Als hij meedoet ten minste. De Belg van Jumbo-Visma liet eerder dit jaar verstaan wel eens te willen deelnemen aan de Ronde van Italië, kwestie van eens iets anders te doen dan de Tour. En de openingsrit zou wel eens spek naar zijn bek kunnen zijn. De ‘Grande Partenza’ is in Turijn op 4 mei. Op die dag is het exact 75 jaar geleden dat de quasi voltallige voetbalselectie van het toen machtige Torino omkwam bij een vliegtuigcrash in de Italiaanse stad. Dat gebeurde op de Superga, een klim die de renners zullen moeten overwinnen in de strijd om de eerste roze trui.

Maar het zal toch vooral de Colle Maddalena zijn die het verschil zal maken in deze etappe van 136 kilometer. Dat is een col van tweede categorie (6,1 kilometer aan 7,4 procent gemiddeld) die we kennen van de klassieker Milaan-Turijn.

Daarna wordt het er niet rustiger op. Rit twee eindigt meteen met een aankomst bergop. Na een start in San Fransesco del Campo wordt er 150 kilometer later gefinisht in het heiligdom van Oropa op een col van eerste categorie. Vervolgens komen normaal de sprinters drie keer aan de bak.

In het voorjaar kijkt zowat elke koersliefhebber uit naar de Strade Bianche en dus schotelt de Giro ons met rit zes een graveletappe voor tussen Viareggio en Rapolano Terme, met drie gravelstroken van in totaal 11,6 kilometer. De dag erna staat een tijdrit van 37,2 kilometer gepland met een klim in de laatste vier kilometer door het oude centrum van Perugia.

Voor we de eerste rustdag ingaan op 13 mei moet het peloton nog de tweede aankomst bergop overwinnen. De achtste etappe is er namelijk eentje van 153 kilometer naar de top van de Prati di Tivo, een col van eerste categorie (14,6 kilometer aan 7 procent gemiddeld). Daarna wacht het peloton nog een vlakke etappe richting het mooie Napels.

Het tweede deel van de Giro begint met een rit over 141 kilometer van Pompei naar Cusano Mutei, met de beklimming van de Bocca della Selva als afsluiter. Een col van eerste categorie (17,9 kilometer aan 5,6 procent gemiddeld). Dan volgt een vlakke rit en dan een etappe met vijf beklimmingen van vierde categorie. Iets voor vluchters? Na een nieuwe sprintersrit volgt de tweede tijdrit, met een vlak parcours van 31 kilometer.

Om de benen nog eens te testen vlak voor de tweede rustdag, trekt de Giro op 19 mei tijdens de vijftiende etappe naar Livigno. De klassementsrenners moeten dan 220 kilometer en vijf beklimmingen overwinnen, waarvan twee van eerste categorie in de laatste 40 kilometer.

De laatste week begint met twee loodzware bergritten. De zestiende etappe gaat over de Stelvio, met 2758 meter het ‘dak van de Giro’, en de Monte Pana. Etappe zeventien eindigt op de Passo Brocon, een nieuwe beklimming in de Giro (12,2 kilometer aan 6,4 procent gemiddeld). Daarna mag er nog eens uitgeademd worden met twee vlakke ritten.

Op de voorlaatste dag kan het algemeen klassement nog flink opgeschud worden. Tijdens de twintigste rit moet de Monte Grappa twee keer beklommen worden. Dat is een col van liefst 18,2 kilometer aan 8,1 procent gemiddeld. De Giro eindigt met een sprint in Rome.

OVERZICHT