Nys heeft er een naar eigen zeggen tweeslachtig wegseizoen opzitten, vertelt hij op de voorstelling van Baloise Trek Lions op de hoofdzetel van Baloise, in het Antwerpse Berchem. “Het werd een wegseizoen waar ik vooraf voor getekend zou hebben”, aldus Nys junior. “Maar uiteindelijk ben ik er wel niet helemaal tevreden mee. Winnen in Gippingen en Noorwegen, dat is een stap geweest in mijn carrière die veel vroeger kwam dan verwacht. Tussenin en achteraf presteerde ik af en toe sterk maar vooral wisselvallig. Het is er niet altijd genoeg uitgekomen. Niet op het WK in Glasgow bijvoorbeeld, door was een samenloop van omstandigheden. Noem het maar het leerproces. Stress? Ik denk dat ik genoeg ervaring heb om te weten wat stress met mijn lichaam doet, hoe dat aanvoelt. Maar ik denk wel dat het iets is waar ik zonder twijfel ga uitgroeien.”

Seizoen als prof

Thibau Nys piekert niet te veel. Hij weet nu al dat hij straks in het veld geen enkele keer in zijn trui van wereldkampioen bij de beloften te zien zal zijn. De 20-jarige renner kiest immers resoluut voor wedstrijden bij de profs. “Ik heb niks meer te bewijzen bij de beloften”, klinkt het. “Ik ga meer leren door een volledig seizoen bij de profs te rijden en mijn carrière zou niet veranderen met nog een wereldtitel bij de beloften. Of een Europese titel. Of weer de wereldbeker op te kuisen. Daar heb ik niks aan.”

De lat ligt dus hoger? “Ik denk dat we vanaf Beringen en Waterloo (15 oktober, red.) kunnen zien waar de lat ligt”, aldus Nys. “Ik ga ze proberen iets hoger te leggen dan vorig jaar. Ik probeer om stilletjes de stap naar de top te zetten. Richting Lars Van der Haar, Eli Iserbyt, Michael Vanthouenhout, Laurens Sweeck. Dat wil niet zeggen dat ik me daar direct ga tussenzetten en mee koersen ga winnen. Ik wil gewoon regelmatiger worden dan vorig seizoen.”

Maar dan spreken we nog niet over Wout van Aert, Mathieu van der Poel of Tom Pidcock. “Daar moet ik niet mee bezig zijn”, vindt Nys junior. “Het niveau van een Eli, Michael, Laurens of Lars is sowieso al echt heel hoog. Dat mag echt niet onderschat worden. Je ziet ook dat Wout en Mathieu en Tom het ook in andere disciplines opkuisen. Mathieu rijdt gewoon op het WK alles in flarden en doet wat hij wil. Hij doet dat in de cross ook. Dus dat niveau mag echt niet onderschat worden. En als ik me daar al kan tussenzetten, dan ga ik al heel tevreden zijn. Hier en daar eens podium rijden, dan gaat mijn seizoen geslaagd zijn. Ik wil geen stappen overslaan. Zo zal ik geen twee crossen per weekend rijden.”

Later beginnen

En de ‘kleine’ Nys heeft de smaak van de weg te pakken. Dat kan en zal invloed hebben op zijn carrière in het veld. “Misschien dat we het volgend jaar anders aanpakken, met minder wedstrijden of een andere indeling”, klinkt het. “Ik ga er wel vanuit dat ik de komende jaren nog altijd een crosswinter zal rijden met om en bij de twintig wedstrijden. Maar alles wat ik nu doe in de cross, is ook voor mij met de weg in het achterhoofd. Het is een tendens. Je ziet het al jaren bij Wout en Mathieu. Je ziet het ook bij Shirin (van Anrooij, red.) die iets minder gaat crossen om het wegseizoen te vrijwaren. Maar ik wil toch ook crosser blijven.