Direct naar artikelinhoud

Waarom komt de ene sneller aan dan de andere? Diëtist legt valkuilen bloot. ‘Spieren zijn een voordeel’

Waarom komt de ene sneller aan dan de andere? Diëtist legt valkuilen bloot. ‘Spieren zijn een voordeel’
Beeld Getty Images

Heb je iemand in je vriendenkring die alles mag eten zonder een gram bij te komen? Terwijl jij tevergeefs alles probeert om op gewicht te blijven? Diëtist Michaël Sels ziet het geregeld in de praktijk en legt uit hoe de vork in de steel zit. Hij geeft ook tips om daarmee om te gaan. ‘Als je daarover gefrustreerd raakt, stel jezelf dan deze helpende vraag.’

Moesten we allemaal exact hetzelfde eten, zien we er dan ook hetzelfde uit? Op die vraag is het antwoord stellig ‘neen’, volgens diëtist Michaël Sels van het UZA. “We hebben niet allemaal hetzelfde metabolisme. Ons lichaam gaat met andere woorden niet op exact dezelfde manier om met de voeding die we opnemen. Er zijn mensen die in rust veel meer energie en dus voedingsstoffen verbruiken dan anderen.”

Maar er is meer, want metabolisme is een beetje een parapluterm waar veel factoren een invloed op hebben. “Genetica bijvoorbeeld. Als overgewicht in de familie zit, kun je voorbestemd zijn om het ook te ontwikkelen. Net als leeftijd en geslacht. Wie ouder wordt, zal misschien een trager metabolisme ontwikkelen. Je lichaam zal dus minder energie verbruiken. Net als bij sommige vrouwen die hormonale wissels doormaken in de menopauze, waardoor er meer vet wordt aangemaakt en zich dat makkelijker op de buik opstapelt.”

Professor en hoofddiëtist in het UZA, Michaël Sels.Beeld UZA - The Fresh Light

Speelt er naast die fysieke factoren nog iets een rol?

In realiteit eet natuurlijk niet iedereen exact hetzelfde, wel integendeel. “Iedereen reageert anders op externe prikkels. Bijvoorbeeld de verleiding van een frituur, de geur van suikerwafels op de Meir, of een kerstmarkt waarbij een braadworst en glühwein niet mogen ontbreken... Die prikkels wekken zin of emoties op in onze hersenen, en de ene kan daar makkelijker mee om dan de andere.”

“We leven in een omgeving die ongezond gedrag stimuleert en dat is de grootste verklaring voor het obesitasprobleem. Marketeers spelen daar gretig op in. Wist je dat sommige wafelkramen technieken gebruiken om de geur extra in de straten te laten rondhangen?”

Moet wie ‘pech’ heeft wat gewicht betreft, zich daar dan gewoon bij neerleggen?

Stel, je staat op de kerstmarkt met die ene vriend(in) die een heerlijke braadworst, een wafel en een curryworst opeet. Het enige wat jij kan denken: ‘Hoe doet die dat? En waarom moet ik overslaan om niet genadeloos bij te komen?’ Sels: “Vergelijken is nooit een goed idee, want je krijgt geen eerlijke representatie van wat de andere eet. Voor de buitenwereld lijkt je vriend(in) misschien veel te snoepen op één avond, maar je kent de rest van zijn of haar dag niet. Wie weet vergat die persoon te eten of bewoog die heel veel.”

“Bij sommigen kan dat voor frustraties zorgen: jouw magere vriend kan wél die hele zak nootjes opeten. Kijk dan even of jij dat ook de moeite waard vindt. Ben je op een drink voor de gezelligheid of om die zak nootjes van 1,20 euro uit de Colruyt op te knabbelen, waar je lichaam niets aan heeft? Dat glas glühwein op de kerstmarkt is ook niet voedzaam voor je lichaam, maar dat maakt misschien wél de sfeer en is dus voedend voor de geest.”

Dat is ook waar Sels bij iedereen op wil hameren: maak het onderscheid tussen functioneel eten en eten als genietmoment. “Ik probeer mensen bewust te maken om voor kwaliteit te gaan. Als je op restaurant gaat, kies voor die lekker wijn en skip die saus niet noodzakelijk uit jouw gerecht. Liever daar van genieten dan elke avond van een kratje in de keuken een glas te tappen, om je dag neer te leggen.”

