natuurbeleid

Van de Schelde tot de Limburgse bossen: dit worden de vier Nationale Parken in Vlaanderen

De Vlaamse regering heeft vrijdag negen Vlaamse Parken erkend: vier Nationale Parken en vijf Landschapsparken. Samen moeten die ‘de internationale uitstraling van Vlaanderen versterken’, zegt minister Zuhal Demir.

Jef Poppelmonde

Met de Hoge Kempen en Bosland in Limburg, de Brabantse Wouden en de Scheldevallei telt Vlaanderen voortaan vier Nationale Parken. Daarnaast komen er vijf Landschapsparken, waaronder de Vlaamse Ardennen en de Zwinstreek(zie kaart). Dat heeft de Vlaamse regering beslist. In een Nationaal Park, zegt minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA), ‘ligt de nadruk op natuur, biodiversiteit en internationale uitstraling’. Zij moeten ‘in dit dichtbevolkte Vlaanderen grote en robuuste ­natuurgebieden creëren’.

De Scheldevallei, die zich over 21 gemeenten uitstrekt van Gent tot Antwerpen, wordt het meest langgerekte Nationaal Park. ‘Blauwe levensader de Schelde en haar aftakkingen vormen het kloppende hart’, schrijft de Vlaamse regering in een verantwoording. ‘Ook in de rest van het park speelt water een hoofdrol. Je vindt er slikken, schorren, grachten, greppels en moerassen.’

De Brabantse Wouden omvat het Zoniënwoud, de Meerdaalwoud-Dijlevallei en het Hallerbos. ‘Het natuurlandschap is enorm divers, maar het park ademt ook geschiedenis. Zo vind je er het Kasteel van Beersel, uit de 14de eeuw.’ In de Hoge Kempen ‘worden uitgestrekte bossen afgewisseld met paarsbloeiende heidevelden, stuivende duinen en grote waterplassen. Het park is een thuis voor heel wat zeldzame dieren’. En Nationaal Park Bosland, ten slotte, ‘is met haar eigen “big five” niet alleen de thuisbasis van prachtige diersoorten, voor kinderen is het ook één groots avonturenbos.’

In de vijf Landschapsparken ligt de focus wat minder op natuur en biodiversiteit, maar speelt ook erfgoed een belangrijke rol. Zo wordt Landschapspark Vlaamse Ardennen aangeprezen voor zijn ‘bekendheid onder wielerfanaten, door de kasseistroken’, en zijn authentieke dorpjes met oude kerken en kasteelmuren’.

Taxandria sneuvelt

De erkenningen volgen op een lang proces. Na een oproep in april 2021 en een eerste selectie kwamen vijf kandidaten uit de bus om Nationaal Park te worden. Aanvankelijk leken dat er meer te gaan worden, maar in het licht van de finish haakten veel gemeenten af. Lokaal gingen boeren, ondernemers­organisaties en gemeentebesturen twijfelen over de economische impact van een erkenning. Die twijfels deden ook het bekendste park van Vlaanderen, de Kalmthoutse Heide, passen.

Van de uiteindelijke kandidaten haalde alleen Taxandria, in de Antwerpse Kempen, het niet. De kandidatuur was van meet af omstreden, omdat het gaat om een gebied waarin heel wat landbouwgronden liggen. Volgens de regering ‘komt een erkenning te vroeg’. Bij Bosland ‘is er een lijstje aan werkpunten’. Daaraan moet het park binnen het jaar tegemoetkomen, anders dreigt het de titel alsnog te verliezen.

De Boerenbond vindt de voorwaardelijke erkenning van Bosland ‘onbegrijpelijk’. ‘Er leven heel wat bezorgdheden bij lokale landbouwers en ook de jury plaatst duidelijk vraagtekens bij deze kandidatuur’, zegt voorzitter Lode Ceyssens. ‘De regering legt het advies van de experts naast zich neer.’

608.000 euro

Aan de erkenning hangt een smak geld van de Vlaamse overheid vast, waarmee de parken door hen ingediende masterplannen kunnen realiseren. Voor Landschapsparken is dat 489.000 euro per jaar, voor Nationale ­Parken is dat 608.000 euro per jaar. In het geval van de Brabantse Wouden zal dat geld in de eerste plaats gebruikt worden om de drie wouden te verbinden, zegt Patrick Huvenne van het Agentschap Natuur en Bos. Daartoe moet onder meer ‘de versnippering door infrastructuur’ weggewerkt worden.