Direct naar artikelinhoud
InterviewTim Burton

‘Ik besef dat ik een heel rare carrière heb gehad’: expo in Brussel loodst je door het labyrint in het hoofd van Tim Burton

Tim Burton's LabyrinthBeeld FABIAN MORASUT

Met Tim Burton’s Labyrinth wordt in Tour & Taxis de poort naar het universum van de iconische regisseur van Edward Scissorhands wagenwijd opengezet. Wij spraken met Burton over verleden en toekomst. Over tekenen als therapie, eenzaamheid, zijn teleurstelling in de filmwereld en het monstersucces van Wednesday.

Wanneer Tim Burton (65) op mijn computerscherm verschijnt, moet ik even mijn ogen samenknijpen om hem duidelijk te zien. De iconische regisseur zit in een halfverduisterde ruimte. Zijn grijszwarte krulhaar steekt in grillige pieken af tegen het weinige licht dat achter hem door het raam binnensijpelt. Op zijn neus zit, ondanks de duisternis, een zwarte zonnebril. Precies zoals je zou verwachten van iemand die zijn handelsmerk maakte van gothic horrorfilms over eenzame zonderlingen, en die zichzelf later in dit gesprek met een vampier zal vergelijken.

Burton spendeert dezer dagen sowieso veel tijd in een donkere kamer. “Ik ben volop bezig aan de montage van mijn nieuwe film”, zegt hij, verwijzend naar Beetlejuice 2. Dat is een vervolg op de spookachtige klassieker uit 1988, die Burton definitief op de kaart zette als een eigenzinnig talent dat het macabere en het komische wonderwel in evenwicht hield. Beetlejuice was Burtons ticket naar blockbusterland: zijn volgende film Batman (1989) was de eerste van vele commerciële successen die zijn onmiskenbare stempel droegen.

In de loop der jaren groeide Burton uit van een maker tot een merk. Eentje dat niet alleen in de bioscoop, maar ook daarnaast volk weet te trekken. Tickets voor de tentoonstelling Tim Burton’s Labyrinth verkochten in Madrid en Parijs als zoete broodjes. Vanaf 20 oktober is Brussel aan de beurt.

Een klassieke tentoonstelling is het niet. Wel een tocht door het labyrint van Burtons verbeelding. De bezoeker baant zich zelf een weg door verschillende zalen. Daar hangen niet alleen tekeningen op die de regisseur maakte bij het creëren van zijn films – Burton begon zijn filmcarrière als animator –, de ruimtes zijn ook pretparkgewijs gedecoreerd en verlicht om je volledig onder te dompelen in zijn universum.

Was het uw eigen idee om de tentoonstelling als een doolhof in te richten?

“Nee, ik heb dit niet zelf bedacht. Maar toen ze me het idee kwamen voorstellen, was ik wel meteen mee. Omdat het labyrint een uitstekende weerspiegeling is van mijn creatief proces. Wanneer ik aan het tekenen ben, gebeurt er in mijn hoofd van alles. Zo’n tekening kan uitgroeien tot een film, een sculptuur, een animatie... Dat loopt allemaal door elkaar. Daarom vond ik die rare mix tussen een tentoonstelling en een soort spiegelpaleis heel passend.”

Uw tekeningen vormen het voornaamste ingrediënt van Tim Burton’s Labyrinth. Tekent u nog steeds elke dag?

“Ja hoor. En niet alleen in functie van de films die ik maak. Ik doe het zonder nadenken, heel organisch. Het helpt me om mijn gedachten te ordenen. Als een dagboek. Mijn tekeningen worden nu wel tentoongesteld, maar ik zie ze niet als kunstwerken. Eerder als kleine, rare tijdscapsules die een bepaald moment uit mijn leven bevatten.”

Is tekenen een vorm van therapie voor u?

“Absoluut. Vooral omdat het mij een rustpunt biedt in een chaotische dag. Ik ben ongelooflijke verstrooid, mijn aandacht schiet de hele dag alle kanten uit. Wanneer ik teken, ben ik tenminste heel even geconcentreerd op één ding. Ook al is het maar een minuut.”

De tekeningen die geëxposeerd worden, overspannen vele decennia. Ziet u uzelf evolueren in die schetsen?

“Evolueren... Steeds verder achteruitgaan, bedoel je. (lacht) Dat meen ik hoor, het valt niet te ontkennen. Maar goed, al die tekeningen zijn deel van mij. En dat maakt het ook zo vreemd om ze daar allemaal te zien hangen. Ze waren nooit bedoeld om getoond te worden! Toen mijn tekeningen voor het eerst tentoongesteld werden, was dat echt een schok voor mij. Ik voelde me heel naakt. Zo is het trouwens ook wanneer ik een film voorstel. Ik kan daar nooit van genieten, ik voel me altijd zenuwachtig en kwetsbaar. Sowieso kijk ik niet graag naar mezelf. Ik heb geen spiegels in huis. Ik ben net een vampier.” (lacht)

Waarom bent u dan toch akkoord gegaan om uw tekeningen aan de wereld te tonen?

