© Belga / belgaimage

Hoe zou het nog zijn met Sabine Appelmans? “Tennis was voor mij een middel om een mooi huis te kunnen bouwen”

Als eerste Belgische tennisser (m/v) ooit bereikte Sabine Appelmans (51) een plek in de mondiale top twintig. Zo bereidde ze mee de weg voor de gloriejaren van Kim Clijsters en Justine Henin. “Ik genoot van het type moppen dat nu niet meer kan.”

Marc Vermeiren

Sinds ze op haar zesde bij de ­buren het tennis ontdekte, heeft het leven van Sabine Appelmans altijd in het teken van sport ­gestaan.

“Geen dag gaat voorbij of ik ben bezig met sport, op zoveel mogelijk verschillende ­manieren. Als kind wilde ik sportjuf worden, dus de roeping om mensen te ­laten bewegen zat er al heel vroeg in. Vrijwel elke dag doe ik aan sport: joggen, krachtoefeningen, yoga. Mijn ­lichaam en geest snakken naar beweging. En ­uiteraard speelt ijdelheid ook een rol. Ik zou niet graag veel verzwaren. Nochtans ben ik geen ­natuurlijke ­atleet, zoals bijvoorbeeld Xavier ­Malisse. Bij hem ging alles ­vanzelf, terwijl ik er altijd hard voor moest werken.”

“Ik kan niet zeggen dat ik als meisje enige vorm van discriminatie heb ondervonden. Ik genoot ook van het type moppen dat nu niet meer kan.”

Sabine Appelmans

Sinds enkele jaren eist ook het padel veel van haar tijd op. Zo opent de tweevoudige Sportvrouw van het Jaar weldra in haar woonplaats Asse een padelclub.

“Daar word ik verantwoordelijk voor de ­sportieve kant: lessen ­organiseren, wedstrijden en ­tornooien plannen. En zelf ook nog wat ­padellen, uiteraard. Ik speel in de hoogste reeks. Tegen de Belgische top kom ik tekort, maar veel scheelt het toch niet. Mijn tennisverleden geeft me wel een groot voordeel, maar fysiek kan ik de jongere speelsters niet bijbenen.”

© Frank Abbeloos

Appelmans heeft twintig jaar topsport vrijwel ongeschonden doorstaan. Slechts één keer was ze door een schouder­blessure zes weken out.

“Ik ben zelfs nooit ge­opereerd geweest. Het ­tennis uit mijn tijd was sowieso minder veeleisend dan nu. Wij konden met techniek en tactiek nog het verschil maken, maar de ­fysieke kant is nadien zo gaan domineren, onder meer door toedoen van ­Serena ­Williams.”

Anno 2023 beroeren ­thema’s als gendergelijkheid en grensoverschrijdend gedrag de topsport.

“Ik kan niet zeggen dat ik als meisje enige vorm van discriminatie heb ondervonden. Zelfs op jonge ­leeftijd klopte ik wel eens jongens, waardoor ik me echt aanvaard voelde. Ik genoot ook van het type moppen dat nu niet meer kan. Qua persaandacht lag het voordeel zelfs lange tijd bij de meisjes. Eerst bij Dominique Monami en mezelf, vervolgens bij Kim en Justine.”

Luie trien met dik gat

De jongste jaren kwamen steeds meer coaches in en buiten België ­onder vuur te liggen wegens mentaal grensoverschrijdend gedrag.

“Mijn eerste coach op de ­federatie was ­Bertalan Csoknyai, een strenge Hongaar die ­hamerde op discipline, maar wel heel rechtvaardig was. Zijn opvolger was dan weer te streng. Hij ­zonderde me af en joeg me om zes uur ’s ­ochtends uit mijn bed om te trainen. Maar topsport is nu eenmaal superhard. Vroeger kon een coach je nog uitmaken voor luie trien met een dik gat, nu kan dat niet meer. Is dat een goede evolutie? Allicht, maar ik had met die stevige aanpak al bij al niet zo’n probleem. Pamperen en topsport rijmen niet. Wij tennissers waren dan nog doetjes in ­vergelijking met de verhalen die zwemster Brigitte Becue of judoka Ulla ­Werbrouck vertelden.”

Appelmans op de Australian Open in 2000.© EPA

Appelmans wijst op het belang van de juiste omkadering.

