Direct naar artikelinhoud
AchtergrondRollenpatronen

Vaders krijgen lof voor wat ze wél doen, moeders worden afgerekend op wat ze níét doen: waarom de dominante visie op ouderschap moeilijk te doorbreken is

Vaders krijgen lof voor wat ze wél doen, moeders worden afgerekend op wat ze níét doen: waarom de dominante visie op ouderschap moeilijk te doorbreken is
Beeld Sven Franzen

‘Amai, is de papa aan het babysitten?’ Vaders de hemel in prijzen voor wat ze horen te doen - in dit geval: af en toe voor hun kind zorgen - voelt een tikje bizar. Kan het ook iets positiefs zijn?

Dit verhaal begint met een LinkedIn-post van Benjamin de Bruijn, Nederlands onderzoeksjournalist en partner van wielrenster Ellen van Dijk. De twee kunnen elk moment een kind krijgen, maar Van Dijk heeft ook nog een olympische tijdritdroom, en dus neemt De Bruijn een jaar onbetaald verlof. Geen dilemma’s rond stages in Spanje ver van huis of circulerende virusjes in de crèche. Alles - dus ook de vader - in het teken van Parijs 2024.

Bijna roep ik ‘stop de persen’ doorheen het landschapskantoor. Want deze huisman verdient een voorpagina, toch? De ingezette Mexican wave wordt abrupt verstoord door twee chefs, beide ploetermoeder. Ze rollen met de ogen, doen snel een schietgebedje voor alle WAGs die wekelijks langs de zijlijn staan, takelen me uit de kuil die ik voor mezelf gegraven heb, en zeggen met gebiedende stem: “Schrijf anders iets over de staande ovaties die vaders krijgen als ze doen wat ze horen te doen.”

Het gebeurt wel vaker, verneem ik nadien van bevriende moeders, dat het wierookvat in de crèche voor de ‘voorleespapa’ wordt bovengehaald. “Als een mama gaat voorlezen, is dat gewoon zo.” Als een moeder een week alleen thuis is met de kroost, hoort ze de krekels zingen. Omgekeerd wordt een vader overladen met complimentjes en hulp wanneer hij de eerste keer een weekend alleen spendeert met zoon- of dochterlief - dat hij die niet binnensteekt bij de grootouders is blijkbaar al heel wat.

Amaury Van Kenhove (34) krijgt het op haar heupen als ze weer eens de vraag krijgt of haar man aan het “babysitten” is, met veel amai en wauw errond gestrooid. “Euhm, neen, hij is gewoon thuis met onze kinderen.” Wat binnen hun relatie een vrij normale zaak is - namelijk dat hij en niet zij de schoolagenda kaft, uitlijnt en ondertekent - is in het oudergroepje op WhatsApp een rariteit. “Vooral de wat klassiekere mama’s zwaaien er de plak. Als ik dan zeg dat ook de papa’s kunnen kaften, voel ik mij echt een stomme trien.”

Nochtans kúnnen papa’s het, net zoals ze kunnen afruimen, met hun kind naar de huisarts gaan of verjaardagsfeestjes plannen. En ze kunnen ook zelf de pannenkoeken bakken die ze in de klas komen uitdelen op ‘papapannenkoekendag’, foetert een collega - het briefje van de school liet iets anders uitschijnen.

Slechte moeders

Moeder en vaders worden niet tegen dezelfde lat gelegd. Dat werd onlangs nog glansrijk in de verf gezet door de Amerikaanse tabloids. Meer bepaald in de berichtgeving over de scheiding tussen actrice Sophie Turner (Game of Thrones) en zanger Joe Jonas (The Jonas Brothers), die twee jonge dochters delen.

Foto’s van Jonas, die zijn dochters in Los Angeles op ontbijt trakteert, werden naast die van Turner gelegd, shotjes drank delend met haar collega-acteurs in Birmingham, een paar duizend kilometer verder. Niet veel later, zo stelde het blad Rolling Stone fijntjes vast, werd je door Google doorverwezen naar dit soort artikels bij het gebruik van een specifieke zoekterm: ‘Bad mom’.

Feministisch TikTok snelde massaal te hulp, en Vogue of Glamour ontmaskerde de verhalen voor wat ze zijn: misogyn pr-gespin in een Hollywood-scheiding. De invloedrijke panelshow The View over de (initieel) geprezen ‘dad mode’ van Jonas: “En wat dan nog, hij zorgt voor zijn kinderen? Krijgt hij nu een gouden ster?”

Bart Vanhaelewyn (39) wordt ook weleens overvallen door dat gevoel. Wanneer hij bijvoorbeeld een duimpje krijgt als hij vroeger stopt met werken om naar een oudercontact te gaan, terwijl vrouwelijke collega’s een blik krijgen dat ze “alweer niet beschikbaar” zijn. Bij Kind en Gezin krijgt hij begrip van de vrijwilligers als een body’tje niet snel genoeg afgaat. “Mijn vrouw wordt op zo’n moment scheef bekeken.”

