Direct naar artikelinhoud
ReportageSeksverslaving

Een seksverslaving is vooral destructief: ‘Ik liet me gebruiken. Het was een manier om graag gezien te worden’

Ciska De Smedt, seksuoloog en klinisch psycholoog: ‘Men wil de stress en de pijn verdoven, maar die komt snel weer terug.’Beeld Getty Images

Het klinkt misschien geil of spannend. Of als een zwak excuus. Maar een seksverslaving is vooral destructief, voor de verslaafde en zijn omgeving. Niet zelden is het een reactie op een onverwerkt trauma. ‘Ik trok een fles open en bekeek de hele dag porno.’

Tegenwoordig valt de term ‘seksverslaafd’ wel vaker. Wereldsterren zijn het. De moordenaar van Ilse Uyttersprot is het. Een recente gast in de podcast van Esther Perel. En u misschien ook wel, of iemand in uw omgeving. Officiële cijfers over ons land zijn er niet, maar in juni kopte Het Laatste Nieuws dat een kwart miljoen Belgen met een seksverslaving kampt. In Nederland gaat het om zo’n 2,3 procent van de mannen en 0,2 procent van de vrouwen. Allemaal de schuld van de pornoficatie van de maatschappij? Of zit de oorzaak toch wat dieper?

Volgens de bekende trauma- en verslavingsdeskundige Gabor Maté – auteur van onder meer Hongerige geesten, de psychologie van verslaving – is verslaving geen keuze, maar ook geen ziekte. Hij zegt dat alle vormen van verslavingsgedrag op trauma berusten. Dat wordt evenwel zelden onderkend. Veel zorgverleners richten zich vooral op de behandeling van gedrag, in plaats van de onderliggende pijn te helen.

Een seksverslaving is vooral destructief: ‘Ik liet me gebruiken. Het was een manier om graag gezien te worden’
Beeld Jill Heesbeen

Seksueel bevrijde vrouw

Op haar drieëntwintigste gebruikte Leen* (33) regelmatig xtc om onaangename emoties voor euforie in te wisselen. Maar meer nog was ze verslaafd aan seks. “Ik had onenightstands met zowel friends with benefits als met onbekende mannen. Ik zat op Tinder, deed de hele dag aan sexting. Mijn seksuele honger was onverzadigbaar, alles liet ik ervoor vallen. Werk, vrienden, hobby’s… Ik was er altijd mee bezig.” Afspreken gebeurde bij haar of de man in kwestie. “Meestal gingen we meteen naar boven. Soms bleven we voor de vorm een kwartiertje praten. Eén keer gebeurde het in een hotel, alsof ik een callgirl was.” Leen stond nooit stil bij de risico’s. “Het had heel fout kunnen lopen. Maar ik wilde bevredigd worden, alleen dat was van tel.”

Meestal vond ze die bevrediging niet. “Ik liet me gebruiken. Het was een manier om graag gezien te worden en voor de realiteit te vluchten.” Haar vriendinnengroep vond dat zij hun seksualiteit moesten omarmen als ‘bevrijde vrouwen’. “De groepsdruk om een actief seksleven te hebben, was groot. Zij werden ook losbandiger door mijn verhalen. En ik maakte wat mee. Zo had ik een onenightstand met een onbekende, die niet eens de man bleek met wie ik net had gechat, maar zijn vriend. Of ik had seks met een kerel die nadien zei: ‘Zo, nu snel weer naar mijn vriendin, zij weet van niets.’ Ik vermoed dat hij ook verslaafd was.”

Leens honger werd nooit gestild. “Nadien voelde ik me leeg en gebruikt. Ik schaamde me enorm. Soms ging ik al huilend meteen op zoek naar nieuwe contacten om het niet te hoeven voelen.” Toen kwam de wake-upcall. “Ik ging met een onbekende mee. Hij bleek reusachtig geschapen. Tijdens de seks begon ik te bloeden, ik was helemaal kapot vanonder. Afschuwelijk. Ik heb zijn lakens nog staan uitwassen. Nadien kreeg ik een zware infectie en moest ik langdurig herstellen.”

