De bosbranden van 2018 veroorzaakten voor 15 miljard euro schade in Californië.
Noah Berger

Nieuwe klimaatzaak in Verenigde Staten: Californië sleept oliebedrijven voor de rechter

De staat Californië trekt naar de rechter tegen vijf grote oliebedrijven. Volgens de aanklacht zouden die het publiek vijftig jaar lang misleid hebben over de gevaren van fossiele brandstoffen. Dat zou tot miljarden dollars schade hebben geleid. Californië vraagt dat de rechter de oliebedrijven boetes oplegt en verplicht schadevergoedingen uit te keren. Ook moeten ze een fonds spekken waarmee klimaatschade vergoed kan worden. 

136 pagina's. Zo dik is de aanklacht die de staat Californië vandaag indiende bij het Hooggerechtshof in San Francisco. Daarin doet de staat uitvoerig uit de doeken hoe de olie-industrie al vijftig jaar lang weet hoe schadelijk fossiele brandstoffen zijn voor de planeet, maar dat al die tijd bewust verborgen hield voor de buitenwereld.

De beklaagden zijn de vijf grote oliebedrijven BP, Chevron, ConocoPhillips, Exxon en Shell én de sectorvereniging American Petroleum Institute (API).

Nog volgens de staat Californië gaat die misleidingscampagne tot vandaag de dag verder. Oliebedrijven zouden adverteren met duurzame projecten die in de realiteit slechts een fractie uitmaken van hun bedrijfsmodel. In de aanklacht geeft Californië het voorbeeld van Shell, dat in de eerste helft van dit jaar 11,6 miljard dollar (10,9 miljard euro) uitgaf, waarvan maximaal 1 miljard dollar (0,9 miljard euro) voor hernieuwbare brandstoffen. 

"Al decennia lang veroorzaakt big oil (de grote oliebedrijven, red.) schade en doet het aan misleiding", zei de Democratische gouverneur van Californië Gavin Newsom. "Bosbranden vegen hele gemeenschappen weg, giftige rook vult onze lucht, en dodelijke hittegolven en recorddroogtes doen onze bronnen verdwijnen. De Californische belastingbetaler zou niet moeten opdraaien voor die rekening."

Die rekening loopt in de vele miljarden. Zo veroorzaakte alleen al de Camp Fire-bosbrand in 2018 16 miljard dollar (15 miljard euro) aan schade.

Daarom eist de staat Californië onder andere dat de oliebedrijven schadevergoedingen betalen en dat er een klimaatfonds wordt opgericht dat door hen wordt gefinancierd. Dat fonds kan dan gebruikt worden om klimaatschade te compenseren. Verder wil de staat ook boetes geven als een van de vijf bedrijven nog eens wordt betrapt op desinformatie.

Volgens de staat zelf is Californië de grootste economie ooit die oliebedrijven voor de rechter gedaagd heeft. 

"Waardeloos" en "verspilling van belastingsgeld"

Het API, dat de Amerikaanse oliebedrijven verenigt, reageert dat het niet aan de rechter is om klimaatbeleid op te leggen, maar aan het Congres (zeg maar het Amerikaanse parlement).

Dat argument wordt wel vaker gebruikt tijdens klimaatzaken. Nochtans draait deze zaak niet echt om klimaatbeleid, anders dan bijvoorbeeld de Belgische klimaatzaak waarin burgers vragen dat de rechter de staat verplicht tot uitstootreducties. In dit geval vraagt de staat Californië in de eerste plaats dat de sector de schade vergoedt die hij veroorzaakt heeft.

Ryan Meyers, hoofdjurist voor het API, heeft het over een "gecoördineerde campagne van waardeloze, politieke rechtszaken tegen een belangrijke Amerikaanse sector en zijn arbeiders", en "een enorme verspilling van belastingsgeld".

"Handelaars in twijfel"

Deze nieuwe zaak komt niet zomaar uit de lucht vallen. De voorbije zomer was er opnieuw een met recordhittegolven, bosbranden en overstromingen die zonder de klimaatverandering veel minder vaak zouden voorkomen.

Bovendien wordt steeds duidelijker dat verschillende grote oliebedrijven lang gewacht hebben om cruciale informatie vrij te geven. Het oliebedrijf Exxon weet al sinds de jaren zeventig dat het gebruik van fossiele brandstoffen het klimaat doet veranderen, bleek in januari uit nieuw onderzoek. Toen al kon het de huidige opwarming vrij accuraat voorspellen. Toch bleef het zich verder toeleggen op olie en gas.

En ook het Franse energiebedrijf TotalEnergies was zich vijftig jaar geleden al bewust van de risico's, maar communiceerde die amper naar de brede bevolking.

In 2010 beschreven Erik Conway en Naomi Oreskes in hun boek Merchants Of Doubt (“Handelaars in twijfel”) hoe energiebedrijven als ExxonMobil, Chevron en Shell jarenlang klimaatactie tegenwerkten, meer dan 1 miljard dollar investeerden in tegenpropaganda en zelfs wetenschappers betaalden om in de media twijfel te zaaien over de klimaatwetenschap.

BEKIJK - Onlangs wonnen klimaatjongeren een rechtszaak in de staat Montana. Daar moet de staat nu rekening houden met het klimaat wanneer nieuwe wetgeving gemaakt wordt:

Videospeler inladen...

Meest gelezen