Een Palestijnse man gooit stenen naar Israëlische militairen (foto uit 2009).

Meer dan 75 jaar gewapende strijd: enkele sleutelmomenten van het Palestijns-Israëlische conflict

De geweldsuitbarsting van de extremistische Palestijnse organisatie Hamas heeft Israël en de rest van de wereld verrast, maar komt zeker niet uit het niets. Wat nu aan de gang is, is een nieuwe episode in het Palestijns-Israëlische conflict dat al meer dan 75 jaar duurt. Wij schetsen de grote lijnen aan de hand van enkele sleutelmomenten.

1948: Oprichting staat Israël

Het gebied tussen de Jordaan en de Middellandse Zee is sinds de zestiende eeuw een onderdeel van het Ottomaanse Rijk. Na de overwinning van de geallieerden in de Eerste Wereldoorlog komt het onder controle van de Britten. Zij moeten het mandaatgebied Palestina besturen tot het rijp wordt geacht voor zelfbeschikking.

In het gebied woont een Arabische of Palestijnse bevolking, maar ook een kleine, maar gaandeweg sterk groeiende Joodse minderheid. Die is daar sinds eind negentiende eeuw naartoe getrokken, in een nationalistisch streven naar een eigen staat.

De Britten steunen de Joden in dat streven. In de zogenoemde Balfour Declaration, die de Britse overheid nog tijdens de Eerste Wereldoorlog uitbrengt, zegt ze de Joden haar steun toe om een "thuisland" te creëren in het historische Palestina, het land van de Bijbel.  

Dat zionistische concept - het streven naar een eigen Joodse staat - wint nog aan overtuigingskracht na de gruwelen van de holocaust, de Jodenvervolging door de nazi's vóór en tijdens de Tweede Wereldoorlog. De westerse wereld voelt sympathie en schuld tegenover het Joodse volk. 

In 1947 verdelen de nog jonge Verenigde Naties (VN) het Britse mandaatgebied in een Joodse en een Arabische staat, met Jeruzalem onder internationale controle. Volgens het plan krijgen de Joden 55 procent van het totale grondgebied. 

De Joodse inwijking en kolonisatie van het gebied, die zich tijdens de voorgaande decennia onder de Britten al gestaag heeft uitgebreid, wordt op die manier gelegitimeerd. Bij de Palestijnse bevolking van het gebied én de Arabische landen stuiten de verdelingsplannen van de VN op onbegrip en verzet

De vijandelijkheden tussen zionisten en Arabische groeperingen, die al veel langer aan de gang zijn, nemen toe na de goedkeuring van het VN-plan. De Arabische groeperingen willen de vestiging van de Joodse staat verhinderen, terwijl zionistische milities de confrontaties gebruiken om nog meer terrein in te lijven.

Als de Joodse leider David Ben-Gurion op 14 mei 1948 eenzijdig de onafhankelijkheid van de staat Israël uitroept, mengen de Arabische buurlanden zich in de strijd, maar zij zijn geen partij voor het Joodse leger.

In 1949 komt er een wapenstilstand en wordt het voormalige Britse mandaatgebied Palestina opnieuw verdeeld. Bijna 80 procent wordt Israëlisch grondgebied. De Westelijke Jordaanoever komt onder controle van Jordanië, Gaza van Egypte.

Bijna 750.000 Palestijnen worden verdreven uit hun dorpen en huizen, of slaan op de vlucht. In het Palestijnse collectieve bewustzijn is dat een trauma dat geboekstaafd staat als Al Nakba, de catastrofe.

De verdreven en gevluchte Palestijnen komen terecht in Gaza, de Westelijke Jordaanoever en in de buurlanden, waar ze generaties later nog altijd als vluchteling leven. Volgens cijfers van de VN gaat het vandaag om 5,9 miljoen mensen, nakomelingen van de verdreven en gevluchte inwoners tijdens de oorlog van 1948.   

BEKIJK - Een korte geschiedenis van het Palestijns-Israëlische conflict in beeld ("Terzake", 10/10/23):

Videospeler inladen...

1967: Zesdaagse Oorlog

In 1967 verdrievoudigt Israël zijn grondgebied na een verrassingsaanval op de buurlanden Syrië, Jordanië en Egypte. Tijdens de zogenoemde Zesdaagse Oorlog verovert het Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever op Jordanië, Gaza en de Sinaï op Egypte (in 1978 geeft het de Sinaï weer terug) en de Golanhoogte op Syrië.

