Huisarts

Sinds corona boomt de digitale dokter: we bellen vooral graag

© Sabine Joosten /anp

Teleconsultaties waren een noodgreep tijdens de coronacrisis. Een jaar na de definitieve invoering ervan blijken ze de druk voor artsen te verlichten. In een klein jaar tijd noteerde het Riziv 5,7 miljoen digitale consults. ‘Al moeten we er wel over waken dat sommige patiënten met lichte klachten niet te vaak bellen.’

Christoph Meeussen

‘Een teleconsult bespaart tijd’, zegt huisarts Elisabeth Eemans uit Hamme. ‘Een voorschrift verlengen kan op vijf minuten, terwijl een fysieke afspraak sowieso als een kwartier ingepland wordt. Met telefonische consults kan je dus flexibeler werken, ook tussendoor bijvoorbeeld als een patiënt wegvalt.’

In de praktijk van Eemans zijn er af en toe teleconsults. Vooral patiënten die het resultaat van een onderzoek willen vernemen, maken er gebruik van. Ook voor een bevestigd covidgeval is het handig dat een patiënt niet nog langs moet komen, zegt ze. Het toont meteen een van de redenen waarom teleconsultaties in 2020 in allerijl werden ingevoerd: om besmettingen in de praktijk te vermijden en ook de zorg te ontlasten. Sinds augustus vorig jaar is die voorlopige regeling omgezet in een definitieve.

Hoeveel succes kent het nieuwe systeem? Cijfers voor de eerste tien maanden tonen dat teleconsults goed ingeburgerd zijn. Van augustus 2022 tot en met juni 2023 ­noteerde de federale gezondheidsverzekeraar Riziv 5,7 miljoen teleconsultaties. De cijfers tonen dat we vooral graag bellen. Videobellen – bijvoorbeeld via Skype of Teams – gebeurde maar in 3,5 procent van de gevallen.

Jeroen van den Brandt (Domus Medica).© Bart Dewaele

Parallelle circuits

Het huidige huisartsentekort leidt tot langere wachttijden of zelfs praktijken die geen patiënten meer aannemen. Volgens de huisartsenvereniging Domus Medica kunnen teleconsults de druk deels verlichten. ‘Sommige collega’s met een druk gezinsleven geven aan dat teleconsultaties kunnen helpen om de work-life-puzzel beter te leggen’, zegt voorzitter Jeroen van den Brandt. ‘Denk aan een arts die van thuis uit toch de praktijk kan ondersteunen met wat telefoontjes of videoconsultaties.’

‘Via teleconsultaties kunnen we een deel van de patiënten verder helpen, waardoor er meer tijd is voor ernstigere problemen en fysiek contact. Dat laatste blijft voor veel Vlaamse patiënten en huisartsen wel de essentie’, zegt Van den Brandt. ‘Ook is het oppassen dat er geen parallelle circuits ontstaan: bijvoorbeeld een arts die zich toespitst op het voorschrijven van kalmeermiddelen of Ozempic (een ­diabetesmiddel dat veelgevraagd wordt als vermageringsmiddel, red.). Een teleconsult past dus het best in een vaste behandelrelatie.’

‘Een liveconsultatie geeft nog altijd meer informatie en een duidelijker beeld’, meent huisarts Karen Scheers uit Antwerpen. ‘Ik denk dat ik bij driekwart van afspraken de patiënt toch nog moet onderzoeken. Patiënten vragen me ook niet om een telefonische afspraak.’

Ellendig

Een kleine rondvraag van De Standaard toont ook bij patiënten uiteenlopende meningen en ervaringen. Remi Van Win, uit Mechelen, twijfelt aan de kwaliteit van een telefonisch gesprek. ‘Je krijgt geen vertrouwensband met een arts.’ Loes Tysmans wijst erop ‘dat het toch handig is als je je ellendig voelt door pakweg koorts of diarree.’ Jesse Lioce, uit Aalst, stelt vast dat het haar tijd bespaart. ‘Zeker als het gewoon om een nieuw voorschrift gaat.’

Het Vlaams Patiëntenplatform staat achter teleconsults. Het wijst op de uitgespaarde verplaatsingstijd en -kosten voor de patiënt. ‘Voor iemand met een chronische aandoening telt dat vaak dubbel, bijvoorbeeld als er gespecialiseerd vervoer nodig is of een mantelzorger tijd moet vrijmaken. Het is belangrijk dat teleconsults blijven’, zegt woordvoerder Lise Dehouwer.

Zes op de tien teleconsults is afkomstig van vrouwen. En net geen kwart gebeurt met zeventigplussers. ‘Die verhouding man-vrouw loopt volledig gelijk met wat je traditioneel in de wachtruimtes ziet’, zegt Jan De Maeseneer, hoogleraar Huisartsgeneeskunde (UGent). ‘Het is wel goed vast te stellen dat ook zeventigplussers mee zijn met teleconsults. Deze groep, die sowieso al minder mobiel is, zal de komende jaren nog fors groeien.’

Drievoud

Het Riziv betaalde voor alle teleconsults zo’n 53 miljoen euro uit aan artsen en specialisten. Stel dat de teleconsults als reguliere afspraak aangerekend worden, dan zou dat de sociale zekerheid minstens 161 miljoen euro kosten.

Voor artsen betekent de definitieve regeling dat ze geen 20 euro meer krijgen zoals in coronatijden, maar nog ‘slechts’ 10,38 euro voor een telefoongesprek. Een videogesprek levert 23,06 euro op. In coronatijden betaalde de patiënt zelf niets. Nu is er een eigen inleg van 1 tot 4 euro.

De vergoeding is een reden waarom sommige praktijken niet of nauwelijks meedoen. Een praktijk uit de Gentse zuidrand (die niet bij naam genoemd wil worden uit schrik voor reacties van de patiënten) werkt zelden met teleconsults, tenzij voor een gesprek over een resultaat of een doorverwijzing. ‘Maar we bieden het niet actief aan. Het wordt niet correct verloond. Het remgeld van 2 euro kan je niet innen als de patiënt er niet is, en achteraf innen is een gedoe. Zo hou je maar 8 euro over, nog vóór belastingen. Dat is te ­weinig.’