Kort daarop werd Leen opgenomen in de psychiatrische afdeling van een ziekenhuis. “Ik had een traumastoornis ten gevolge van een complex, vroegkinderlijk trauma. Als kind werd ik emotioneel verwaarloosd en mentaal mishandeld, en was ik getuige van huiselijk geweld. In therapie heb ik aan mijn verslaving gewerkt. Er was een ruimdenkende praatgroep met andere verslaafden waarin ervaringen oordeelloos werden gedeeld. Dat hielp enorm.”

Na haar opname kwam Leen haar huidige partner tegen. “We hebben een mooie relatie. Seksueel is het zeer respectvol. Hoewel de honger naar vernederende seks blijft, kies ik bewust voor deze gezonde vorm van seks.” Leen schaamt zich wel nog. “Mijn lief weet dat er andere mannen zijn geweest, maar de details kent hij niet.” Maar omdat ze nu zelf begrijpt van waar haar verslaving kwam, kan ze zichzelf ook wat meer vergeven. “Omdat ik als kind geen liefde kende, ging ik later intimiteit en connectie in het seksuele zoeken.” Aanrakingen gaven haar de indruk geliefd te zijn. “Maar zodra zo’n man weg was, voelde ik me afgewezen en eenzaam. Het vertrouwde gevoel van mijn kindertijd. Mijn seksverslaving was een manier om die leegte niet te hoeven voelen: ik wilde letterlijk en figuurlijk gevuld worden.”

Intussen heeft Leen de diagnose ‘borderline persoonlijkheidsstoornis’ – ook wel emotieregulatiestoornis – gekregen. “Ik heb inderdaad veel moeite om mijn emoties te reguleren. Ik kan plotse uitbarstingen hebben. Overvallen worden door paniek of dissociëren. Maar ik heb niet de manipulatieve trekjes en agressie die aan borderline worden gelinkt.” Indien haar huidige partner haar zou verlaten, vreest Leen wel dat ze kan hervallen.

De term ‘seksverslaving’ staat niet in de DSM, de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. Wel spreekt men in de seksuologie van ‘een obsessief-compulsieve stoornis met een sterk seksueel aspect’. Een andere definitie is ‘een gebrekkige impulsbeheersing’. Het gaat dan om een dwangmatige seksuele gedragsstoornis.

Seksuoloog en criminoloog Alexander Witpas is ook geen voorstander van de term ‘seksverslaving’. “Het leed is zeer reëel,” zegt hij. “Maar of het effectief om een verslaving gaat? Er zijn verschillende klinische termen om een psychische stoornis te beschrijven die wordt gekenmerkt door het onvermogen je seksuele gedrag te beheersen. Hyperseksualiteit. Seksuele compulsiviteit. Een sterke seksuele impulsiviteit. Dit gedrag noemt men vaak metaforisch een seksverslaving. Maar het kan om een probleem met de impulsbeheersing gaan. Of het gevolg zijn van een depressie of een persoonlijkheidsstoornis.” En soms is het gewoon een kwestie van opportuniteit, zoals bij beroemdheden met gewillige fans.

Ook seksuoloog en klinisch psycholoog Ciska De Smedt spreekt liever van de klinische diagnose ‘hyperseksualiteit’. “Daar zijn veel hypothesen over, maar nog weinig duidelijkheden.” Omdat er tegenwoordig wel meer aandacht is voor mentaal welzijn, en steeds meer mensen ook de eerder genoemde pornoficatie in vraag stellen, krijgt hyperseksualiteit meer erkenning en durven mensen ook makkelijker in therapie te gaan. “Bij hyperseksualiteit moet je steeds de achterliggende redenen onderzoeken. Als er een probleem is met de impulsbeheersing, kan dit voortkomen uit pakweg ADHD. Of OCD (obsessive compulsive disorder, red.), een angststoornis die wordt gekenmerkt door obsessies en herhaaldelijke, dwangmatige handelingen. Maar het kan zeker om een verslaving gaan. In dat geval is trauma vaak de onderliggende oorzaak.”