Oost-Jeruzalem en de Golanhoogte worden (later) geannexeerd, maar deze annexaties worden internationaal niet erkend.

Gaza en de Westelijke Jordaanoever worden bezet gebied. In 2005 trekt Israël zich terug uit Gaza, maar het gebied wordt met een zeer strikte blokkade geïsoleerd. Het wordt een openluchtgevangenis genoemd, bestuurd door de extremistische organisatie Hamas. 

Ook de bezette Westelijke Jordaanoever wordt niet ingelijfd, maar komt wel onder Israëlische militaire controle. Het duurt niet lang of Joodse kolonisten beginnen er nederzettingen uit te bouwen. Dat is een inbreuk op het internationaal recht: een bezettingsmacht mag geen eigen bevolking op bezet gebied onderbrengen. Het aantal nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever groeit nog altijd aan, tot woede van de Palestijnse inwoners, die hun grondgebied steeds kleiner zien worden.

De Palestijnse bevolking heeft geen officieel leger. Wie zich tegen de Israëlische bezetting wil keren, sluit zich aan bij gewelddadige verzetsbewegingen, zoals Fatah. Sinds de Zesdaagse Oorlog plegen zij aanslagen, zoals op de Olympische Spelen in München in 1972, waarbij elf Israëlische atleten en een Duitse politieagent worden gegijzeld en vermoord, en vliegtuigkapingen, onder meer van een Sabenatoestel, ook in 1972.

1973: Jom Kipoer-oorlog

Een nieuwe oorlog volgt enkele jaren later al. Maar dan is het Israël dat onverwacht wordt aangevallen door buurlanden Egypte en Syrië, die de steun krijgen van andere Arabische landen. De inval valt samen met Jom Kipoer, een belangrijke joodse feestdag. 

Tijdens de eerste dagen lijdt Israël zware verliezen, maar geleidelijk krijgt het toch de bovenhand. Na drie weken komt het tot een wapenstilstand, na bemiddeling van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger.

De Jom Kipoer-oorlog vormt ook een aanzet tot diplomatieke relaties, met name tussen Israël en Egypte. Begin 1974 sluiten ze een akkoord waarbij Egypte de oostoever van het Suezkanaal terugkrijgt. Vier jaar later trekt Israël zich volledig terug uit de Sinaï-woestijn.

Omdat de Jom Kipoer-oorlog zo onverwacht is gekomen, betekent hij voor veel Israëli's een psychologisch trauma. Met de steun van de VS - dat Israël in 1948 als eerste erkende en zijn grootste bondgenoot is gebleven - investeert Israël sindsdien miljarden in zijn luchtafweer en in de uitbouw van kruisraketten.

1987-1993: Eerste Intifada

Na de oorlogen tussen Israël en zijn Arabische buren nemen de Palestijnen het verzet tegen de voortdurende kolonisatiepolitiek en de repressie in de bezette gebieden steeds meer zelf in handen.

Yasser Arafat is het gezicht en de leider van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO), de koepelorganisatie van Palestijnen die ijveren voor een eigen staat. Hij voert de strijd eerst vanuit Jordanië, later vanuit Libanon, waar de PLO ook verwikkeld is in de Libanese burgeroorlog. In 1982 valt Israël Libanon binnen om de PLO te verdrijven. Het Israëlische leger kijkt ook toe wanneer Libanees-christelijke milities honderden Palestijnen doden in de vluchtelingenkampen Sabra en Shatila. 

In de Palestijnse gebieden mondt het verzet tegen de repressie en de bouw van nieuwe nederzettingen in 1987 uit in de zogenoemde Eerste Intifada. "Intifada" is Arabisch voor "afschudden" (van de Israëlische overheersing).

De opstand begint in Gaza en slaat over naar de Westelijke Jordaanoever. Beelden van Palestijnse jongeren die met stenen gooien naar zwaarbewapende Israëlische militairen halen jarenlang de tv-journaals, maar er zijn ook aanvallen met molotovcocktails, handgranaten en explosieven.

1993: Oslo-akkoorden

Onder druk van de internationale publieke opinie komt er even een voorzichtige toenadering tussen beide partijen. Een begin van vrede lijkt op til wanneer de Palestijnse leider Yasser Arafat en de Israëlische premier Yitzhak Rabin in 1993 tot verbazing van de wereld een akkoord sluiten.

