De Standard-supporters leefden op hoop na de overwinning van vorige week in Eupen. De vier late zomeraanwinsten (Alzate, Hayden, Sowah en Djenepo) maakten een prima eerste indruk, er zat weer schwung in het spel en het doelpuntentotaal werd in één wedstrijd verdubbeld. Die hoop werd vrijdagavond opnieuw de kop ingedrukt met een scoreloos, maar vooral troosteloos gelijkspel tegen hekkensluiter Westerlo. “Een gelijkspel tegen de laatste in de stand is niet goed genoeg”, besefte ook doelman Arnaud Bodart.

In hetzelfde bedje ziek

Standard was wel de betere ploeg, maar was in hetzelfde bedje ziek als voor de interlandbreak. Te weinig uitgespeelde kansen. Bolat moest geen wereldreddingen verrichten om zijn netten schoon te houden. Kanga mikte tien minuten voor tijd de beste kans recht op de Zonhovense goalie. “In voetbal draait het om doelpunten maken”, aldus Bodart nog. “Op onze mentaliteit en agressiviteit viel niets aan te merken, maar de afwerking ontbrak. In Eupen waren we killers voor doel, maar hier lukte dat niet. Dat is frustrerend, ja.”

Hoefkens heeft nog werk

“Ik ben tevreden met de prestatie van mijn ploeg”, verraste coach Carl Hoefkens met zijn reactie na de wedstrijd. “Als we dat doelpuntje hadden gemaakt, dan hadden we een bijna perfecte wedstrijd gespeeld. Defensief hebben we niets weggegeven en aanvallend hebben we meer dan genoeg gecreëerd om deze match te winnen. Dat het publiek ontevreden was? Dat snap ik. We moeten boos en ontevreden zijn, maar we mogen niet in negativiteit vervallen. Als we blijven spelen zoals na de rust, gaan we dit seizoen nog veel wedstrijden winnen.”