Getuige Leen* (33): ‘Ik heb nu een mooie relatie. Hoewel de honger naar vernederende seks blijft, kies ik bewust voor deze gezonde vorm van seks.’Beeld Jill Heesbeen

Wel of niet verslaafd

Bij het vaststellen van zo’n verslaving is de ‘lijdensdruk’ een belangrijk aspect. In welke mate heeft het gedrag negatieve gevolgen op iemands leven en omgeving? De Smedt: “Een seksverslaving is niet geil of spannend, maar zeer destructief. Je bent er altijd mee bezig en daardoor kun je alles verliezen: relaties, hobby’s, werk. Er zijn mensen die soa’s oplopen of tot bloedens toe masturberen.”

Maar om de schuld nu op porno te schuiven? “Natuurlijk doet die ongelimiteerde toegang tot opwinding iets met een mens. Maar niet iedereen krijgt een probleem. Je kunt dagelijks porno in je seksbeleving betrekken; als dit geen negatief effect heeft op je leven en seksualiteit, is er niets mis. Kijk je maar één extreem filmpje per week en heeft dit wél een negatief effect, dan is er wél een probleem.”

Soms grijpen we ook wel iets te snel naar het label ‘seksverslaafd’. In hun praktijk zien zowel Witpas als De Smedt koppels waarbij de ene partner de andere seksverslaafd noemt. “Er was een stel waarvan de vrouw geen enkele interesse had in seks en de man zijn behoeftes bevredigde via masturbatie”, zegt Witpas. “Hij werd betrapt, beloofde te stoppen, werd weer betrapt. Voor zijn vrouw was zijn zogenaamde seksverslaving pas opgelost wanneer ook hij totaal geen seksuele interesse meer had.”

De Smedt: “Mensen lezen lijstjes op Instagram en besluiten dat hun partner een probleem heeft. In werkelijkheid gaat het dan om een afstemmingsprobleem. Er is een verschil in noden en overtuigingen. Opvoeding, religie en cultuur spelen een rol, alsook een ander libido. Vaak wordt de beschuldigende partner gedreven door schaamte.”

Het cliché wil dat een seksverslaving sneller aan mannen wordt gelinkt. De Smedt: “Bij vrouwen wordt emotionaliteit meer getolereerd. Mannen hebben dat juist vaker afgeleerd. Van hen wordt eerder verwacht dat zij tot actie overgaan en altijd zin hebben.

Daardoor ontstaat er veel prestatieangst. Maar als je beseft dat een seksverslaving uit trauma kan voortkomen, begrijp je dat vrouwen even kwetsbaar zijn.”

Een trio met tegenzin

De ouders van Lisa* (25) scheidden kort na haar geboorte. Haar vader was getekend door een traumatische jeugd vol misbruik en mishandeling. “Mijn papa gaf mij als kind geen enkele vorm van liefde, respect, erkenning of bescherming. Integendeel. Hij vond mijn aanwezigheid vervelend en ging aanhoudend over mijn grenzen.” Omdat Lisa opgroeide in een verder voornamelijk vrouwelijke omgeving, bleef haar vader haar referentiepunt inzake mannen. “Op de humaniora leerde ik mensen kennen die niet hetero waren. Zelf bleek ik panseksueel. Ik voel me aangetrokken tot iemands persoonlijkheid, of die nu man, vrouw, trans of non-binair is. In die tijd had ik twee relaties met vrouwen en was ik verliefd op een non-binair persoon. Ik wilde nooit een man zoals mijn vader.”

Op haar tweeëntwintigste ontmoette Lisa Derek*, een vijftien jaar oudere man met een beladen verleden, en ze werd passioneel verliefd. “Achteraf bekeken was hij toch een kopie van mijn vader. Derek vond mij wel goed om seks mee te hebben, maar geen relatiemateriaal. Zo pijnlijk. Opnieuw was ik ongewenst.” Lisa behaagde Derek zoveel als ze kon, maar telkens gaf hij een andere reden waarom een relatie onmogelijk was. Tot driemaal toe kreeg hij een vriendin, met wie hij zogenaamd een monogame relatie had, maar die hij bedroog met Lisa. “Intussen eiste hij dat ik hem trouw bleef. Uit verzet begon ik achter zijn rug met andere mannen te slapen. Dit gaf me de indruk wél gewild te zijn. Ik stelde me enorm seksueel op, dat vonden die mannen leuk. Zo ontstond mijn seksverslaving.” Vaak ging Lisa met onbekenden naar bed. “Ik heb veel risico’s genomen en onveilige seks gehad. Op een bepaald moment had ik een soa. Sindsdien vrij ik met condoom.”