Maak een onderscheid tussen functioneel eten en eten als genietmoment, raadt Michaël Sels aan.Beeld Getty Images

‘Ik doe àlles en val niet af’: wat zijn dan oplossingen?

Aan leeftijd en genetica valt weinig zelf te doen. “Iets wat je wel meer in de hand hebt: je lichaamssamenstelling, uit hoeveel spiermassa en hoeveel vet je lichaam bestaat. Dat is een belangrijke factor. Neem twee mensen die allebei 80 kilogram wegen. De ene heeft meer actieve spiercellen en dat is gunstiger, want die spiermassa zal voor een betere verbranding zorgen. De andere heeft meer vetcellen en is dus meer benadeeld, want een spiercel verbruikt meer energie in rust dan een vetcel. Sporten heeft bijgevolg een invloed, want zo creëer je die spiermassa. Bovendien verbruik je calorieën.”

Heb je het gevoel dat jouw relatie met voeding al wel goed zit? Sport je en eet je gezond? En toch kom je bij, in tegenstelling tot anderen? “Ook dat hoor ik geregeld in de praktijk. Wat wij dan proberen is daarvoor een verklaring te zoeken. We kijken de schild- en bijnieren na, checken hormonale veranderingen, doen een CT-scan van de buik en meten hoeveel energie het lichaam verbruikt in rust.”

Van die onderzoeken maakt Sels een lijstje, met alle mogelijke redenen waarom je moeilijk afvalt. “De zaken zoals jouw genetica kunnen we dus niet veranderen, maar jouw relatie met voeding en hoe actief je een dag invult wél. Nu de hele Ozempic-heisa weer opwaait, kan ik nog zeggen dat medicatie in sommige gevallen effectief te verantwoorden valt om mensen te ondersteunen. Maar voor iedereen blijft gedragsverandering de belangrijkste oplossing, met professionele hulp indien nodig.”

Lees ook

‘Van chocolade krijg je puistjes’ en ‘van appelazijn val je af’: voedingsexpert scheidt 8 feiten van fabels

Hoe gezond leren eten op school vaak een pak beter kan: ‘Stilte vragen tijdens het eten in de refter, dat is zo jammer’

Voor de ‘geluksvogels’: keert een ongezonde levensstijl uiteindelijk als een boemerang terug?

Wie zowat alles kan eten zonder erg aan te komen zit wellicht te wachten op de vraag: komt het er vanaf een bepaalde leeftijd genadeloos bij? “Dat zien we zeker gebeuren. Bijvoorbeeld bij sporters die tijdens hun carrière veel en koolhydraatrijk aten. Eens de sport stilvalt zien we hun gewicht toenemen en verandert ook hun spiermassa, omdat ze het moeilijk vinden om hun gewoontes aan te passen.”

“Nu, een boemerangeffect is er niet per se. Het kan effectief dat iemand die veel eet, toch zijn hele leven behoorlijk op gewicht blijft. Al moeten we bij hen duidelijk stellen dat gewicht lang niet de enige maatstaf is die bepaalt of iemand gezond is. De risico’s bij kanker zijn inderdaad overgewicht, maar ook: veel rood vlees eten, veel zout...”

Het is dus niet zo dat je met stip kan zeggen dat iemand op zijn vijfendertigste opeens zal bijkomen. “We weten wel dat op oudere leeftijd het metabolisme afneemt. Net zoals bij de menopauze. Die momenten komen er en zijn voor sommige effectief het keerpunt waarop hun gewicht verandert.”

Wie in tussentijd zijn metabolisme wil versnellen, kan beginnen met een voedzaam ontbijt in de ochtend. “Dat zorgt voor een goede verbranding de rest van de dag. En verder is ook bewegen een verstandige keuze. En vooral: we moeten wegblijven van het idee dat je gewicht alles bepaalt. Het is een belangrijke gezondheidsfactor, maar niet dé enige. Een gezonde levensstijl in het algemeen is het allerbelangrijkste.”