De PLO erkent het bestaansrecht van Israël, Israël trekt zich gedeeltelijk terug uit de bezette gebieden, die deels onder het bestuur van de Palestijnse Autoriteit komen. Het is de bedoeling dat de onderhandelingen, dik 45 jaar na het VN-verdelingsplan, uiteindelijk zullen leiden tot de creatie van een Palestijnse staat op de Westelijke Jordaanoever en in Gaza.  

De akkoorden leveren Yitzhak Rabin, zijn minister van Buitenlandse Zaken Shimon Peres en Yasser Arafat de Nobelprijs voor de Vrede op.

Maar het voorzichtige optimisme eindigt in november 1995. Rabin - een gewezen generaal in de Zesdaagse Oorlog - wordt vermoord door een Joodse extremist. Aan Palestijnse kant volgen aanslagen op Israëlische burgers door andere extremisten, zoals de extremistische verzetsbeweging Hamas, die de Oslo-akkoorden verwerpt.

Hamas is ontstaan in 1987, tijdens de Eerste Intifada. In tegenstelling tot de PLO, de seculiere Palestijnse verzetsbeweging die na de Oslo-akkoorden vervelt tot de Palestijnse Autoriteit, is Hamas radicaal-islamitisch. Hamas erkent Israël niet - wat een tweestatenoplossing onmogelijk maakt - en roept op tot een heilige oorlog.

2000-2005: Tweede Intifada

De Oslo-akkoorden worden nooit volledig uitgevoerd. Een poging om ze om te zetten in duidelijke afspraken, mislukt in de zomer van 2000.

Niet lang daarna doet een provocerend bezoek van de latere premier Ariel Sharon aan de Tempelberg (Haram-al-Sharif) in Jeruzalem de spanningen weer oplaaien. Het komt tot rellen die leiden tot de bijzonder gewelddadige Tweede Intifada

Hamas neemt het voortouw met een reeks dodelijke terreuraanslagen in Israël, waaronder veel zelfmoordaanslagen, gevolgd door harde militaire represailles. Tussen 2000 en 2005 vallen meer dan 1.000 Israëlische en meer dan 4.000 Palestijnse dodelijke slachtoffers.

In 2005 trekt Israël zich terug uit Gaza, al houdt het de controle over de (lucht)havens en grensovergangen. Een jaar later komt Hamas er aan de macht na parlementsverkiezingen. Nog eens anderhalf jaar later verdrijft Hamas na een interne machtsstrijd aanhangers van de Palestijnse Autoriteit. Sindsdien staat Gaza onder de volledige controle van de extremistische organisatie. Israël reageert op die machtsovername met een zo goed als volledige blokkade van Gaza.

Vandaag: Geweld duurt voort

Ook de voorbije jaren is het meer dan eens tot zware uitbarstingen van geweld gekomen. In de zomer van 2014 voert Israël wekenlang een militaire operatie uit tegen Hamas en Islamitische Jihad in Gaza. Het is de derde oorlog in amper zes jaar (naar eerdere bombardementen in 2009 en 2012). Het bekende patroon van escalatie herhaalt zich: raketten vanuit Gaza worden beantwoord met grootschalige Israëlische bombardementen. In 2014 komt het ook tot een grondinvasie.

In 2017 kondigt de Amerikaanse president Donald Trump aan dat de VS Jeruzalem officieel erkent als de hoofdstad van Israël, terwijl de Palestijnen altijd zijn blijven hopen dat het door Israël bezette Oost-Jeruzalem de hoofdstad van een toekomstige Palestijnse staat zou worden. De beslissing leidt tot woede in de Arabische wereld, en tot nieuw geweld bij de grens tussen Gaza en Israël.

In 2021 komt het opnieuw tot een escalatie als de Israëlische politie een inval doet in de Al-Aqsamoskee op de Tempelberg, de op twee na heiligste plaats voor moslims. Bij het geweld dat daarop volgt, komen meer dan 200 Palestijnen en 10 Israëli's om het leven.

Ook dit jaar is al erg onrustig geweest, vooral op de Westelijke Jordaanoever. Het Israëlische leger is al meermaals met veel machtsvertoon binnengevallen in de stad Jenin. Dit jaar zijn al 200 Palestijnen en 30 Israëli's om het leven gekomen, nog vóór de gewelduitbarsting afgelopen weekend.

BEKIJK - Een uitgebreidere interactieve tijdlijn van het Palestijns-Israëlische conflict:

Meest gelezen