Direct naar artikelinhoud
AchtergrondBare Minimum Monday

‘Onze maatschappij steunt op de bijna onverwoestbare overtuiging dat het leven vooral dient om te werken’

Kathleen Vangronsvelt (l.), professor arbeidspsychologie aan de Antwerp Management School: '‘Als je plots beslist om op maandag later te beginnen werken, pleeg je een vertrouwens- en een contractbreuk.’Beeld rv

Ligt u op zondag depressief in de zetel? Dan is TikTok-trend Bare Minimum Monday misschien iets voor u: op maandag zo weinig mogelijk werken. Slimme zet of je reinste onzin? ‘Het is alsof je thuis eenzijdig zou beslissen om plots de was, die je al jaren voor je rekening nam, niet meer te doen.’

Quiet quitting (werken voor je geld, maar niet meer alles voor je job overhebben), lazy girl job (blij zijn met een weinig veeleisende job), en dan nu Bare Minimum Monday. Het lijkt wel alsof TikTok erop gebrand is om de dominante plek die werk in ons leven inneemt tegen het licht te houden.

De nieuwste trend is er eentje voor wie bij het vooruitzicht op een nieuwe werkweek het weekendgevoel vroegtijdig in de vuilnisbak kiepert. De Amerikaanse TikTokker Marisa Jo Mayes deelde haar aanpak om de ‘sunday scaries’ te snel af te zijn en doopte het ‘Bare Minimum Monday’. Maar wie denkt dat Marisa tot de middag in haar bed ligt te snoozen, ziet het iets te eenvoudig.

“Elke maandag werd ik angstig wakker. Ik voelde me overweldigd, alsof ik al achteropliep, en de week was nog niet begonnen”, vertelde ze op het Amerikaanse CNBC. “Door mezelf op maandag minder onder druk te zetten en alleen het werk te doen dat absoluut noodzakelijk was, werd ik weer productiever.”

Concreet ziet haar maandag er zo uit: de eerste twee uren doet ze boodschappen, gaat ze sporten, leest ze een boek of doet ze creatief werk. Geen scherm, geen mails en geen vergaderingen. Daarna volgen drie werkuren. Door die kortere focus meent ze evenveel gedaan te krijgen als op een werkdag van acht uur. Wat is er daar van aan? We vroegen het aan Kathleen Vangronsvelt, professor arbeidspsychologie aan de Antwerp Management School.

Wat denkt u ervan, professor?

“Welzijn op het werk mag sowieso gepromoot worden, want de cijfers van het RIZIV liegen er niet om. Bijna een kwart van alle mensen in langdurige arbeidsongeschiktheid heeft een burn-out of depressie. Minder dan 4 op de 10 medewerkers vinden de werkdruk goed hanteerbaar, en meer dan de helft van de werkgevers ligt wakker van die druk. Ondanks alle fruitmanden en yoga­lessen op het werk, slagen we er niet in die cijfers naar beneden te halen.

“Wat die verhoogde productiviteit betreft: na elke stresspiek hebben we een herstelperiode nodig. Dat is het moment waarop je kunt nadenken over wat je goed hebt gedaan en wat je anders had kunnen doen. Om de zoveel dagen op het werk even ‘helikopteren’ en stilstaan bij de job helpt om vlotter en rustiger te werken.

“Het probleem is dat we de ene piek na de andere inplannen: vergaderingen, deadlines... Ze volgen elkaar razendsnel op. Geen enkele mens kan acht uur aan een stuk geconcentreerd werken. Archimedes kreeg zijn beste ideeën ook pas als hij in bad zat. Door af en toe bewust niets te doen, is onze geest vrijer om nieuwe associaties te maken en verse ideeën te genereren.”

Die lummelperiodes bewust inbouwen, is dus een goed idee?

“Ja, maar of dat nu per se op maandagochtend moet gebeuren, betwijfel ik. Sommige mensen gaan fietsen vooraleer ze hun werk­identiteit opnemen, anderen willen de grootste stressors juist eerst verwerken. Het is best een persoonlijk gegeven.

“Ik moest deze week tweehonderd studenten verwelkomen voor onze Onboarding Days. Had ik dan moeten zeggen: wacht maar een paar uurtjes, ik start traag vandaag? (lacht) Het is natuurlijk iets anders als je er in samenspraak met je collega’s of je baas voor kiest om bijvoorbeeld een dag off­line te werken. Maar niet elke job leent zich daartoe. Wie bij de brandweer werkt, moet reageren op het alarmsignaal of de brand raakt niet geblust.