Dat vaders lof krijgen voor wat ze wél doen, en vrouwen vooral afgerekend worden op wat ze níét doen, heeft alles te maken met “de dominante visie op wat ouderschap inhoudt”, zegt Ciska Hoet, directeur van het kenniscentrum voor gender en feminisme RoSa vzw. Wat goed of slecht ouderschap is, meten we niet af aan objectief vast te stellen gedrag. We bekijken het door een sociaal gevormde bril.

De sterkte van die bril past zich maar langzaam aan. Ja, tovenares Medea is al even in ere hersteld door literatuurwetenschappers, en geldt niet langer als prototype van slecht moederschap binnen de Griekse mythologie. En ja, er zijn nu ook opvoedboeken die vaders mee in bad sleuren - of ze zelfs specifiek in het vizier nemen.

Op mamablogs of TikTok blijft het de voorbije jaren echter verhalen regenen van vaders die met hun kinderen naar de supermarkt vertrekken en als held terugkeren. “Liefst drie mensen hielden hem tegen om te zeggen wat voor een geweldige vader hij is”, klinkt het in een virale TikTok van ene Emily Benson, die vragend rond haar kijkt: niet één keer is het haar al overkomen.

Mag het net iets meer zijn, vaders? Zelfs Herman Brusselmans (65) zet anno 2023 werk op een lager pitje om zijn zoontje naar de crèche te brengen. “Als ik daarvoor bestoeft word, is dat eerder door mijn eigen generatie”, zegt Brusselmans daar zelf over. “Jongere mensen vinden het normaal, en maar goed ook. Fiftyfifty is de verdeling bij ons trouwens verre van, dus ik hoef die schouderklopjes ook niet.”

Geboorteverlof

Dat steeds meer mannen een betrokken vaderschap nastreven en ‘hun deel’ willen doen, merkt ook vroedvrouw Jeroen De Troyer - vroedman is geen erkende beroepstitel. “Maar er is nog veel werk aan de winkel.” Voor elke papa die actief vragen stelt, is er een vader die bij een huisbezoek op de achtergrond blijft. “Dan geef ik de baby weleens in hun handen om een body uit te doen of een pamper te verversen, om te tonen: jij kan dat ook.”

In sommige Gentse wijken, zoals de Brugse Poort, treft De Troyer een erg divers publiek. Dat de rolverdelingen in sommige culturen nog rigider zijn, staat niet in de weg dat er ook vaders uit Turkse of Bulgaarse gezinnen zijn die zich als gelijkwaardige poot willen opstellen. “Net zoals ik evengoed in klassiek-Belgische gezinnen op weerstand bots”, zegt De Troyer.

De cijfers liegen niet. Onderzoek van De Morgen toonde in 2020 al mooi aan dat de huishoudelijke kloof erg groot blijft. Vrouwen besteden zo’n tien uur per week meer aan de combo werk, pendelen, zorg en huishouden, zo toont een KU Leuven-studie. Vooral de ochtend- en avondshift komt vaak op het bord van moeders, net als de ‘mental load’: vakantie­kampen zoeken, de baby­sit regelen, een nieuwe winterjas bestellen.

“Onlangs stuurde ik mijn man om schoenen voor onze dochter, die ik zelf online uitgekozen en besteld had”, zegt Amaury Van Kenhove. “Achteraf stuurde ik hem een berichtje: ‘Heb je weer veel praise gekregen?’ Dat bleek deze keer niet het geval, maar dat ik er al op anticipeer, zegt wel iets.”

Veel experts wijzen naar de regeling rond geboorteverlof als motor van ongelijkheid. Sinds 2023 krijgen vaders twintig dagen, een verdubbeling in twee jaar tijd. Toch blijft pediater Nicola De Cono (AZ Maria Middelares), die lange tijd in Duitsland woonde, een gigantisch cultuurverschil merken. “Ik zie koppels die archaïsche rolpatronen afzweren, maar erin vervallen zodra hun kind geboren wordt. Als er maanden nadien een afspraak volgt, zit er af en toe een moeder voor mij die klaagt over een afwezige vader.”

Daar zitten vaders bij die simpelweg onbetrokken zijn, of waar maternal gatekeeping een rol speelt: de moeder die bepaalde zorgtaken niet wil delen, vaak uit angst dat de vader er toch maar een zootje van maakt. Los daarvan blijven er systemische drempels. “Voor moeders, die na hun geboorteverlof op onbegrip stoten als ze werk met borstvoeding willen combineren”, zegt De Cono.

Maar ook voor vaders, die misschien wel een duimpje krijgen als ze naar het oudercontact trekken maar - zo zegt een collega - bang zijn dat ze als “niet gemotiveerd” gelabeld worden als ze voor een 4/5-regeling opteren. Of, zo zegt een vriend, voelen dat het als vader minder evident is om een buitenlandse reis voor het werk af te slaan vanwege de kroost.

