Direct naar artikelinhoud
InterviewBrihang

‘Mijn geduld met Brussel raakt op, merk ik’: Brihang over zijn writer’s block, thuisstad en huwelijk

Boudy Verleye, alias Brihang, in de raadszaal van gemeentehuis Schaarbeek, waar hij in 2020 getrouwd is.Beeld Damon De Backer

Na zijn succesplaat Casco kreeg Boudy Verleye, alias brihang, te kampen met een writer’s block. Twee jaar lang kreeg de rapper-poëet geen woord op papier. De stortvloed aan woorden die volgde na de droogte leidde tot Droomvoeding, zijn derde album.

Een Marokkaanse huwelijksband daalt de trappen van het Schaarbeekse gemeentehuis af. Boudy Verleye sloft ze voorbij. “Het ging er bij ons rustiger aan toe”, grinnikt hij. De Knokkenaar wilde hier afspreken vanwege de symboliek. In 2020 trouwde hij op deze plek met Inca, de vrouw met wie hij intussen twee kinderen deelt.

“Daar zaten we, in intieme kring. Met een mondmasker aan”, mijmert Boudy Verleye wanneer we door de trouwzaal wandelen. In Schaarbeek veranderde het leven van de Knokkenaar in alle opzichten. De zoektocht naar een huis leidde tot het succesvolle Casco, Brihangs tweede album, met daarop immaterieel cultureel erfgoed zoals ‘Steentje’.

Brihang werd een fenomeen tot ver voorbij de grenzen van kleinkunstland. Sinds een tocht hem langs uitverkochte zalen als de Ancienne Belgique en De Roma bracht, vindt hij wel meer dan een steentje in zijn schoen. Zoals wanneer dochter Inti, nu drie, er een Duploblok in verstopt.

Een huis, een vrouw, (na de recente komst van zoon Lalo) twee kinderen en een succesvolle carrière als een rapper-poëet. Dat alles heeft Schaarbeek als gemeenschappelijke factor. “Maar er is een Schaarbeek voor en een Schaarbeek na het ouderschap”, vertelt Boudy Verleye.

Hoezo?

“Mijn geduld met Brussel raakt op, merk ik. Sinds het ouderschap bekijk ik de stad vanuit een ander perspectief. Waar ik vroeger nog schoonheid zag in de harde realiteit is dat fel aan het minderen. (denkt na) Het is dubbel, hoor. Ik koester Schaarbeek, omdat deze plek mij voor een deel heeft gevormd als mens – wetende dat ik van Knokke ben. (lacht) Je ervaart hier hoe de wereld écht is.”

Wie aardt hier het moeilijkst? Inca of jij?

“Eerder ik. Maar het is geen kwestie van aarden. Ik voel mij hier goed.

“Weet je wat het is? Als ik tijdens de zomer Inti op het strand zag of in de tuin bij mijn ouders in Knokke, kreeg ik flashbacks. Ik bouwde kampen, bracht hele dagen door aan zee. Ik heb altijd veel ruimte gehad om te spelen, en dat heb je hier niet.

“Inti loopt graag rond. Iedere dag opnieuw hou ik elke tien meter mijn hart vast wanneer we naar school gaan door de drukte in de straten. Wil je tijdens je jeugd niet onbezonnen kunnen ravotten?

“Anderzijds word je niet wereldvreemd als je opgroeit in Brussel. Op de tram kom je geen mensen met oogkleppen tegen. We denken er nu aan om op termijn te verhuizen naar Oostende. Daar heb je stad en strand – Oostende is de gulden middenweg. Maar er is nog niets beslist, hoor.”

Er zijn op Droomvoeding verschillende verwijzingen naar het ouderschap te vinden. Bracht papa worden meteen inspiratie?

“Nee. Ik wilde eigenlijk vooral géén nummers schrijven over het vaderschap. (lacht) Maar op een bepaald moment kon ik er niet meer omheen. Mijn gezin maakt zo’n groot deel uit van mijn leven dat het niet meer dan normaal is dat de ervaringen je blik op de wereld kleuren.