“Mijn ouders zijn nuchtere ­mensen die waarden als beleefdheid en respect heel belangrijk achten. Ik had het bijkomende voordeel dat ik al op mijn negentiende een koppel vormde met mijn latere man Serge. Ook toen hij me niet meer coachte, bleef hij mijn uithuilschouder. Al bij al is tennis een zeer eenzame sport. Op het circuit ben je concurrentes en in het gewone ­leven ben je er nooit voor je naasten.”

Dertigers

Appelmans was amper 29 jaar toen ze begin 2001 het profcircuit de rug toekeerde.

“Tennis, ooit begonnen als ­hobby, was een job geworden. Maar in mijn tijd stopte iedereen zo jong: Hingis, Graf, Kim, ­Justine… De spora­dische ­dertigers werden een beetje scheef ­bekeken, alsof die niets ­anders hadden in hun leven. ­Achteraf bekeken ben ik inderdaad vroeg gestopt, maar ik wilde ook op mijn dertigste ­mama ­worden.”

Toen ze afscheid nam, stond ­Appelmans zelfs nog op de 22ste plaats.

“Als ik was blijven trainen, zou ik allicht nog wel een tijd in de top vijftig hebben kunnen ­blijven, maar dat zou voor mij niet goed genoeg geweest zijn. Ik linkte het tennis te veel aan mijn eigen­waarde. Wie ik was als speelster, was ik ook als mens. Tegen ­opvolgsters als Kirsten (Flipkens, red.) en Yanina (Wickmayer, red.) heb ik wel altijd verteld dat ze zo vroeg niet moeten stoppen.”

Appelmans geniet van haar job als ambassadrice voor de European Open.© BELGA

Op dit moment is het contingent tennismama’s binnen de top ­honderd al aangegroeid tot een klein dozijn, maar in Appelmans’ periode lag die combinatie niet op tafel.

“Niemand deed dat. Ik kom uit een vrij tradi­tioneel gezin. Mijn mama zou zich hebben afgevraagd of ik helemaal op mijn kop was gevallen, met die baby de ­wereld rondreizen. Ik heb ­ongelofelijk veel respect voor ­Yanina, die ­keihard werkt én een heel goede mama is.”

Dat ze bij haar afscheid aan het tennis een ­kleine twee miljoen ­euro aan prijzengeld had ­verzameld, gaf Appelmans de luxe om kies­keurig te kunnen zijn bij haar reconversie.

“Mijn grote droom was altijd om door het ­tennis een mooi huis te kunnen bouwen, en dat is gelukt. En ja, ik had ook wat reserve ­opgebouwd. Maar ik ben wel ­altijd blijven werken. Ik kan ­zoveel leuke dingen doen, zoals mijn job als ambassadrice voor de European Open.”

Geen zwart gat dus voor de ­Brabantse.

“Eigenlijk had ik dat fenomeen al tíjdens mijn loopbaan mee­gemaakt. Ik was weggezakt op de ranking, waardoor plots het einde nabij leek te komen. Toen besefte ik al dat er meer was dan tennis. Ik ondertekende een contract bij de VRT als omroepster en werd heel snel zwanger. Mijn nieuwe leven was vertrokken. Nadien ontdekte ik een hele reeks ­sporten: skiën, surfen, zeilen, een marathon, een paar kwart­triatlons...”

Claudia Schiffer

Zestien keer werd een tennisster verkozen tot Sportvrouw van het Jaar, maar Appelmans was in 1990 de eerste op die lange lijst.

“In die tijd verkoos het weekblad Panorama me zelfs tot Vrouw van het Jaar. Tot groot vermaak van mijn twee zonen stond Claudia Schiffer (voormalig Duits supermodel, red.) op de tweede plaats. Het klopt dat ik destijds een beetje als ­babe werd beschouwd, maar ik heb dat nooit aan­gewakkerd. Anna Kournikova speelde haar looks uit, maar ik voelde me daar niet ­comfortabel bij. Ik weigerde fotoshoots in ­bikini, terwijl veel andere atletes dat wel deden. ­Tenniskleren, mooi jurkje: oké. Meer niet. Mijn Hongaarse coach zou gek ­geworden zijn. Hij mopperde zelfs als ik lippenstift droeg. Want ga je daardoor beter tennissen? Alles wat afleidde van het tennis, was uit den boze voor hem. Ach, het ­waren andere tijden.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Keuze van de Redactie

MEER OVER