In september was het leven voor de Belgische consument 2,39 procent duurder dan een jaar geleden. Dat cijfer lijkt te suggereren dat de inflatiegolf zo goed als voorbij is. Het streefdoel van de Europese Centrale Bank is immers 2 procent. In de herfst van vorig jaar piekte de inflatie nog boven 12 procent. Dat kwam toen door de astronomische prijzen voor gas en elektriciteit.

Toch zou het te voorbarig zijn om te concluderen dat er niets meer aan de hand is. Het cijfer van 2,39 procent is immers het resultaat van een negatieve energie-inflatie en een nog altijd zeer hoge voedingsinflatie. Gas is nu 73 procent goedkoper dan vorig jaar, en 11 procent goedkoper dan in augustus. De goedkoper wordende energie en de duurder wordende winkelkar houden elkaar min of meer in evenwicht. Maar de onderliggende inflatie, waar de meest volatiele elementen uit weggefilterd zijn, bedraagt nog 6,95 procent. Dat geeft aan dat de basistrend van stijgende prijzen, nog lang niet voorbij is.

De inflatie daalt wel gestaag, ook voor voedingsmiddelen. Op jaarbasis zijn boodschappen nu 11,15 procent duurder. Dat is minder dan de afgelopen maanden. “Sinds maart 2023 stellen we een geleidelijke afname van de inflatie vast voor de meeste voedingsproducten”, meldt statistiekbureau Statbel in het persbericht over de inflatie voor september.

Volgens de geharmoniseerde Europese definitie bedroeg de Belgische inflatie in september slechts 0,7 procent. Dat is dus aanzienlijk lager dan het streefdoel van 2 procent.