Intussen duurde de verhouding met Derek voort. “Hij zei dat zijn huidige vriendin een stuk saaier was in bed en dat hij me niet kon missen. Hij wilde een trio en tegen mijn zin stemde ik toe. Al gauw was hij alleen met haar bezig. Ik lag er voor niets naast en voelde me vernederd en afgewezen. De volgende dag zei ik dat ik dit niet meer kon. Hij vond dat ik het van me moest afzetten en probeerde me te kussen.”

Lisa’s omgeving hield steeds rekening met haar vaders extreme kindertijd. Zijn gedrag werd vergoelijkt: ze zeiden dat hij er niets aan kon doen. “Zo leerde ik dat het oké is als een man je pijn doet. Maar als je iemand niet aanspreekt op zijn daden, geeft die zijn pijn gewoon door. Mijn seksverslaving is nog niet voorbij. Ik ben verslaafd aan dating-apps, porno en masturbatie, en vecht er dagelijks tegen.”

Momenteel is Lisa opgenomen in het ziekenhuis. Ze heeft FNS, een functionele neurologische storing, die de signaalgeving van de hersenen aan het lichaam belemmert. “Soms kan ik opeens niet meer wandelen, schrijven of praten. Gelukkig valt het te genezen. Er is me gezegd dat ik, vanwege mijn emotioneel gevaarlijke vader, ben gaan dissociëren. Doe je dat in extreme mate, dan verbreek je de verbinding tussen hoofd en lijf. En inderdaad, ik zit niet in mijn lijf. Seks was een manier om de pijn niet te hoeven voelen.” Het afgelopen jaar is Lisa obees geworden en daar heeft ze het moeilijk mee. “Het beperkt me in mijn verslaving, ik vind minder ‘kandidaten’. Tegelijk wil ik dat eigenlijk ook niet meer. Ik wens mezelf nu eindelijk een veilige, liefdevolle omgeving om te helen. Na mijn opname ga ik in therapie.”

Getuige Lisa* (25): ‘Derek bleek toch een kopie van mijn vader. Hij vond mij goed om seks mee te hebben, maar geen relatiemateriaal. Zo pijnlijk. Opnieuw was ik ongewenst.’Beeld Jill Heesbeen

Dopamine

Een verslaving die voortkomt uit trauma, dient om heftige emoties te verdoven of te verdringen, en om een gemis of een gebrek in te vullen. Veel trauma, zo klinkt het bij experts, dateert uit de kindertijd. Met de jaren wordt dat meer ingekapseld, waardoor het trauma vaak onverwerkt en onbewust blijft. “In het geval van een seksverslaving wordt er veelal gezocht naar liefde en intimiteit”, zegt De Smedt. “Men wil de emotionele stress en de pijn verdoven. Die gaat even weg maar komt snel weer terug. Dan voelt de verslaafde zich schuldig en beschaamd, en kan hij zichzelf verafschuwen.”

Inmiddels is geweten dat vroegkinderlijk trauma je neurotransmitters beïnvloedt. Een goed gereguleerd brein maakt voldoende serotonine aan − het zogenoemde gelukshormoon. Hetzelfde geldt voor dopamine, een stofje dat activeert, zelfvertrouwen geeft en beloont. Bij iemand die getraumatiseerd is, bestaat er een tekort aan deze stoffen. De Smedt: “Hierdoor kun je op zoek gaan naar ervaringen waardoor er alsnog meer van die stoffen worden aangemaakt. Het brein wil regulatie, wat kan resulteren in hoog risicogedrag en impulsiviteit.”

