Direct naar artikelinhoud
AchtergrondConflict Israël-Palestina

Hamas daagt de Saudiërs feitelijk uit om kleur te bekennen: waar staan jullie?

Iraniërs komen bijeen in Teheran uit solidariteit met de Palestijnen na de verrassingsaanval van Hamas.Beeld AFP

De Arabische wereld wordt opnieuw gedwongen positie in te nemen na de verrassingsaanval van Hamas. Vooral Saudi-Arabië zal zijn positie moeten herzien.

Het was een opmerkelijk moment, eind september: voor het eerst in de geschiedenis bracht een Israëlische minister een officieel bezoek aan Saudi-Arabië, de ‘hoeder’ van de islamitische heiligdommen van Mekka en Medina. Haim Katz, minister van Toerisme, noemde het “historisch en opwindend” dat hij een conferentie van VN-organisatie Unesco mocht bijwonen in de Saudische hoofdstad Riyad. Kort daarop volgde in zijn voetsporen een tweede minister.

Even leek de normalisatie van de relaties tussen Israël en Saudi-Arabië (mogelijk gemaakt door bemiddeling van het Amerikaanse Witte Huis) binnen handbereik. Léék, want met het uitlokken van een nieuwe Gaza-oorlog, afgelopen weekend, heeft Hamas samen met zijn bondgenoten een nieuwe wig gedreven tussen Jeruzalem en Riyad.

Toeval is dat allerminst. Sterker: alles wijst erop dat het frustreren van een mogelijke Saudisch-Israëlische deal een van de belangrijkste doelen was van de verrassingsaanval vanuit Gaza.

Dat is ook wat Ismail Haniye, het hoofd van de politieke tak van Hamas, zaterdag verkondigde in een tv-toespraak. Het feit dat de Israëlische veiligheidsdiensten zaterdag totaal overvallen werden, was volgens hem een teken aan de wand. Van zo’n land, zo zei hij tegen zijn “Arabische broeders”, hoeft niemand enige bescherming te verwachten. Vergelijkbare geluiden kwamen van Hezbollah (in Libanon) en het Iraanse bewind in Teheran, de twee belangrijkste bondgenoten van Hamas.

De woorden van Haniye laten zien dat er naast de grondoorlog tussen Hamas en Israël nog een tweede, regionale strijd gaande is met ruwweg twee machtsblokken. Aan de ene kant staan de Arabische landen die vrede hebben gesloten met Israël, te weten Egypte (1979), Jordanië (1994), plus een reeks kleine spelers onder aanvoering van de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). Onder auspiciën van toenmalig president Trump tekenden zij in 2020 een vredesakkoord (de ‘Abraham-akkoorden’) met Israël, met als opmerkelijk bijeffect dat Abu Dhabi tegenwoordig een belangrijke inkoper is van Israëlisch wapentuig.

Het tweede blok staat onder leiding van Iran, en werpt zichzelf in de moslimwereld op als kampioen van het Palestijnse ‘verzet’ tegen de Israëlische bezettingspolitiek. Het Syrië van president Bashar al-Assad valt binnen dat blok, evenals Hezbollah, de Houthi-regering in Jemen en het al genoemde Hamas. Allemaal krijgen zij wapens uit Teheran. Vermoed wordt dat Hamas de aanval van dit weekend – precies vijftig jaar na de Jom Kippoeroorlog van 1973 – maandenlang heeft voorbereid met zowel Hezbollah als Teheran. Feitelijk dagen ze de Saudiërs uit om kleur te bekennen: waar staan jullie?

In een eerste officiële reactie legde de regering in Riyad dit weekend de schuld van de oorlog bij de “Israëlische bezettingsmacht”, omdat die heeft nagelaten de Palestijnen hun “legitieme rechten” te geven. Over de rol van Hamas zweeg men. Ter vergelijking: de naburige VAE die allang zakendoen met Israël, repten met geen woord over de schuldvraag, en hielden het bij een algemene oproep tot een staakt-het-vuren.

Wat hierna de Saudische koers wordt, blijft een groot vraagteken. Het is algemeen bekend dat de bevolking weinig voelt voor het normaliseren van de relaties met de Joodse staat. In een peiling onder jonge Saudiërs bleek eerder dit jaar dat slechts 2 procent van hen zo’n stap zou steunen. En aangezien hun socialemedia-accounts de komende weken weer gedomineerd zullen worden door de kapotgeschoten gebouwen van Gaza, kan zo’n normalisatieverdrag voorlopig weer in de ijskast.

Helemaal van tafel is het echter niet, zo onderstreept Lina Khatib, directeur van het SOAS Middle East Institute in Londen. Beide kanten, zowel Israël als de Saudiërs, zullen volgens haar de afloop van de oorlog afwachten, voordat ze een nieuwe afweging maken. Mocht Hamas er bijvoorbeeld veel sterker uitkomen dan het hiervoor was, dan kunnen de Saudiërs besluiten een ander pad in te slaan.

Heel logisch zou zo’n 180 gradendraai echter niet zijn. Wie de uitspraken van kroonprins (en premier) Mohammed Bin Salman volgt, weet dat hij tamelijk nuchter denkt over toenadering tot Israël. In een recent interview met Fox News sprak hij nog hoopvol dat een deal met Jeruzalem “iedere dag dichterbij” komt. “Israëli’s doden geen Saudiërs”, zo liet hij zich ooit ontvallen tijdens een bezoek aan Washington. “Israël is niet onze vijand.” Een tweestatenoplossing – onder zijn vader nog de inzet – komt in Bin Salmans vocabulaire niet meer voor.

Op de achtergrond speelt mee dat Bin Salman boven alles een nationalist is die zijn jonge bevolking hoopt mee te krijgen in zijn visie van een nieuw, jong en pragmatisch Saudi-Arabië. De (grensoverschrijdende) moslimidentiteit van zijn burgers moet in die opvatting een minder centrale rol gaan spelen. De solidariteit met de Palestijnen zou daarbij weleens kunnen gaan sneuvelen – maar nu nog niet.