Tunesië stort EU-miljoenen terug wegens onvrede over migratiedeal

Het akkoord dat voorzitter Ursula von der Leyen van de Europese Commissie, Nederlands premier Mark Rutte en zijn Italiaanse collega Giorgia Meloni in juli met Tunesië sloten, staat al langer onder druk. Het moest nog worden uitgewerkt en uitgevoerd, maar dat verloopt heel moeizaam. De overeenkomst kreeg al felle kritiek uit vooral linkse hoek en van mensenrechtenorganisaties vanwege de manier waarop Tunesië met de migranten omgaat: discriminatie en mensenrechtenschendingen zijn aan de orde van de dag. Maar ook voorstanders klinken steeds teleurgestelder over het oponthoud en de geringe opbrengst.

De Tunesische regering klaagt al langer dat de EU te weinig overmaakt. Brussel heeft ruim een miljard euro in het vooruitzicht gesteld, maar het leeuwendeel van dat bedrag staat in de wacht tot een meningsverschil tussen Tunesië en het Internationaal Monetair Fonds is opgelost. Na aanhoudend Tunesisch gemopper opperde verantwoordelijk Eurocommissaris Oliver Varhelyi vorige week dat het land het geld dan maar moest terugstorten.

Het teruggestorte bedrag maakt strikt genomen geen deel uit van de afspraken die de ‘migratiedeaĺ’ of ‘Tunesiëdeal’ zijn gaan heten. Het gaat om begrotingssteun die al eerder is overeengekomen om Tunesië uit de coronacrisis te helpen. Maar de kwestie is niet los te zien van de onmin over het migratieakkoord, zegt een EU-bron.

De commissie gaat ondanks de Tunesische terugstorting door met werken aan de gemaakte afspraken met Tunesië, zegt een woordvoerder.