Direct naar artikelinhoud
Blik op BelgiëBrussel en Houthulst

Brieven van bekende collaborateur belanden op een rommelmarkt: ‘De schaduw over deze geschiedenis blijft hangen’

In de collectie zitten de pakkende afscheidsbrieven van Leo Vindevogel, alsook brieven die hij met zijn broer uitwisselde om over het proces te spreken.Beeld Tim Dirven

Het was een van de belangrijkste processen tegen een collaborateur. Maar de persoonlijke brieven en documenten van Leo Vindevogel, oorlogsburgemeester in Ronse, belandden in Brussel gewoon op de rommelmarkt, zo kwamen ze via een omweg bij museumeigenaar Brecht Schotte terecht.

Waar moet je zijn om oude postkaarten, een diploma uit 1920 of een boek uit 1780 te vinden? In Brussel is er een speciale plek in het hart van de volkswijk Marollen, waar geschiedenisliefhebbers op zoek gaan naar hun schatten. Het Vossenplein is een gratis openluchtmuseum. Enkel als je objecten mee naar huis wil nemen, moet je er betalen.

Op de grijze stenen van het plein liggen de inboedels uitgestald. Voorwerpen die een heel mensenleven zijn bewaard en gekoesterd zijn er te koop voor enkele euro’s. Over de precieze som valt zelfs te onderhandelen. Tussen de kartonnen dozen vond een verzamelaar zo de persoonlijke documenten van Leo Vindevogel.

Voor veel mensen zal deze naam allicht geen belletje doen rinkelen, maar sommige Vlaams-nationalisten beschouwen Vindevogel als een icoon. De oorlogsburgemeester van Ronse werd vlak na de oorlog geëxecuteerd voor collaboratie. Zijn zaak werd een symbooldossier, dat moest bewijzen hoezeer het Belgische gerecht doorsloeg met het bestraffen van collaborateurs.

Van een verzamelaar kon Schotte de documenten op de kop tikken. Volgens hem zijn ze op de Brusselse rommelmarkt beland nadat een familielid van Alfred Vindevogel (de broer van de oorlogsburgemeester) overleed. Schotte laat ons de documenten zien in een hoeve in het West-Vlaamse Houthulst. Een hoeve die hij deels heeft omgebouwd tot museum. In zijn Klein Engeland - The Secret War Museum liggen persoonlijke objecten die vertellen over verzet en collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog.

In de jaren na zijn dood hebben medestanders van Vindevogel geprobeerd om zijn proces te laten herzien. Dat lijkt ook de reden waarom de documenten zijn bewaard. Alfred Vindevogel bleef zich na de oorlog inzetten om de naam van zijn broer te zuiveren. In de collectie zitten de pakkende afscheidsbrieven van Leo Vindevogel, alsook brieven die hij met zijn broer uitwisselde om over het proces te spreken. Historici verwachten niet dat ze nog tot nieuwe inzichten zullen leiden, omdat de zaak uitgebreid is gedocumenteerd, maar het is wel een groot geluk dat ze zijn gered.

In Klein Engeland - The Secret War Museum, het museum van Brecht Schotte in Houthulst, liggen persoonlijke objecten die vertellen over verzet en collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog.Beeld Tim Dirven

‘Duitschgezind’

Niet veel mensen zouden vlak na het einde van de Tweede Wereldoorlog nog openlijk zeggen dat ze ‘Duitschgezind’ waren, maar in de rechtszaal deed Vindevogel dat wel. Zo’n sympathie was volgens hem nog geen misdaad: “Ik heb alleen eene meening uitgedrukt, geene daden gesteld.” Maar daar dachten zijn aanklagers anders over.

Zij beschuldigden hem ervan dat hij tijdens de bezetting zeer nauw met de Duitsers samenwerkte. Vindevogel stuurde bijvoorbeeld briefjes uit, waarin hij Ronsenaren ontbood op het stadhuis. De personen die zich kwamen aanbieden, werden meteen door de Feldgendarmerie gearresteerd en naar Duitsland gestuurd om er te werken. In de mappen die zijn broer over het proces bijhield, zitten zulke uitnodigingsbriefjes. Vindevogel vraagt erin aan Ronsenaren om zich “zoo gauw mogelijk” of op een welbepaald tijdstip aan te bieden.

Behalve de uitnodigingsbriefjes waren er nog enkele elementen, die zijn samenwerking met de Duitsers bewezen. Vindevogel gaf ook de namen van smokkelaars en communisten door. Voor dat verklikken is hij in de ochtend van 25 september 1945 terechtgesteld. “Als zijn proces een paar jaar later had plaatsgevonden, had hij waarschijnlijk wel een lichtere straf gekregen”, zegt Cegesoma-historicus Nico Wouters, die een wetenschappelijk artikel over deze zaak publiceerde. Hij ontkrachtte ermee de mythevorming die er rond Vindevogel is ontstaan en beargumenteert waarom zijn straf paste in de toenmalige context en rechtspraak.

Dat Alfred de dood van zijn broer moeilijk kon verkroppen, leiden we af uit alle brieven die hij heeft verstuurd naar notabelen. De documenten die op het Vossenplein zijn aangetroffen, onderstrepen dat het verhaal van Vindevogel niet bij zijn executie is gestopt. “Dat toont ook aan waarom het eigenlijk nooit een goed idee is om de doodstraf uit te voeren”, zegt Wouters. “De emoties rond deze zaak zijn zo sterk dat je ze niet meer met feiten kunt weerleggen. De schaduw over deze geschiedenis blijft hangen.”