“Omdat ze vooral mijn creatief proces tonen. Daar voel ik me comfortabeler bij dan iets van mezelf te onthullen.”

U geeft in interviews inderdaad weinig prijs over uw privéleven.

“Precies. Elke keer als ik een film gemaakt heb, vraagt men mij: ‘Vertel nu eens over je film.’ Maar dan denk ik: ‘Ik heb die film net gemaakt opdat ik er niet over zou moeten spreken!’ (lacht) Als je iets over mijn leven wilt weten, moet je gewoon heel goed kijken naar mijn films. Je zou verbaasd zijn hoeveel verwijzingen naar mijn eigen leven erin verstopt zitten. Zelfs in de films waarvan je het niet zou verwachten, kun je mij terugvinden.”

Wat u wel ooit verklapte over uw leven, is dat u als kind begon te tekenen om aan uw eenzaamheid te ontsnappen.

“Dat klopt. Ik was een heel eenzaam en geïsoleerd kind. Tekenen deed me deugd. Dat gevoel is me trouwens altijd blijven achtervolgen. Je kan als mens veranderen, een gezin stichten en succes hebben, en je geraakt dan wel uit dat isolement, maar het gevoel van eenzaamheid blijft voor altijd aan je plakken. Het is gewoon deel van mijn DNA. Ook al heb ik die donkere plek al lang achter me gelaten, toch voel ik die eenzaamheid nog in mij, wat er ook gebeurt.”

Dat blijft zich ook vertalen in uw films. Uw personages zijn nog altijd buitenbeentjes, ook al bent u vandaag een gevierd artiest.

“Absoluut. In het begin van mijn carrière dacht ik nog dat dat gevoel zou verdwijnen. ‘Die demonen heb ik nu toch wel uitgedreven’, dacht ik. Maar ze blijven altijd opnieuw de kop opsteken.”

Tim BurtonBeeld FABIAN MORASUT

Terug naar Tim Burton’s Labyrinth: zo’n expo heeft natuurlijk artistieke waarde, maar het is ook een commercieel evenement, met een visuele aanpak die uitnodigt tot Instagram-selfies. Die spreidstand tussen kunst en commercie kenmerkt ook uw loopbaan als filmmaker: u doet uw eigen ding, maar u bent ook niet vies van sequels, en u maakte zelfs een Dumbo-remake voor Disney. U bent een kunstenaar én een merk.

“Ik probeer daar niet te veel bij stil te staan, want dat maakt me heel ongemakkelijk. (lacht) Ik heb bij vorige expo’s gezien hoe vooral kinderen echt connectie maken met mijn werk, hoe het hen inspireert om zelf te gaan tekenen en creëren. Dat betekent heel veel voor me.

“Maar wat je zegt over die spreidstand in mijn werk, klopt. Ik heb een heel rare carrière gehad, dat weet ik beter dan wie dan ook. Ik heb een lange geschiedenis van grote ups en downs in Hollywood. Een paar jaar geleden, net voor corona de kop opstak, ben ik me daar plots heel bewust van geworden, en besloot ik dat ik daar stilaan genoeg van had. Toen heb ik een tijd niet gewerkt.”

Had dat ook niet te maken met de artistieke kater die u overhield aan Dumbo? U zei achteraf dat u zichzelf als een olifantje in het “grote vreselijke circus” van Disney had gevoeld.

“Kijk, je maakt in je leven verschillende fases door. En soms komt alles plots samen. Het was een moment waarop ik het gevoel had dat de industrie grondige veranderingen doormaakte, en ikzelf ook aan het veranderen was. Dus ja, ik ben even uit het circus ontsnapt. Een jaar voordat iedereen in lockdown ging, begon ik me al af te zonderen. (lacht) Soms is het gewoon tijd voor verandering.”

Maar is de manier waarop u uw projecten kiest dan veranderd na die periode van bezinning? Toen u terugkeerde, maakte u meteen Wednesday voor Netflix: een spin-off van The Addams Family.

“Toch was dat voor mij een gevoelsmatige keuze. Toen ik het script las, was het heel eenvoudig: ik hield meteen van het hoofdpersonage (het opstandige tienermeisje Wednesday Addams, dat moeilijk kan aarden op een nieuwe school voor freaks en monsters, LT). Ik herkende mezelf in haar. Ik nam dat project niet aan omdat ik per se voor Netflix wilde werken, of omdat ik een The Addams Family-spin-off wilde maken – ik had al vaker Addams Family-projecten afgewezen. Maar het personage van Wednesday intrigeerde me. Alles wat zij in de serie meemaakt en voelt, heb ik zelf ook doorgemaakt. Net als zij haatte ik de middelbare school. Het sprak me wel aan om die periode nog eens op te rakelen.”

