Hulp nodig in het huishouden? In Vlaanderen kan je een huishoudhulp betalen met een dienstencheque van 9 euro per uur. 1,8 euro daarvan is fiscaal recupereerbaar. Maar de kans is heel groot dat je binnenkort meer zal betalen. Op de tafel van de Vlaamse regering ligt een voorstel om de cheques duurder te maken. Ofwel door de prijs op te trekken, ofwel door het fiscaal voordeel terug te schroeven. Minister van Werk Jo Brouns (CD&V) heeft dat voorstel meegebracht naar de begrotingsonderhandelingen.

Hij zou daarmee tegemoetkomen aan een vraag van de sector zelf. De dienstenchequebedrijven voeren al een tijdje de druk op om de inruilwaarde op te trekken. Het bedrag dat de bedrijven krijgen per dienstencheque is 26,98 euro, waarmee ze onder meer het loon van de huishoudhulpen betalen. Maar de sector wilde een verhoging met vijf euro, omdat de kosten doorheen de jaren fors zijn opgelopen. Ze liet in het midden of de overheid dan wel de consument dat extra bedrag moest betalen.

Minister Brouns kijkt dus naar de consument om meer te betalen, al ligt een verhoging met 5 euro niet op tafel. Het verhoogde bedrag zou vervolgens doorstromen naar zowel de dienstenchequesector als de overheid zelf, om de begroting wat te spekken. Maar helemaal zeker is dat nog niet. Coalitiepartner N-VA zou grote bedenkingen hebben bij zijn voorstel.

Het is misschien wel de moeilijkste oefening van de begrotingsbesprekingen die de Vlaamse regering vrijdag voert: waar kan er geld gehaald worden? Naast de dienstencheques wordt ook gekeken naar de doelgroepkorting voor bedrijven. Dat voordeel voor het aannemen van vooral oudere werknemers kan wat teruggeschroefd worden door bijvoorbeeld de leeftijdsgrens op te trekken. Die maatregel kan 100 miljoen euro opbrengen, al kan er met dat bedrag nog gespeeld worden.

Wenslijstjes

Die extra inkomsten en besparingen moeten ervoor zorgen dat er ruimte is voor nieuwe investeringen. Want daar zijn de wenslijstjes van de regeringspartijen uitgebreid. Zoals bekend vraagt minister van Welzijn Hilde Crevits (CD&V) extra geld voor de kinderopvang. En geen klein bedrag: maar liefst 330 miljoen per jaar. De andere partijen zijn bereid die investering te doen. Al plaatsen ze er een aantal voorwaarden tegenover, bijvoorbeeld rond hervormingen in de sector. En wellicht wordt er een groeipad afgesproken om niet te veel geld in één keer te moeten vrijmaken.

Maar daar stoppen de wenslijstjes niet. Zoals de traditie het wil, vragen de andere regeringspartijen een pakket in dezelfde grootteorde. Open VLD zet fors in op een uitbreiding van de jobbonus, een extraatje voor de laagste lonen. Ook het leerlingenvervoer in het bijzonder onderwijs en het turboplan rond integratie van minister Bart Somers (Open VLD) schreeuwen om extra middelen. N-VA zet dan weer fors in op een verlaging van de energiefactuur.

Minister Zuhal Demir (N-VA) legt opnieuw de knip in de groenestroomcertificaten op tafel. Het geld dat sommige bedrijven krijgen voor hun zonnepanelen zou zo kunnen terugvloeien naar de consument. Maar Open VLD wil haar verzet daartegen niet staken. Plan B is een eenmalige verlaging van de energiefactuur. Ook voor de strijd tegen het lerarentekort en het planten van nieuwe bomen wordt hoogstwaarschijnlijk een potje vrijgemaakt.

Die uitgaven oplijsten is niet zo’n moeilijke oefening. Over de besparingen zal iets langer gediscussieerd worden. Maar voor N-VA, de grootste regeringspartij, is het heel belangrijk dat de meeruitgaven allemaal gecompenseerd worden. Minister van Begroting Matthias Diependaele (N-VA) wil immers vasthouden aan een begrotingsevenwicht in 2027. Dat illustreerde hij nogmaals aan de start van de ministerraad door binnen te wandelen met het Nieuwsblad-boek Vrolijke Vrekken.