“Eigenlijk kijk ik met niet zo’n geen goed gevoel terug op mijn resultaat”, is Kopecky eerlijk nadat ze 49 seconden trager was dan Europees kampioene Marlen Reusser. “Dat zij erbovenuit zou steken, leek vooraf al duidelijk. Maar vanaf plek twee ligt het erg dicht bij elkaar. Dus dat is wel jammer. Al is tijdrijden wel een heel eerlijke discipline. Ik zou ook niet weten waar ik vijf seconden sneller gereden zou kunnen hebben. Ik heb gegeven wat ik nog in de benen had. Ik denk niet dat ik mezelf iets kan verwijten.”

“Op bepaalde momenten was het echt wel beuken tegen de wind”, gaf de Belgisch kampioene tijdrijden nog toe. “Zeker op het laatste rechte stuk. Het was een heel lastige tijdrit om in te delen en ik had nooit echt het gevoel dat ik vol met de wind mee kon rijden. Het was continu vechten. Het blijft een beetje dubbel natuurlijk, met plek twee en drie die heel dicht bij elkaar aanliggen. Maar op zich moet ik wel blij zijn. Ik heb uiteindelijk niet het gevoel dat ik ergens iets laten liggen heb.”

Olympische tijdrit?

Of dit een test was voor Kopecky richting Parijs volgend jaar, wist ze zelf nog niet goed in te schatten. “Dat is nog te snel om daarover te oordelen. Ik denk dat we dat nog eens moeten bekijken. Al denk ik wel dat er andere disciplines zijn waar de medaillekansen hoger liggen. Dus is het misschien wel zaak om eerder daar vol op te focussen”, aldus Kopecky.

Zaterdag wacht er Kopecky tijdens de wegrit een nieuwe kans op eremetaal op dit EK. “Het wordt de laatste keer dit seizoen, we zijn hier dus ik denk dat we nog eens met volle goesting ervoor moeten gaan. Ik ben in ieder geval hongerig.”