Trauma maakt een mens dus verslavingsgevoeliger. De Smedt: “In het geval van PTSS (posttraumatisch stresssyndroom, red.) zijn mensen extreem alert voor gevaar en verkeren ze voortdurend in de vecht-of-vluchtmodus. Een verslaving helpt om daar even uit te ontsnappen en niet altijd ‘aan’ te staan.” Maar zo kan het seksuele overaanbod in onze maatschappij natuurlijk wel problematisch worden. “Als je getraumatiseerd bent en er is een voortdurende echte of virtuele toegang tot seks die jou een enorme high bezorgt, dan is dit zéér verslavend. Niet de seks op zich, maar de dopamine die erdoor vrijkomt.”

Ouders kunnen dit patroon van verslaving ook onbewust installeren. Als je als kind leert dat je alleen voldoet indien je enorme prestaties levert, kun je zeer angstig worden om niet te voldoen. Je gaat dan manieren zoeken om toch te scoren. In je volwassen leven kan dit eventueel in een seksverslaving uitmonden.

Maar ook je hechtingsstijl heeft impact. Groei je niet op in een veilige haven, dan kun je onveilig gehecht raken en heb je meer (verlatings)angst. “Wie onveilig gehecht is, is vaak ook bang voor seks en intimiteit. Een seksverslaving kan dan een verregaand copingmechanisme worden: een manier om met die angst om te gaan.”

Alexander Witpas voegt daaraan toe dat seksueel misbruik in de kindertijd ook aan de grondslag van zo’n copingmechanisme kan liggen, omdat het een gezonde seksuele ontwikkeling verstoort, alsook de vrije beleving van opwinding en intimiteit.

Maar je kunt door trauma ook andere verslavingen ontwikkelen, zoals een shop-, werk-, alcohol-, drugs- of eetverslaving. Soms in combinatie met een seksverslaving. Ciska De Smedt treedt Gabor Maté dan ook bij: “Een verslaving wordt wel vaker een ziekte genoemd, maar in veel gevallen is het een symptoom.”

Krop in de keel

Als tiener voetbalde Stef* (47) bij een bekende club. Hij was getalenteerd en zijn vader had hoge verwachtingen. Maar hij was ook een gevoelig kind – intussen weet hij dat hij hoogsensitief is – en voelde zich niet thuis in die drukke, competitieve wereld. “Van mijn vader moest ik almaar meer presteren. De lat lag superhoog.” Stef trainde van ’s morgens tot ’s avonds laat. “Als ik dan thuiskwam, vroeg hij niet of ik me geamuseerd had, maar hoeveel ballen ik hoog had gehouden. Het was nooit genoeg.”

Toen Stef ouder werd, begon hij te drinken. “Om mezelf af te stompen en vlot te doen met de andere voetballers. Ik was intussen profvoetballer en kende geen grenzen. Ik belastte mijn lichaam.” Stef kreeg een blessure die het einde van zijn carrière betekende. “Mijn vader was woest. Sindsdien hebben we daar al dertig jaar helse ruzie over. Hij gelooft dat ik er gewoon geen zin meer in had.” Desondanks ziet Stem hem wekelijks, in de hoop dat hij ooit toch een schouderklopje zal krijgen. “Nu hij met zijn gezondheid worstelt, nemen de discussies wel af.”

Tot zijn vijfentwintigste woonde Stef bij zijn ouders. Hij ging naar een jongensschool, trainde veel. Contact met vrouwen was zeldzaam. “In hun bijzijn was ik erg onzeker. Op mijn vijfentwintigste ontmoette ik Nadia*. We gingen meteen samenwonen, kregen kinderen. Het ging veel te snel. Na enkele jaren leefden we al naast elkaar. We werkten hard en pasten niet bij elkaar.” Stef begon te fantaseren over het vrijgezellenleven. “Ik was eenzaam en ongelukkig, en begon nog meer te drinken. Dat combineerde ik met porno kijken en masturberen. Klaarkomen was een shotje geluk, maar het ging snel over. En het was nooit genoeg.”

