Moeder met Münchhausen-by-proxysyndroom veroordeeld voor dood van baby: "Ze overdrijven of creëren ziektesymptomen bij hun kind"

In Henegouwen is een vrouw van 29 veroordeeld voor de dood van haar baby van negen maanden. De autopsie stelde dat het kind overleed door verstikking. Volgens haar psychiaters lijdt de vrouw aan het Münchhausen-by-proxysyndroom. Dat is een psychiatrische stoornis waarbij iemand een kind bewust ziek maakt, om aandacht te krijgen.

De vrouw stond tijdens het assisenproces in Henegouwen terecht voor doodslag met voorbedachten rade, en opzettelijke slagen en verwondingen met de dood tot gevolg. Haar baby was amper negen maanden oud toen hij overleed door verstikking. De assisenjury veroordeelde haar uiteindelijk tot een gevangenisstraf van 21 jaar, maar hield wel rekening met een verzachtende omstandigheid. De vrouw zou volgens psychiaters lijden aan het syndroom van Munchhausen by proxy. Maar wat betekent dat dan precies? 

"Dat is een psychiatrisch ziektebeeld waarbij iemand symptomen van een ziekte gaat verzinnen, overdrijven of creëren bij zijn of haar kind", legt Vigdis Vanbeselaere uit in "De wereld vandaag" op Radio 1. Ze is arts in het vertrouwenscentrum Kindermishandeling in Brussel. "Die mensen zijn er niet op uit om hun kind bewust kwaad te doen. Ze willen aandacht krijgen van hun omgeving of van de artsen. "

Luister hier naar het gesprek met dokter Vanbeselaere in "De wereld vandaag":

De ziekte komt voor in verschillende gradaties. "Soms gaat het enkel over het verzinnen van symptomen", zegt Vanbeselaere. "Bijvoorbeeld zeggen dat je kind stuipen heeft gehad terwijl dat niet waar is. Anderen gaan symptomen simuleren, door bijvoorbeeld bloed in de pamper van hun baby te doen." Maar in de meest extreme varianten gaan ouders hun kinderen ook echt pijn doen. "Sommigen gaan over tot vergiftiging of verstikking, zoals in deze zaak ook gebeurd is." 

Moeilijk te herkennen

Voor artsen is het vaak moeilijk om het syndroom tijdig te detecteren. Vanbeselaere geeft enkele tips om de signalen toch te herkennen. "Vaak zie je dat die kinderen van het ene ziekenhuis naar het andere worden gesleept, met de ene uitzonderlijke aandoening na de andere. De symptomen die de ouder beschrijft, zal je meestal ook zelf niet met eigen ogen kunnen zien als arts. En het kind zal ook niet goed reageren op de behandelingen die worden voorgeschreven."

Het feit dat er tegenwoordig zoveel informatie te vinden is op het internet, maakt het voor de artsen alleen maar moeilijker. "Iedereen kan nu op het internet vinden wat de typische symptomen zijn van een bepaalde ziekte. Dat maakt het gemakkelijker om artsen echt ongerust te maken over de gezondheid van je kind." 

Komt het syndroom vaak voor?

Als je er de literatuur op naleest, blijft het syndroom gelukkig vrij zeldzaam. "We spreken over een aantal van 0,5 op 100.000, maar volgens mij worden veel gevallen ook gewoon niet herkend", waarschuwt Vanbeselaere. "Het syndroom is zo moeilijk op te pikken. Dan ligt het werkelijke aantal wellicht een stuk hoger."

Meestal zijn de plegers vrouwen. "In zo'n 80 procent van de gevallen gaat het om een vrouw. Dat is niet zo vreemd als je weet dat het syndroom vooral optreedt bij de voornaamste verzorger van een kind. In vele gevallen is die rol weggelegd voor de moeder. Maar het komt ook voor bij vaders of zelfs adoptieouders."

De impact op het betrokken kind is altijd bijzonder groot. "Het is de vorm van kindermishandeling met de hoogste sterftecijfers", besluit Vanbeselaere. "De impact op de psychische gezondheid van de kinderen is enorm. Ook fysiek lopen veel kinderen schade op, onder andere door de vele onderzoeken of onnodige ingrepen die de artsen bij hen uitvoeren onder impuls van de pleger." 

Meest gelezen