Tussen 1 juli 2022 en 30 juni 2023 zijn er nog 47 nieuwe meldingen geregistreerd bij de opvangpunten voor slachtoffers van seksueel misbruik in een pastorale relatie. Via die opvangpunten, die in 2012 werden opgericht, wilde de kerk komen tot erkenning van de slachtoffers en herstelmaatregelen voor strafbare feiten die verjaard zijn.

Het totaal aantal meldingen komt daardoor op 764. Daarnaast waren er al 628 meldingen bij het Centrum voor Arbitrage, dat van tijdelijke duur was (2012-2015).

Twee derde van de gemelde feiten dateert van meer dan 30 jaar geleden. Op het moment van de melding was 77 procent van de slachtoffers ouder dan 40 jaar. Op het ogenblik van de feiten was 68 procent van de slachtoffers jonger dan 18. Vijf slachtoffers waren zelfs jonger dan 10 jaar. Zes melders op de tien zijn mannen.

Van de beschuldigden is nagenoeg iedereen man. Het gaat om priesters of religieuzen, met uitzondering van twee pastoraal aangestelden en één verantwoordelijke van een christelijke instelling. Op het ogenblik van de melding was bij 60 procent van de daders al overleden.

Bij ongeveer de helft van de slachtoffers werd er financieel tegemoetgekomen aan hun vraag, blijkt nog in het jaarverslag van de opvangpunten. Er zijn ook andere verwachtingen of herstelmaatregelen mogelijk, zoals een gesprek als vorm van erkenning (meer dan 80 procent), een vraag naar begeleiding of een ontmoeting met een verantwoordelijke van het betrokken bisdom of de congregatie.

Lees ook

Tijdlijn | Dertig jaar strijd tegen seksueel misbruik in de Kerk