Na Wednesday begon u aan Beetlejuice 2. Zo’n sequel is toch wel een uitgesproken commerciële keuze?

“Nee, ook daar ben ik enkel op mijn gevoel afgegaan. De reden waarom ik Beetlejuice 2 maak, is omdat ik me emotioneel verbonden voel met die film, en ik zin had om die personages nog eens te bezoeken. Niet omdat ik een sequel wilde maken, of omdat ik zo van Hollywood hou. Ik heb de film ook in de geest van het origineel gedraaid: snel, en met oldschool effecten zoals poppen en make-up. De acteurs dachten net als vroeger mee na over hun personages. Zo riepen we het gevoel van het origineel weer op. Het was voor mij een terugkeer naar de roots van filmmaken: samen iets creëren, zonder poespas. Dat heeft me enorm deugd gedaan.”

En uitgerekend toen ging Hollywood in staking...

(gooit zijn armen in de lucht) “Nog twee draaidagen hadden we te gaan, twéé! Dat was dus wel frustrerend. Anderzijds: omdat al bijna alles gedraaid was, ben ik wel meteen aan de montage kunnen beginnen. Ik ben dus zeker niet in een zwart gat gevallen. En als de acteursstaking binnenkort hopelijk eindigt, sta ik klaar om meteen de resterende scènes op te nemen.”

Hoe kijkt u naar die staking?

“Er moest iets gebeuren... De hele industrie is de laatste jaren op zijn kop gezet, onder andere door de opkomst van de streamingplatformen.”

Een van de centrale kwesties in de staking zijn naburige rechten: in tegenstelling tot klassieke tv-zenders of filmstudio’s keren streamers geen extra geld uit aan de makers wanneer hun werk veel succes heeft. Wednesday werd de best bekeken Engelstalige Netflix-reeks ooit, maar daar zult u geen cent meer voor gekregen hebben.

“Ik vind hun houding inderdaad maar niets. (Dit interview vond plaats voordat de scenaristenvakbond een deal sloot met de studio’s, LT) Streamers zijn de industrie binnengekomen en zeiden simpelweg: ‘Wij doen niet aan naburige rechten.’ Ze verdienen miljarden per jaar aan het uitpersen van anderen. Ik stel het misschien wat simplistisch voor, maar daar komt het wel op neer. Er moet dus absoluut iets aan het systeem veranderen. Maar ik heb zelf niet de macht of de invloed om dat af te dwingen. Dat is al vaak genoeg gebleken.” (lacht)

‘Ik besef dat ik een heel rare carrière heb gehad’: expo in Brussel loodst je door het labyrint in het hoofd van Tim Burton
Beeld FABIAN MORASUT

Een andere eis van de stakers is het beteugelen van artificiële intelligentie, die heel wat creatief werk uit menselijke handen zou kunnen trekken, van schrijven over animeren tot acteren.

“Ik heb daar onlangs een enge ervaring mee gehad. Ik kwam op internet een reeks AI-beelden tegen van bekende Disney-personages ‘in Tim Burton-stijl’. Ik kan je niet eens beschrijven hoe akelig dat was. Het voelt alsof je creativiteit wordt afgenomen! Sommige van die figuurtjes waren echt heel goed gedaan. Ik kon er wel om lachen, maar je moet weten dat ik ooit echt met het idee heb gespeeld om een Sneeuwwitje-personage te creëren. Dus als je dan ziet hoe AI daarmee aan de haal gaat... Het was echt een bizar gevoel. In sommige culturen willen mensen niet gefotografeerd worden omdat ze vrezen dat de camera hun ziel zal opzuigen. Zo voelde het voor mij om die AI-beelden te zien. Ik dacht: ‘Dit ding imiteert mij, en het doet het nog goed ook!’ (lacht) Really fucking creepy.”

Tot slot: Wednesday was niet alleen een monsterhit op Netflix, het hoekige dansje dat actrice Jenna Ortega in de serie doet, werd een dance challenge op TikTok. Hoe voelde het om uw werk voor het eerst viraal te zien gaan?

(lacht) “Ik zit zelf niet op TikTok, dus de hype is me een beetje ontgaan. Maar ik vind het leuk dat uitgerekend die dansscène zo aansloeg, omdat het ook voor mij een van mijn favoriete momenten was op de set. We hebben dat dansje niet overdreven hard voorbereid, we zijn er gewoon aan begonnen met het idee: ‘Let’s just go do this!’ Het was puur creatieplezier, en in die zin vangt die scène de essentie van waarom ik dingen blijf maken.”

Tim Burton’s Labyrinth loopt vanaf 20 oktober in Tour & Taxis in Brussel.