Onderwijs

Schooldirecteurs zijn godsdienstvakken liever kwijt dan rijk

Directeur Sven De Schutter.© Lieven Van Assche

‘Een absurde puzzel.’ Zo noemen diverse schooldirecteurs de organisatie van de verschillende godsdiensten en zedenleer op hun school. Ook de onderwijskoepel van steden en gemeenten (OVSG) vraagt een evaluatie.

Jens Vancaeneghem

‘Vandaag hield bijna honderd procent van mijn werkstress verband met de organisatie van levensbeschouwing op de school. Niet alleen vanuit ideologisch standpunt, maar ook wat de draagkracht van een directeur betreft, pleit ik voor de afschaffing van deze vakken.’ Met die tweet gooide Sven De Schutter, directeur van basisschool De Vlieger in Gent, vorige week de knuppel in het hoenderhok. De reacties ­maken duidelijk dat heel wat directeurs worstelen met de organisatie van godsdienst en zedenleer op school.

Openbare scholen – die van steden en gemeenten, de provincies en het Gemeenschapsonderwijs (GO) – hebben de grondwettelijke plicht om de erkende levensbeschouwingen aan te bieden op school. De meeste leerlingen volgen katholieke godsdienst, islam of zedenleer, maar er zijn ook kinderen die protestantse, ­orthodoxe, anglicaanse of israëlitische godsdienst volgen.

‘Wij hebben leerlingen in drie levensbeschouwingen’, zegt De Schutter. ‘Elk jaar moeten ws een absurde puzzel leggen. De leerkrachten levensbeschouwing hebben allemaal uren in andere scholen, ze kunnen maar op zeer specifieke dagen naar jouw school komen. Ze hebben allemaal een eigen lokaal en budget nodig. We zitten al met zwemuren, een sportrooster: dat moet allemaal passen, zeker omdat je de kinderen een evenwichtige dag wilt geven. En dan is er nog een fundamentele kwestie: het klopt mijns inziens niet dat we kinderen met verschillende achtergronden leren samenleven en hen dan apart zetten voor de les levensbeschouwing.’

Meer dan 400 vacatures

Bovendien wordt het voor ­directeurs steeds moeilijker om leerkrachten te vinden voor de levensbeschouwelijke vakken. Voor de godsdiensten en zedenleer geeft de zoekmachine van de VDAB meer dan 400 hits, op 2.423 openstaande vacatures voor leerkrachten in het basis- en secundair onderwijs. Dat die vakken zo’n groot aandeel in de vacatures hebben, heeft te maken met vele kleine opdrachten die bij scholen openstaan. ‘Ik heb nog uren openstaan voor islamitische, rooms-katholieke, protestantse en orthodoxe godsdienst’, zegt Mania Van der Cam, directeur van Tectura Gent-centrum. ‘Die kinderen hebben nu studie of blijven thuis als die uren ’s morgens of ’s avonds vallen.’

Door al die moeilijkheden pleiten diverse directeurs voor de afschaffing van de levensbeschouwelijke vakken. ‘Ik vind het vreemd dat ik een of twee leerlingen een bepaalde levensbeschouwing moet laten volgen, maar geen middelen heb om met kleinere groepen te werken voor de les wiskunde of Nederlands’, zegt directeur Vincent Browet van Middenschool MIRA (GO) in Hamme. ‘Dat zijn dure uren. Ik zou de godsdienstlessen loskoppelen van het officiële lessenrooster en die facultatief aanbieden, bijvoorbeeld in een vijfde uur op woensdag.’

De discussie over de godsdienstlessen staat regelmatig op de politieke agenda. Zo pleiten Vooruit en Open VLD ervoor om ze optioneel te maken, al dan niet met de invoering van een vak rond filosofie en burgerschap. In het GO hebben ze al – na het fiat van de Vlaamse regering – een van de twee uur godsdienst in de derde graad omgevormd naar een vak interlevensbeschouwelijke dialoog, waarin de verschillende strekkingen aan bod komen. Het GO wil dat systeem uitbreiden en ook het stedelijk en gemeentelijk onderwijs vraagt naar zo’n vak in zijn memorandum voor de volgende Vlaamse regering. Die laatste vraagt ook om de organisatie van die vakken te evalueren.

Het thema zal in de aanloop naar de Vlaamse verkiezingen in juni volgend jaar ongetwijfeld weer op de voorgrond treden. Niet het minst omdat ook minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) vindt dat de openbare scholen zelf over de godsdienstlessen moeten kunnen beslissen. ‘Dan moet je helaas eerst de Belgische Grondwet wijzigen’, zegt hij. ‘Daar ben ik helemaal voor: hopelijk wordt dit artikel in de Kamer voor herziening vatbaar verklaard.’