“Je moet weten dat ik jarenlang nauwelijks een woord op papier heb gezet. Ik had enerzijds geen goesting om te schrijven, en anderzijds ervaarde ik na Casco enorm veel druk. ‘Wat hierna volgt, moet minstens zo goed zijn’, dacht ik. Dat werkte verlammend, met een writer’s block als gevolg. Ik denk toch dat het er één was.

“Ik heb twee jaar niets geschreven. Dat ik zo lang heb stilgezeten, was eraan te merken. Ik heb de draad weer opgepikt op vakantie – drie maanden met Inca en Inti met de camper naar Griekenland. Aan de eerste schetsen zag je dat ik het schrijven niet meer in de vingers had. ‘Shit’, dacht ik eerst. Maar schrijven is als een spier die je moet onderhouden.”

Hoe confronterend was het besef dat Boudy ver van de Brihang stond die hij destijds had achtergelaten?

“Ik had geduld. In ‘Zee van tijd’ heb ik het daarover: ‘Ik wil je zo veel zeggen maar ik weet niet meer hoe. Alsof da’k rijd met een lege tank ergens naartoe. Misschien heb ik het nog in mij, misschien vraagt het wat tijd.’ En iets verder: ‘Op zoek naar mezelf in elke zin da’k schrijf, en als je niet vindt wat je zoekt, dan ben je het kwijt.’ Dat gaat echt specifiek over de zoektocht naar woorden.”

Er sijpelt wel vaker twijfel de liedjes binnen. Sinds het vaderschap lijk je je kwetsbaarder op te stellen dan voorheen.

“Als je niet meer twijfelt aan jezelf, is het leven dan niet saai? (lacht) ‘Ik dacht dat die twijfels op m’n dertig zouden doven’, zeg ik op ‘Veel succes’. Ik ga mezelf door het succes van Casco niet boven anderen plaatsen. Zo ben ik niet. En ja, de onzekerheden die bij het ouderschap komen kijken, spelen ook zeker een rol. Als je een geboorte meemaakt, besef je pas echt hoe fragiel het leven is. Als ouder twijfel je voortdurend. Doen we dit goed? Is dit de juiste aanpak? Waarom doen anderen het zus of zo? Je spiegelt jezelf dan ook nog eens aan je eigen opvoeding.”

Ben je een overdenker?

“Dat is gevaarlijk, hè. Je kan al snel te diep zitten met je gedachten. Dat probeer ik te vermijden, zo benader ik ook mijn teksten. Een zin mag een dubbele bodem hebben, maar het moet wel altijd verstaanbaar blijven.”

‘Het is mooi maar geen moeilijkdoenerij’ is misschien wel hoe ik je succes zou verklaren. De drang om te verbloemen lijkt jou vreemd. Op ‘Accepteren’ ben je doodeerlijk over het vaderschap. ‘Soms zou het makkelijker zijn zonder jou, maar ik probeer nog te begrijpen hoeveel da’k van je hou.’ Ik heb dat als papa van een anderhalf jarige ook al gedacht maar nooit durven uitspreken.

“Mijn pa zei dat ook. Toen ik ‘Accepteren’ liet horen aan mijn ma eiste ze meteen om die zin eruit te halen. Ik heb haar uitgelegd dat het een momentopname is. De tijd vergaat. Mijn pa heeft toen toegegeven dat hij op bepaalde momenten hetzelfde heeft gedacht. ‘Laat dat maar staan, dat is goed.’

“Ik heb in de liner notes van de plaat een boodschap aan Inti gezet: ‘Inti, ik hoop dat je dat ene zinnetje kan plaatsen in een groter geheel, in mijn zoektocht naar wat jij voor mij betekent. Ik zie je graag, onvoorwaardelijk.’ Ik begrijp dat die zin hard overkomt, maar de gedachte was er wel. Er rust nog steeds een taboe rond de moeilijkheden van het ouderschap. Elke ouder heeft het ouderschap op een bepaald moment toch onderschat? Al was het maar voor even.