Na zijn scheiding gingen alle remmen los. “Ik sloot mezelf op met mijn laptop en een voorraad alcohol. ’s Morgens trok ik al een fles open, nog dronken van de vorige dag, en keek de hele dag porno. Ik bezocht ook datingsites en chatte met diverse vrouwen.” Een match vond hij al opwindend genoeg, afspreken deed hij niet. “Daarvoor was ik te dronken. Maar ik wilde ook alleen klaarkomen. Ik chatte met de meest uiteenlopende vrouwen en die afwisseling was verslavend. Al gauw werd ik niet meer opgewonden van een decolleté. Net zoals je niet meer dronken wordt van één pint maar een hele bak nodig hebt.”

Bovendien was omgaan met vrouwen nog steeds een opgave. “Ik twijfelde enorm aan mezelf. De vele onlineveroveringen waren een soort wraak. Op een bepaald moment chatte ik met een vrouw die al vijf jaar nuchter was. Ze merkte dat ik dronken was en overtuigde me te stoppen. Ik heb dat toen een weekend gedaan en was trots. Een weekend werd één maand. Intussen ben ik al vele jaren nuchter. Gedurende dat hele afkickproces is zij me online blijven steunen.”

Omdat Stef niet meer dronk, had hij meer energie en kon hij autorijden. Hij ging over tot échte afspraakjes. “Zonder de drank kon ik presteren. En ik zocht bevestiging. Nog steeds was het nooit genoeg. Onbekenden, friends with benefits, oudere vrouwen… Het voelde veilig om mijn hart niet open te stellen.”

Stef is nooit in therapie gegaan. Wel ontmoette hij een vrouw die traumatherapeut was, en hem zei dat hij niets hoefde te bewijzen met seks. “Dat kwam aan. Ik begreep dat ik nog vastzat in het patroon van vroeger, toen ik van mijn vader moest presteren. Ik was als kind enorm bang om te falen. En nog steeds.” Sindsdien oefent Stef zijn zelfbeheersing. “Tantra (een spirituele traditie gericht op geestelijke groei door middel van yoga en seksualiteit, red.) helpt me om constructief met mijn seksuele energie om te gaan. En ik sport veel. Onlangs heb ik enorm genoten van een surfvakantie. Er waren ook vrouwen, maar omdat ik zo’n plezier had, was ik daar niet mee bezig.” Intussen voelt Stef dat de oplossing voor zijn verslaving in zichzelf ligt. “Ik wil mijn hart openen en echte verbinding ervaren. Laatst zag ik een leuke vrouw en heb ik haar met een krop in de keel aangesproken. Ik voelde: dit is wat ik wil, een liefdevolle relatie met één persoon.”

Krop in de keel
Beeld Jill Heesbeen

Sexaholics Anonymous

In tegenstelling tot pakweg een alcoholverslaving kun je bij een seksverslaving moeilijker aan geheelonthouding doen. Witpas: “Alcohol is een product dat je kunt schrappen. Seksualiteit is een dimensie en behoort tot je identiteit en relationele leven. Dat ligt dus ingewikkelder.”

Bij Sexaholics Anonymous België wordt het twaalfstappenprogramma van de AA gevolgd. Daar mogen gehuwde mensen alleen seks hebben met hun partner. Overspel en masturbatie zijn er verboden.

In haar praktijk ziet Ciska De Smedt vooral seksverslaafden die nooit hebben geleerd om hun emoties te reguleren. Zij leren dit dan alsnog in therapie. Ook leren ze zich te verbinden met hun lijf en te onderzoeken of ze écht opgewonden zijn of afleiding zoeken. Masturberen is makkelijk. Nieuw, constructief gedrag installeren kan in het begin moeilijk zijn. Maar oefening baart kunst. “Het is belangrijk dat hun nieuwe copingmechanisme binnen hun interesseveld past. Yoga bijvoorbeeld. Of hartcoherentie-oefeningen (wetenschappelijk bewezen ademtechniek die je hart en brein tot rust brengt en je weerbaarder maakt tegen stress, red.). En soms is het gewoon koekjes bakken. (lacht) Herstellen van trauma is vaak een levenslang werk, met triggers en valkuilen, maar binnen dat proces kun je als mens wel heel mooi groeien.”

* De namen van de getuigen zijn pseudoniemen. Hun echte namen zijn bij de redactie gekend.