“Wat niet wegneemt dat we moeten experimenteren met de manier waarop we ons werk invullen. Het klassieke aanwezigheidsbeleid, waarbij bedrijven verwachten dat je Teams-bolletje heel de dag door op groen staat, is niet meer van deze tijd.”

Bare Minimum Monday kan dus makkelijk tot wrevel met de collega’s leiden en tot slechte evaluaties van de baas?

“Naast je regulier arbeidscontract sluit je met je werkgever ook een soort psychologisch contract af, met daarin alle impliciete verwachtingen waaraan een werknemer moet voldoen. Sinds de pandemie is daar wel wat meer soepelheid ontstaan: de laatste uurtjes nog thuiswerken, zoomen met de kinderen op de achtergrond. Dat zien we niet meer als een probleem.

“Maar als je plots op eenzijdige manier beslist om op maandagochtend later te beginnen werken, pleeg je eigenlijk een vertrouwens- en een contractbreuk. Het is alsof je thuis eenzijdig zou beslissen om de was, die jij al jaren voor je rekening nam, niet meer te doen. Ik zou dus toch aanraden om je plannen aan je baas en je naaste collega’s voor te leggen. Maar zeg misschien niet dat je het ‘absolute minimum’ wilt doen.” (lacht)

Schuilt het gevaar ook niet in uitstel­gedrag? Maandagstress wordt dinsdag­stress?

“De vrouw die de trend begon, heeft haar productiviteit zien stijgen, maar ik kan me evengoed voorstellen dat die mindset je niet meer loslaat en je ook de rest van de week op zijn beloop laat. Volgens de zelfdeterminatietheorie moet ons werk drie belangrijke kernbehoeften vervullen: autonomie, een ‘sense of belonging’ – het gevoel dat je geaccepteerd wordt door een groep – en competentiebenutting. We moeten dus nog altijd het gevoel hebben dat we taken tot een goed einde brengen en dat we een impact hebben op de werkvloer.”

En dan is er nog een motivatieprobleem?

“Motivatie komt in twee vormen: intrinsieke en extrinsieke motivatie. Intrinsieke motivatie betekent dat je werkt omdat je er voldoening uithaalt of omdat je wilt bijleren. Bare Minimum Monday lijkt alleen te draaien rond de mate waarin we extrinsieke motivatie ervaren: werken om betaald te worden of om een ontslag te vermijden. Werk lijkt dan wel iets vies, iets waarin je absoluut niet meer dan het noodzakelijke wilt investeren. Het bewandelt dus een dunne lijn tussen meer aandacht voor mentaal welzijn op het werk en, nu ja, onverschilligheid en lamlendigheid.”

‘Onze maatschappij steunt op de bijna onverwoestbare overtuiging dat het leven vooral dient om te werken’
Beeld Zhigang Zhang

Maar het kan wel helpen om de zondagsblues te bestrijden?

“Als je zoveel stress ervaart omdat de week begint, is er wellicht meer aan de hand. Is je werkplek wel gezond? Ligt de werkdruk te hoog? Staat er een toxische baas aan het roer? Heb je genoeg autonomie? Ik hoor van verpleegkundigen dat ze zo veel administratie moeten verwerken dat ze zelf niet meer kunnen kiezen hoelang ze bij een patiënt blijven. Misschien werkt het beter om een ‘maandag-to-dolijst’ te maken, zondagavond extra vroeg te gaan slapen of voldoende pauzes te nemen in de loop van die gevreesde maandag.”

Wijzen trends als quiet quitting en Bare Minimum Monday op een fundamentele omwenteling in de manier waarop we naar ons werk kijken?

“Het lijken eerste stapjes in die richting, maar een omwenteling wordt geen evidente opdracht. Onze westerse maatschappij steunt op de bijna onverwoestbare overtuiging dat het leven vooral dient om te werken. Dat is een overblijfsel van het calvinisme: pas als je een goede werker bent, verdien je een plek in de hemel. Dat werkethos zit diep in onze kern vervat. Te diep.

