alleen door IS,” betreurt Sophie Cluzan, conservator-generaal van de afdeling Oosterse Oudheden van het Louvre. Zelf was ze in 2010 voor het laatst in Mari. Sindsdien heeft geen buitenlandse wetenschapper er nog een voet gezet. Op satellietbeelden is een maanlandschap te zien, met honderden putten waar schattenjagers gegraven hebben.

Ik weet niet waar de tweede leeuw van Mari zich nu bevindt

Ontzettend jammer voor dit bijzondere erfgoed, maar Cluzans hart gaat ook uit naar de vele Syrische medewerkers en collega’s. “Als je samen een vondst doet, dan schept dat een heel bijzondere band.” Hoe het precies gesteld is met Mari, weet niemand. Idem dito voor het museum van Aleppo, waar een deel van de kunsthistorische schatten is ondergebracht. “Ik weet niet waar de tweede leeuw van Mari zich bevindt,” zegt Sophie Cluzan. “Het museum is gebombardeerd. Als ze de leeuw in de kelder hebben gezet, vrees ik voor overstromingen. En water is desastreus voor koper…”

Kopieën van kopieën

Dit erfgoed is hoe dan ook bijzonder kwetsbaar. Neem nu “kapel 132”, gewijd aan Ishtar, de godin van de liefde en de oorlog. Toen de ruimte werd ontdekt in 1936 bleek die versierd met prachtige muurschilderingen. Helaas verkruimelden die bijna meteen. De archeologen van toen legden cellofaan op de muren en tekenden de figuren en motieven na. In de jaren 50 maakte een tekenaar een impressie op ware grootte. Maar ook die ging verloren. Pas in 2019 zijn de opgerolde tekeningen herontdekt in de archieven van het Louvre. De kleurrijke goden, mensen en dieren hangen nu fris gerestaureerd voor het eerst in Mariemont.

Schrijfmachine met rare tekens

Hoe belangrijk archieven zijn, blijkt volop uit deze expo. Je vindt er briefwisseling tussen de Syriërs en de Fransen, telegrammen, notities van spijkerschriftexpert Dossin (en zijn schrijfmachine met rare tekens!), veel foto’s en bewegend beeld. Het is een interessante tweede laag bovenop de vele lagen stokoude geschiedenis van Mari: de stad die werd gesticht, vernield, heropgebouwd, veroverd en die ten slotte voorgoed onder het zand verdween.

"Mari in Syrië. Wedergeboorte van een stad in het 3e millennium. Meesterwerken uit het Louvre" in het Koninklijk Museum van Mariemont, met zaaltekst in het Frans, Nederlands en Engels, van 16 september 2023 tot 7 januari 2024.

Meer over de archeologische site van Mari op deze Franse website.

Meest gelezen