Direct naar artikelinhoud
NieuwsSeptemberverklaring

Diependaele weerlegt kritiek op premies voor elektrische wagen: ‘Focussen op onderste delen van de werkende middenklasse’

Minister van Begroting Matthias Diependaele (N-VA).Beeld Eric de Mildt

Er klinkt kritiek op de beslissing van de Vlaamse regering om premies te geven voor de aankoop van een elektrische wagen, maar niet te investeren in het openbaar vervoer. Minister van Begroting Matthias Diependaele (N-VA) verdedigt die keuze: ‘We willen ook particulieren aanzetten tot het kiezen van een elektrische auto.’

Wie in 2024 een elektrische wagen aankoopt die minder kost van 40.000 euro, krijgt daarvoor een premie van 5.000 euro, zo kondigde minister-president Jan Jambon (N-VA) gisteren aan in zijn septemberverklaring. De kosten voor die maatregel worden op 20 miljoen euro per jaar geschat, terwijl er voor De Lijn heel wat minder financiële middelen voorzien zijn, klaagt oppositiepartij Groen aan.

Minister van Begroting Matthias Diependaele (N-VA) is niet akkoord met die kritiek, zo zegt hij in De ochtend op Radio 1. Er zijn wel degelijk meer middelen vrijgemaakt, onder meer voor het bijzonder leerlingenvervoer, en door de ticketprijzen van De Lijn al twee keer niet te indexeren, is volgens de N-VA-minister al 24 miljoen niet doorgerekend aan de burger, “terwijl de NMBS de ticketprijzen wel heeft verhoogd”.

Particulieren

Toch lijkt het alsof de Vlaamse regering kiest voor de auto en niet voor het openbaar vervoer, maar daarvoor is volgens Diependaele wel wat te zeggen: “Elektrische wagens worden nu hoofdzakelijk aangekocht als bedrijfswagen. Als particulieren nu de keuze maken voor een nieuwe wagen, willen we ze met deze ondersteuning aanzetten tot het kiezen van een elektrische wagen in plaats van een wagen met verbrandingsmotor.” Hij benadrukt dat deze premie, in tegenstelling tot oude premies, ook geldt voor goedkopere modellen en de tweedehandsmarkt.

Lees ook

Show me the money! Waar haalt de Vlaamse regering haar geld vandaan? Bij zonnepanelen, bijvoorbeeld

Meer dan ooit profileert deze Vlaamse regering zich als het kabinet van het mattheuseffect: wie al heeft, krijgt nog meer

Dat de maatregelen uit de septemberverklaring vooral de middenklasse ten goede komen, beschouwt Diependaele niet als kritiek. “Voor wie niet werkt zijn de uitkeringen steeds verhoogd, waren er sociale energiepremies en goedkope kinderopvang.” Omdat “vooral de onderste delen van de werkende middenklasse de voorbije jaren het gelag hebben betaald”, moet de focus nu net op hen liggen, klinkt het. “Onder andere door de uitbreiding van de jobbonus, het niet verhogen van de dienstencheques en de premies voor elektrische wagens. We willen de kloof tussen werken en niet werken verhogen en de grootste incentive om aan de slag te gaan, blijft toch het verschil tussen uitkeringen en de laagste lonen.”

Kinderopvang en studentenkoten

Over de bijkomende investering van 270 miljoen euro in de kinderopvang zegt Diependaele dat het om een mooie som gaat, maar dat er “in de toekomst nog veel zal moeten gebeuren” en dat “we onszelf in vraag moeten stellen en kijken of we geld wel op de juiste manier besteden”.

En hoewel er een tekort aan sociale woningen is, raakt een deel van het budget daarvoor niet uitgegeven. Dat gaat nu naar de bouw van 3.300 studentenkoten, maar Diependaele benadrukt dat het om leningen gaat voor betaalbare studentenkamers, geen luxekoten. Het initiatief moet ook bij de universiteit en de sociale woonmaatschappij zelf liggen. “Als de woonmaatschappij dat niet wil, hoeft het niet.”

Geeft de regering nu nog snel geld uit voor de verkiezingen, en laat ze de besparingen aan de volgende regering? Dat is niet het geval, weerlegt de minister. Tegen 2027 zou de Vlaamse begroting in evenwicht moeten zijn en tegen 2028 voorspelt Diependaele een half miljard op overschot. “Dankzij ons inspanningen gaat de volgende Vlaamse regering dus beleid kunnen voeren.”