“Jij interpreteert die zin trouwens op de juiste manier. En ik begrijp waarom, want je bent zelf recent vader geworden. Maar in mijn omgeving dachten de meesten dat ik het over mijn relatie met Inca had. (lacht) Op een gegeven moment vreesde ik dat deze plaat enkel geschikt zou zijn voor ouders. Maar Alois (Maddens, Gentse producer die mee aan Droomvoeding heeft gewerkt, ELV.) is slechts 20 en vond het universeel genoeg. Dat heeft mij wel gerustgesteld.”

Wat heb je sinds de geboorte van Inti en Lalo over jezelf geleerd dat je nog niet wist?

(denkt lang na) “Dat ik angstig ben om dood te gaan. Van zodra ik iets voel in mijn lichaam, ga ik uit van het ergste. Bij de minste hartkloppingen bel ik naar de dokter. Misschien is het een soort van hypochondrie, ja. Ik heb twee kinderen op de wereld gezet. Ik mag nu nog niet sterven, hè. (lacht)

“Ik ben eigenlijk geen doemdenker. Hoe slim is de mensheid er niet op worden? Ik geloof niet dat de wereld zal vergaan. Daar heb ik het in ‘Mama’s buik’ over. We hebben de wereld kapotgemaakt, maar we kunnen die ook herstellen. We fiksen het wel, daar geloof ik in. Als je die ingesteldheid niet hebt, is het dan wel verantwoord om aan kinderen te beginnen?”

Hoeveel auteursrechten strijkt de vroedvrouw van Inca op? Je hebt een opname van haar gebruikt op ‘Mama’s buik’.

(lacht hard) “Ik heb haar op de gastenlijst voor Pukkelpop gezet. Ik wilde eigenlijk gewoon Lalo’s hartslag opnemen, en toen zei zij: ‘Nu hoort ‘m zijn eigen hartritme. Dat is soms wel bizar voor hen.’ En dat klopte volledig bij het beeld dat ik had bij het schrijven van ‘Mama’s buik’: ik die mijn zoon toespreek via de buik. Ik heb de vroedvrouw het nummer laten horen, waarop zij – een beetje vereerd – haar akkoord heeft gegeven.”

Waar is de berg in ‘Berg’ een metafoor voor?

“Ik was in de auto in Griekenland aan het schrijven en wanneer ik naar buiten keek, zag ik allemaal bergen. Ik begon te fantaseren over hoe je de top van zo’n berg bereikt. Daaruit vloeide de volgende zin: ‘Er zijn er die klimmen, er zijn er die er niet aan beginnen en er zijn er met een grote mond die altijd doen alsof.’ Ik beschouw de berg als de weg die naar succes leidt.

“De berg past binnen het thema van Droomvoeding – de dromen die je leven voeden, de ambitie die je leven een richting geeft. We willen altijd maar naar de top. Op het einde zeg ik: ‘Er is nog zoveel om van de heuvels te leren.’ Want waarom willen we altijd naar de top, terwijl de heuvels ook mooi zijn? ‘Berg’ gaat specifiek over omgaan met het succes na Casco.”

Hoeveel nood heb je aan applaus?

“Ik heb daar veel deugd van. Wanneer ik mijn ideeën naar buiten breng en die goed ontvangen worden, haal ik daar voldoening uit. Daarvoor breng ik uiteindelijk ook muziek uit. Er zijn kunstenaars die zeggen dat ze de kunst voor zichzelf maken, maar waarom stellen ze hun werk dan tentoon? Ik geloof dat het publiek bij een artiest altijd in het hoofd zit. Wat niet betekent dat zij bepalen wat je maakt, maar je bent je er wel bewust van dat je het ook voor iemand maakt, en niet louter voor jezelf.