“Als maatschappij zijn we aan het doorslaan. Het werk dat we doen en de mate waarin we het ‘druk hebben’ is een statussymbool. Vroeger was het omgekeerd. Toen werkten we om te kunnen leven. Hoe rijker men was, hoe minder men werkte. Denk aan de adel. Nu gaat die relatie voor het eerst in de geschiedenis heel vaak niet op. Hoe rijker iemand is, hoe meer die doorgaans werkt. In Amerika gaat die overtuiging nog dieper. Werken is daar een religie. Mensen hangen er hun hele identiteit aan op. Een recipe for disaster, want wat als je dan ontslagen wordt?

“Het zaadje voor die werkmentaliteit planten we in de kindertijd. Zodra we kinderen vragen wat ze willen worden als ze groot zijn, houden we hen voor dat die droomjob het grootste doel is. Maar misschien moeten we werk soms weer meer zien zoals het oorspronkelijk bedoeld is, als een transactionele relatie is: jij doet je werk, in ruil krijg je loon. Simpel.”

En ons werk niet meer organiseren zoals vijftig jaar geleden?

“Toen moesten we werken om veel te produceren. Vandaag ligt de nadruk veel vaker op creativiteit en inventiviteit. En dat vraagt lummeltijd. Daarom dat er ook wat te zeggen valt voor de vierdaagse werkweek. En dan bedoel ik niet tien uur per dag werken in plaats van acht uur, maar echt een dag in de week minder aan dat bureau zitten en dingen doen die je geest ontspannen.”

Het voorstel van de kortere werkweek dus, dat federaal minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS) deze week op tafel legde. Zou die werkregeling effectief voor minder stress en burn-outs zorgen?

“Als we het goed aanpakken wel, hoop ik. Als werk minder centraal in ons leven staat, zullen we op zoek gaan naar andere manieren om onze tijd in te vullen. Ik geloof dat de sleutel tot minder stress en burn-outs ligt in de zinvolle verbinding met elkaar. De tijd nemen om elkaar te helpen, te zorgen voor elkaar, naar elkaar te luisteren, de ander echt te zien.

“Ik denk dat we de laatste jaren te veel ingezet hebben op autonomie, ons ding kunnen doen, ons leven indelen zoals wij het willen. Ten koste van verbondenheid, iets voor de ander doen, jezelf een stukje minder op de voorgrond zetten. Maar dat is slechts mijn mening – ik heb nog een paar jaar onderzoekstijd nodig om dat ook te staven.”

Door AI zal ons werk als vanzelf misschien een minder centrale plek in ons leven innemen. Zullen we daar wel mee kunnen omgaan?

“Ik zag onlangs de documentaire After Work (2023). Een wrang, komisch scenario waarin de regisseur zich afvraagt wat we gaan doen met onze vrije tijd als werk, onder andere door AI, niet meer het belangrijkste in ons bestaan zal zijn. Zullen we ons ooit kunnen bevrijden van dat ‘workisme’, het bijna religieuze geloof dat ons werk onze waarde in de maatschappij bepaalt? De VS worden in die docu uiteraard geportretteerd als ‘No Vacation Nation’, maar in landen als Koeweit is er al heel wat veranderd. Daar hebben werknemers nu al te weinig omhanden. Ze krijgen ‘lege jobs’ toegewezen omdat AI hun oude werk heeft overgenomen.

“De wereld verandert. We kunnen niet blijven werken op de manier van honderd jaar geleden. In 1930 voorspelde de Britse econoom John Maynard Keynes dat mensen in 2030 door automatisatie nog maar vijftien uur per week zouden werken. We zijn er nog niet helemaal. (lacht) Maar toch moeten we nu al nadenken hoe we ons leven gaan kunnen inrichten als AI grote delen van ons werk overneemt. Concepten als Bare Minimum Monday zijn dan eerste, zij het ietwat onhandige probeersels.”

De jeugd neemt daar een voorsprong?

“In onze laatste bevraging in juni 2023 zagen we dat twintigers hun werk minder centraal plaatsen dan dertigers, veertigers en vijftigers. Meestal spelen er niet zo veel generatieverschillen tussen werknemers, maar als het gaat over je werk centraal stellen zien we wel degelijk een opvallend schisma. Het ziet ernaar uit dat de jongste generaties er beter in slagen om hun leven niet te laten domineren door hun werk. Mogelijk zit onder meer de precaire toestand van de planeet daar voor iets tussen.”