In opleidingen voor vroedkundigen of artsen worden er nog te weinig handvaten aangereikt om vaders te betrekken, zeggen De Troyer en De Cono. “Onze biologische functie is dan wel beperkt, daarom is een man niet het vijfde wiel aan de wagen”, zegt De Cono, die wijst op de medische voordelen van betrokken vaderschap.

Zo is het voor een baby, die nog geen ritme heeft, van “onschatbare waarde” als er een geur is die overeenkomt met (borst)voeding en een geur die overeenkomt met troost. “En voor een moeder vindt in die periode een veeleisende transitie plaats, zowel fysiek als mentaal. Die momenten bij de vader helpen haar om de autonomie over haar lichaam terug te claimen.”

Op lange termijn toont onderzoek dat een hoge betrokkenheid van de vader correleert met een betere impulscontrole en een lager risico op gedragsstoornissen bij kinderen. Even op een lager pitje werken, hoeft in die zin geen carrière in de weg te staan, vindt De Cono. “Integendeel, als je kind weerbaar is tegen stressfactoren haal je die werkachterstand weer in.”

Onzekerheid

Een recente videocast van de Belgische voetbalbond, met Rode Duivels Romelu Lukaku en Jan Vertonghen, vat het verhaal goed samen. Enerzijds Lukaku, die zichzelf op de borst klopt omdat hij “above and beyond” gaat voor zijn familie - wat betekent dat hij vanuit het buitenland terugvliegt om de voetbaltraining of eerste schooldag van zijn oudste zoon bij te wonen.

Anderzijds was er Vertonghen, die naar eigen zeggen zijn best doet om zijn “steentje bij te dragen”, maar niet eens over die lage lat geraakt. Hij keek verbaasd op bij het verhaal van Lukaku: “Sterk, dat heb ik er bij mij niet altijd doorgekregen.”

Niet dat voetballers erg representatief zijn, maar in die laatste zin schemert wel een gemis door. Net hetzelfde gebeurt wanneer een moeder van iemand te horen krijgt dat ze “nogal chance heeft met hare vent” omdat die ’s avonds eens het eten heeft klaargemaakt. “In se gaat het erom dat zowel vaders als moeders de rol kunnen invullen waar ze zich goed bij voelen”, zegt Wim Schotsmans, die de blog Vaderklap onderhoudt. “Dat gaat trouwens niet enkel om het zorgende aspect.”

Lees: er is an sich niks mis met een vader die carrière maakt op het werk en een moeder die van het thuisfront haar fulltime job maakt. Wel als er dynamieken zijn die vaders ervan weerhouden om meer zorg op te nemen, of moeders om meer zorg af te dragen. “Ik heb tien jaar lesgegeven, als enige man op een lagere school”, zegt Schotsmans. “Veel te vaak zag ik in de agenda ‘zeg aan mama dat...’ staan, of mails die enkel naar de moeders werden verzonden.”

Voor een stuk voedt dat ook een onzekerheid die weleens bij kersverse vaders opgemerkt wordt: dat ze het écht niet kunnen. “Terwijl er geen enkel wetenschappelijk bewijs is dat mannen minder in de wieg gelegd zijn voor zorgtaken”, zegt Ciska Hoet. Als vader stellen dat ‘de borstvoeding wat in de weg zit van een gelijke verdeling’ is geen geldig excuus om ook op andere fronten aan te modderen.

Samen met het Centrum Algemeen Welzijnswerk en de vzw Zijn bracht RoSa vzw het voorbije jaar (aanstaande) vaders samen, een pilootproject dat resulteerde in een handleiding voor zorgprofessionals om vaders tijdens de eerste 1.000 dagen beter te betrekken. Ook die zorgprofessionals zelf mogen wat mannelijker, zegt Hoet. “Helaas voelen de weinige mannen die überhaupt in een crèche willen werken zich er niet altijd welkom. Veel ouders wantrouwen nog steeds een mannelijke kinderverzorger.”

Begint het dan niet - ik leg mij opnieuw deemoedig in mijn zelfgegraven kuil - met kleine rolmodellen? Met vaders die geen ‘tradwife’ willen of naar een mannenfestival trekken waar ze vooral ‘zichzelf ontplooien’ en een ‘persoonlijk groeipad’ nastreven, maar zich af en toe wegcijferen voor kind en gezin? Verdient zo’n man geen klein applausje?

Wellicht niet. Of toch: niet de man alleen. Als ik bel naar Benjamin de Bruijn, de partner van Ellen van Dijk, zit hij net zijn eerste dag thuis. Te pril voor een analyse, maar de keuze voelt juist. “Het klinkt misschien gek, maar ik ben vrij zorgzaam van aard”, zegt hij.

Ik vind het helemaal niet zo gek. Net zomin vind ik het gek dat Van Dijk haar olympische droom het komende jaar prioriteit geeft, wellicht ten koste van de tijd die ze met haar kind zou kunnen spenderen. Ook dat is verdomd moeilijk. Het applaus is niet voor hem, maar voor hen.