“Vorig jaar heeft een goede vriend mij vergezeld op Dranouter, waar ik een headlineshow speelde met Het Beste van ’t Westen, een gelegenheidsband met onder meer Wannes Cappelle en Flip Kowlier. Hij heeft de show vanop het podium gezien en ervaarde zo hoe het is om toegejuicht te worden door tienduizend mensen. Achteraf zei hij: ‘Ik begrijp waarom artiesten naar verdovende middelen grijpen om met de stress om te gaan.’ Het applaus is mooi, maar de keerzijde is de druk waarmee je moet omgaan. Soms sta ik op met hartkloppingen van de adrenaline, gezond is dat niet, denk ik.”

Op de afsluiter van de plaat, ‘Later… is nu’, geef je het beest een naam. ‘Ik vecht met het monster van erkenning’, klinkt het.

“Het was nooit mijn bedoeling om ‘groot’ te worden. Het is plots gebeurd. Ik maakte muziek vanuit mijn kamer, dan kwam de vraag om op te treden. En de zalen werden groter en groter – groter dan ik ze mij ooit heb ingebeeld. Is het dan niet logisch dat je daarmee worstelt?

“Van zodra ik herkend werd op straat, begon ik dat allemaal in vraag te stellen. Hier in Brussel is dat zalig, hier loop ik relatief incognito rond. Maar ik was pas in Ieper en wilde een broodje uithalen. Daar werd ik nageroepen, en plots overviel mij opnieuw een soort gevoel van paranoia. Het succes, het applaus of hoe je het ook wil noemen, speelt echt soms in mijn hoofd.

“Inca’s eerste reactie toen ze de plaat hoorde was: waarom praat jij niet met mij? Ze wist bijvoorbeeld niet van het bestaan af van het monster van erkenning. Eén van de eerste zinnen op de plaat is: ‘Vanaf nu leg ik de lat niet meer hoger.’ Het is goed zo voor mij, het moet niet zotter worden. (vol ongeloof) Ik heb de AB drie keer uitverkocht. Met de voorjaarstournee erbij is dat goed voor 17.000 tickets.”

Wat is de volgende stap? Het Sportpaleis?

“Dat wil ik niet. ‘What’s next?’, vroeg mijn boeker. ‘De Lotto Arena?’ Maar wie wil mij nu zien optreden in een arena? Zou mijn muziek daar wel tot zijn recht komen? En zo’n grote zaal lijkt ook niet te passen bij wie ik ben. De festivalshows zullen groot worden, maar daaraan kan ik mij aanpassen. Een zaalshow is een ander verhaal.”

De Brihang-mania blijft opmerkelijk. Je zou enerzijds twee Lotto Arena’s kunnen uitverkopen, anderzijds categoriseert een schrijver als Fikry El Azzouzi jouw werk in Knack Focus als literatuur.

“Dat laatste vind ik een grote eer, ook al wil ik dat zelf niet geloven.”

Zegt het stadsdichterschap jou iets?

“De stad Kortijk heeft mij de vraag in het verleden gesteld. Ik heb het aanbod overwogen, maar mijn woorden hebben muziek nodig om tot hun recht te komen, denk ik. Stel dat Schaarbeek de vraag zou stellen, zou ik wel benieuwd zijn naar hoe ze mijn woorden naar het Frans vertalen. (lacht)

“Er zijn uitgeverijen die mij contacteren – voor kinderboeken weliswaar, dus ik weet niet of dat betekent dat ze vinden dat ik kinderlijk schrijf. (grijnst) Ik weet gewoon niet of ik buiten de muziek zou durven gaan. Ik beschouw mezelf niet als schrijver.”

Droomvoeding verschijnt op 6/10 via Fake Records. Brihang speelt eind oktober drie keer in de AB. In 2024 trekt hij door de rest van het land. Info en data op brihang.be

‘Mijn geduld met Brussel raakt op, merk ik’: Brihang over zijn writer’s block, thuisstad en huwelijk
Beeld RV