Copyright 2023 The Associated Press. All rights reserved.

VRT NWS-journalist Jens Franssen na de ramp in Libië: "Hulp komt op gang, maar hoe ga je dat georganiseerd krijgen?"

De internationale hulpverlening komt stilaan op gang in het noorden van Libië, waar na een storm en dambreuken duizenden mensen vermist of verdronken zijn. Maar dat is geen evidentie in een zwaar gemilitariseerd land, verscheurd door jaren van oorlog, waar nu ook nog eens wegen en bruggen zijn weggespoeld, ziet VRT NWS-journalist Jens Franssen. 

VRT NWS-journalist Jens Franssen is nu in de Libische havenstad Benghazi, zo'n 300 kilometer ten westen van het zwaar getroffen Derna, dat overspoeld werd na de breuk van twee dammen. "Het zeewater is nog altijd ongewoon bruin, na de zware overstromingen die zoveel puin, vuil, olie en duizenden mensen hebben meegesleurd", vertelt hij in "De ochtend" op Radio 1.

Benghazi lijkt het centrum te worden vanwaaruit de internationale hulpverlening, zij het moeizaam, op gang komt. "Hier komt morgen ook een Europees hulptoestel aan, met onder meer die 19 ton hulpgoederen uit België: 240 tenten, een 700-tal slaapzakken en nog eens 4.400 basispakketten met klein materiaal", weet Franssen. "Maar dan moet je daarmee nog die lange rit naar dat rampgebied doen, langs checkpoints, door een rivier waarvan de brug is weggespoeld. De vraag is hoe je dat georganiseerd gaat krijgen."

Want Libië is sowieso al niet de meest evidente plek om te werken. Franssen kan het niet anders omschrijven dan "oorlogsgebied". "Als ik naar alle gebouwen hier rondom kijk, lijkt het alsof ik in Oekraïne ben. Tot een paar jaar geleden werd hier zeer zwaar oorlog gevoerd. Een groot deel van Benghazi is een tijdlang in handen geweest van terreurgroep Daesh (IS, red.). En voordien nog had je de Arabische Lente."

Franssen ziet een "volledig gemilitariseerd" land. "Hier zijn in 10 jaar geen verkiezingen geweest. Je hebt hier twee regeringen die elkaar tegenwerken. Dus ja, dan is het heel moeilijk om hier te werken."

BEKIJK - In "spookstad" Derna: "Net nog 100 lijken uit het water gehaald":

Videospeler inladen...

Lijken in baaien

In Derna zelf heerst nog steeds onduidelijkheid over het aantal slachtoffers. Volgens de VN zouden er al bijna 11.500 doden geteld zijn, een cijfer dat nog kan oplopen. "Dat heeft te maken met het gebrek aan coördinatie, maar ook met aard van de ramp", legt Franssen uit. "Bij een tsunami of aardbeving vallen mensen onder het puin of worden ze landinwaarts geduwd. Maar omwille van de dambreuk is alles hier - van auto's tot mensen - de zee ingespoeld."

Die lijken beginnen nu aan te spoelen. "Alleen gebeurt dat niet noodzakelijk aan de kust in Derna zelf, maar ook in de kleine baaien aan de Libische rotskust. Men zou daar eigenlijk met kleine boten daar moeten gaan zien, maar dat is een huzarenklus."

Xinhua News Agency

Vervuild water

De WHO waarschuwt intussen ook voor gezondheidsrisico's in de getroffen regio. "Een van de grootste risico's is de uitbraak van bacteriële ziektes, want door die grote stormvloed is een deel van het waternetwerk stuk. Veel mensen drinken hier vaak uit waterputten en bronnen, maar de kans is groot dat die vervuild zijn."

BEKIJK - Bewoner Osama toont de ravage: "Mensen vragen: waar is mijn kind? Waar is mijn vader?"

Videospeler inladen...

Volgens Franssen is het nu van tel dat in de eerste plaats enkele bruggen worden heropgebouwd, om de hulpverlening vlotter te laten verlopen. "Er worden nu tenten gestuurd, maar ik vraag me af of daar wel nood aan is. Je ziet hier geen mensen meer op straat slapen. Wellicht heeft dat ermee te maken dat de mensen die het zwaarst getroffen zijn ook gewoon vermist zijn. Dat is anders dan bij een aardbeving: daar kunnen huizen onbewoonbaar zijn, maar de inwoners het wel hebben overleefd. Maar hier kan je wellicht zeggen dat van de huizen die verdwenen zijn, de inwoners ook verdwenen zijn."

Beluister hier het hele gesprek met Jens Franssen in "De ochtend" op Radio 1:

Meest gelezen