Direct naar artikelinhoud
NieuwsGemeentepolitiek

Huidige fusies volstaan niet: zonder nieuwe golf gaan gemeentes kopje-onder, toont studie aan

Een aantal fusies van de voorbije jaren zijn onvoldoende. Zo telt fusiegemeente Puurs-Sint-Amands 26.000 inwoners. Dat is volgens de onderzoekers nog steeds te klein om werkbaar te zijnBeeld Tim Dirven

Een grote fusiegolf van Vlaamse gemeenten is onvermijdelijk, concludeert een nieuwe studie van de Vlaamse regering. Die studie oppert dat, op de centrumsteden na, zowat overal in Vlaanderen gefuseerd moet worden.

Vlaanderen is te klein voor 300 gemeenten en steden met elk hun eigen bestuur en ambtenarenapparaat. Dat is de conclusie van een nieuwe, grootschalige studie besteld door Vlaams minister voor Binnenlands Bestuur Bart Somers (Open Vld). Daarin schetsen de onderzoekers hoe het Vlaamse lappendeken van schepencolleges, intercommunales en intergemeentelijke samenwerkingen behoorlijk en professioneel bestuur in de weg staan.

“Je moet overal een basisniveau van bestuurskwaliteit krijgen,” zeggen de auteurs van de studie. Zij schuiven daarom een scenario naar voren waarin de huidige steden en gemeenten fuseren tot ‘referentiezones’ van zo’n 70.000 tot 130.000 inwoners. Dat betekent dat buiten de centrumsteden nagenoeg zowat overal in Vlaanderen gefuseerd moet worden. De huidige 300 steden en gemeenten zouden dan hertekend worden tot een honderdtal referentiezones. Als die beweging de komende jaren niet vanzelf op gang komt, moeten er volgens de onderzoekers vanaf 2030 verplichte fusies komen.

Het betekent ook dat een aantal fusies van de voorbije jaren onvoldoende zijn, en dat die nieuwe gemeenten nog groter zullen moeten. Zo telt Kruisem - in 2019 ontstaan uit de samensmelting tussen Kruishoutem en Zingem - zo’n 16.000 inwoners. Fusiegemeente Puurs-Sint-Amands komt aan 26.000. Dat is volgens de onderzoekers allebei nog steeds te klein om werkbaar te zijn.

De situatie van vandaag is simpelweg niet houdbaar, klinkt het. De huidige bestuurlijke versnippering zorgt ervoor dat veel steden en gemeenten ondermaats en soms amateuristisch geleid worden. Burgemeesters zeggen dat ze het nog net aankunnen, zeggen de onderzoekers, maar “tijdens de gesprekken blijkt dan bovendien dat ‘het aankunnen’ verwijst naar een minimale dienstverlening en elementair beleid, maar niet meer dan dat”.

Te weinig personeel

De korte samenvatting: het systeem is op veel plaatsen aan het kraken. Steeds meer steden en gemeenten slagen er niet in om hun taken goed uit te voeren. Er wordt verwacht dat zij beleid voeren rond mobiliteit, sociaal wonen, arbeidsmarkt, klimaattransitie, ruimtelijke ordening en dies meer. Maar voor veel kleine besturen is dat gewoon onhaalbaar: ze hebben te weinig personeel of gewoon te weinig geld, laat staan de nodige expertise.

In veel gemeenten is het bijvoorbeeld onmogelijk om een integraal veiligheidsbeleid te voeren. Slechts 68 van de 300 lokale besturen hebben daar personeel voor. “Meestal is dat dan nog maar één ambtenaar. Dus als die langdurig ziek is of op vakantie vertrekt, is er niemand meer over,” zegt Lieven Janssens, academicus aan de Universiteit Antwerpen en zelf al zeventien jaar burgemeester van Vorselaar.

Het gevolg is dat talloze stadsdepartementen over heel Vlaanderen zo goed als volledig uitbesteed worden aan dure studiebureaus en consultants - niet zelden zijn dat overigens voormalige ambtenaren die in de privé aantrekkelijker werkvoorwaarden konden krijgen. Dat kost niet alleen handenvol geld, het zorgt er ook voor dat de stadsdiensten zelf geen kennis en expertise opbouwen om minder afhankelijk te worden van externe consultancy.

De politieke realiteit is weliswaar dat fusies niet populair zijn onder verkozenen en bestuurslui. Ten dele is dat als een kalkoen vragen wat hij van Kerstmis denkt: niemand wil graag zijn eigen post afschaffen, wat onvermijdelijk zal gebeuren bij fusies. Ook het gevoel dat de kleine gemeente opgeslokt wordt door de grote buur zorgt bij veel fusies voor verzet - zoals bij de mislukte fusie van Mechelen en Boortmeerbeek.

Volgens de onderzoekers valt die weerstand nog wel mee. Heel veel burgemeesters geven voor de bühne aan dat ze er niet van willen horen, maar achter de schermen geven ze toe dat fusies onvermijdelijk zullen blijken om de uitdagingen het hoofd te bieden.

Niet zaligmakend

Tegelijk benadrukken ze dat fusies niet zaligmakend zijn. “Het vereist een sterke organisatie op het lokale niveau. Maar een grotere inzet op het lokale niveau vergt ook een anders functionerende Vlaamse overheid, aldus Filip De Rynck, emeritus hoogleraar bestuurskunde aan de UGent.

Bij de Vlaamse overheid is volgens de onderzoekers een centralistische cultuur van regelneverij gegroeid waarbij vanuit Brussel van alles en nog wat opgelegd wordt aan de lokale besturen. Dat moet anders, zegt De Rynck: minder van bovenaf dicteren, minder naast elkaar werken, minder regelgeving, meer ruimte voor lokale samenwerking, door ook zelf als Vlaamse overheid veel meer op het lokale veld aanwezig te zijn.

Anders gezegd: de lokale besturen moeten groter denken, het Vlaamse overheidsapparaat net iets kleiner. In die redenering worden de provincies overbodig. In de studie wordt voorgesteld om van de provincieraadsverkiezingen van 2024 meteen de laatste te maken. “Vanaf dan moeten we in Vlaanderen gefaseerd aan het volledig afschaffen van de provinciebesturen werken.”

Ook de vele intercommunales en andere lokale samenwerkingsverbanden moeten in vraag gesteld worden. Die nemen volgens de onderzoekers vandaag eigenlijk taken over van de lokale besturen omdat zij die niet aankunnen. Maar net daar moet met hun voorstel verandering in komen.