Direct naar artikelinhoud
Bellen metHans Vandeweghe

‘Deze ploeg is beter dan de gouden generatie’: Hans Vandeweghe over de kwalificatie van de Rode Duivels

‘Het vehikel van de Rode Duivels blijft de wankele defensie. Die mag niet te veel onder druk komen te staan.’Beeld RV

De Rode Duivels hebben zich vrijdagavond in Wenen van deelname aan het EK verzekerd. Ze versloegen Oostenrijk met 2-3. Maar verdedigend blijft het wankel. Waar zit 'm dat in? En wat betekent dat voor de kansen deze zomer in Duitsland? We vragen het aan sportjournalist Hans Vandeweghe.

Goedemorgen Hans, welk gevoel overheerst na de overwinning op Oostenrijk?

“Dat België zich toch weer heel snel gekwalificeerd heeft. Het wordt inmiddels al het zesde grote toernooi op rij en dat is maar weinig landen gegeven - een knappe prestatie dus. Maar dat is eigenlijk niet wat in de wedstrijdbeschouwingen overheerst. Er wordt namelijk wat zorgelijk naar de prestatie van gisteren gekeken.”

Waar zitten die zorgen?

“Met name in het verloop van de wedstrijd. België was de onderliggende partij, maar kwam desondanks met 0-3 voor. Vervolgens wordt het toch nog spannend en komt Oostenrijk terug tot 2-3. Er ontstond zelfs nog een gigantische kans op de gelijkmaker en op het allerlaatst leek er nog even sprake van een tweede penalty. Nu is Oostenrijk niet zo'n zwakke ploeg, maar ze misten wel drie belangrijke spelers. De Rode Duivels moesten het dan weer zonder het technische en tactische vernuft van Kevin De Bruyne stellen, maar tegen dit zwakke Oostenrijk is dat eigenlijk geen excuus.

“Het vehikel van de Rode Duivels blijft de wankele defensie. Die mag niet te veel onder druk komen te staan. Daarom is het verstandig om gegroepeerd te spelen, maar daar was gisteren in de tweede helft weinig sprake van. En dan helpt de tweede gele kaart voor Amadou Onana, die altijd met enorm veel risico speelt, natuurlijk niet mee.”

Over die wankele defensie gesproken: hoe kan België daar het beste mee omgaan?

“Tegen Oostenrijk hebben ze geprobeerd om de snelheid van hun aanvallers uit te buiten. Dat deden ze door minder aanvallend, en meer op de counter, te spelen. Als je hoog druk zet, moet de verdediging namelijk aansluiten. Je opereert altijd als een blok: wanneer je te veel ruimte laat tussen de verdediging en het middenveld, wordt het een drama. Maar als je onze huidige verdedigers mee naar voren stuurt, loopt het net zo goed in de soep. Straks op het EK, tegen snelle spelers van Frankrijk, Duitsland en Engeland is dat vragen om problemen.

“De truc is dus om met het blok wat lager te spelen. De verdedigers krijgen op die manier steun van het middenveld en de aanvallers spelen op de counter. Daar heeft de bondscoach tegen Oostenrijk mee geëxperimenteerd.”

Is dat experiment geslaagd?

“Het verdient in elk geval navolging. Niet direct maandag al tegen Zweden. Iedereen verwacht dan een aanvallend België, want ze kunnen die dag de eerste plaats veiligstellen. Dat is gunstig voor het moreel en ook voor de loting, want in de groepsfase van het EK lopen ze dan een aantal grote voetballanden mis.

“In de aanloop naar het EK moeten ze een aantal sterke tegenstanders tot oefenwedstrijden zien te verleiden. Zo kunnen ze hun tactiek van reactievoetbal verder perfectioneren. En dan moet het goedkomen in Duitsland, waar België eindelijk eens een prijs hoopt te pakken.”

Hoe schat je die kans in?

“Ik ben hoopvol. Deze ploeg heeft een ongelofelijk groeipotentieel. Jérémy Doku is een moderne en dubbel zo snelle versie van Eden Hazard. Als Romelu Lukaku goed in z'n vel zit, is het een wereldspits. En Loïs Openda kan voor snelheid zorgen op rechts. Deze generatie kan nog twee à drie grote toernooien mee en is beter dan de ‘gouden generatie'. Ze hebben meer klasse en beschikken over het atletische vermogen waar het de gouden generatie soms aan ontbrak.

“Maar laten we ook niet meteen gaan dromen. Ik heb gisteren Frankrijk nog even tegen Nederland aan het werk gezien en zij hebben een veel betere ploeg. België gaat dus zeker niet als topfavoriet naar het EK, maar eerder als outsider. Eenmaal in het toernooi, weet je vervolgens nooit hoe het loopt...”