Direct naar artikelinhoud
ColumnDave Sinardet

Hoewel een remonte er voor Dewinter wel inzit, zijn de hoogdagen onherroepelijk voorbij

Dave Sinardet / Filip Dewinter.Beeld RV / Photo News

Professor politieke wetenschappen Dave Sinardet (VUB/UCLouvain Bruxelles) overschouwt tweewekelijks de politiek, afwisselend met Alain Gerlache.

Tussen alle troeblerende politieke tumult, zowel buiten als binnen onze grenzen, kunnen we ons dan toch nog vastklampen aan één rustige vastheid: Filip Dewinter als lijsttrekker bij de Antwerpse verkiezingen. Zelfs ik, verre van een jong veulen, kan mij geen stembusslag in de Scheldestad herinneren waar de ingeweken Bruggeling níét de lijst van het Vlaams Blok/Belang aanvoerde. Ook in 2024 zal Dewinter naar alle waarschijnlijkheid de plaats bezetten die al drie decennia de zijne is, voor de vijfde keer op rij.

Een penibele bedoening voor zijn politieke poulain Sam Van Rooy, drie jaar geleden nog geproclameerd tot natuurlijke opvolger toen hij het fractieleiderschap in de gemeenteraad mocht overnemen. De ‘kroonprins’ van Dewinter wordt de Prince Charles van Antwerps extreemrechts, met dat cruciale verschil dat Charles uiteindelijk wél de troon wist te bestijgen.

Maar de situatie is niet minder pijnlijk voor Dewinter zelf. Die wil meesurfen op de Vlaamse opwaartse golf van zijn partij om alsnog in schoonheid te eindigen na zijn electorale fiasco’s: hoewel Vlaams Belang in 2018 de landelijke verrassing werd van de lokale verkiezingen, bleef de eeuwige lijsttrekker in Antwerpen hangen op de schamele 10 procent waarnaar hij in 2012 was weggezakt. En dat in de bakermat van het Vlaams Blok, waar hij ooit tot een derde van de kiezers wist te verleiden. Wat de sinjorenstad als eerste confronteerde met de bestuurlijke gevolgen van die radicalisering: vanaf 1994 moesten vijf partijen op het Schoon Verdiep samenhokken om aan een meerderheid te raken. Vivaldi avant la lettre.

Hoewel een remonte er voor Dewinter wel inzit, zijn de hoogdagen onherroepelijk voorbij.

Daar zit de sterk veranderde demografie voor veel tussen. Intussen heeft 53 procent van de Antwerpenaren een migratieachtergrond. En hoewel velen onder hen best de maatschappelijk conservatieve standpunten van het Vlaams Belang kunnen onderschrijven, is de stap te groot om voor een als anti-vreemdeling geprofileerde partij te stemmen. Bovendien trokken verschillende stadsdelen ook meer progressieve bewoners van Belgische afkomst aan die gewend zijn aan een diverse leefomgeving. Voor beide evoluties staat Borgerhout symbool: dertig jaar geleden nog Blok-territorium bij uitstek, vandaag een zeldzaam stukje Vlaams grondgebied bestuurd door een linkse districtcoalitie van Vooruit, Groen en PVDA.

Die sociale evoluties beperken zich uiteraard niet tot Antwerpen, waardoor ook elders het succes van Vlaams Belang geleidelijk verschuift van de stad naar de voorstad.

Wel specifiek Antwerps is dat de stedelijke terugval een stevige duw in de rug kreeg door electorale concurrentie ter rechterzijde. Hoewel N-VA als stilaan traditionele partij allicht niet zal ontsnappen aan de nationale trend van stemmenverlies aan Vlaams Belang, zal de populariteit van burgemeester De Wever dit wel voldoende kunnen stelpen. Omdat andere partijen in verspreide slagorde en zonder krachtige kandidaat-burgemeesters aantreden, is De Wever zo goed als verzekerd van een verlengd verblijf op het Schoon Verdiep. Op dat vlak worden de Antwerpse verkiezingen even bloedstollend als verf zien drogen.

Ook hangt er spanning rond de vraag met welke coalitie De Wever zal kunnen of moeten besturen. Overduidelijk wil hij verder met Vooruit, maar of die in Antwerpen hun nieuwe naam bewaarheid kunnen maken valt af te wachten. Ze hopen dat kopstuk Jinnih Beels in de campagne opnieuw goed uit de verf komt, al wordt dat moeilijker nadat ze daar in het stadsbestuur veel minder in slaagde. Haar loyauteit aan de coalitie ging zo ver dat ze een zesde N-VA-schepen leek en op ramkoers kwam met haar collega Tom Meeuws, een pragmaticus die van de weeromstuit plots de meest ideologisch rechtlijnige socialist werd. Ook het mobiliteitsbeleid van N-VA-schepen Koen Kennis, in vergelijking met veel binnen- en buitenlandse steden wel héél autodol, ligt veel progressieve kiezers zwaar op de maag.

Bovendien kleurt de linkse concurrentie voor Vooruit lang niet enkel Groen. Want evenals die van radicaal-rechts, staat ook de wieg van radicaal-links in Antwerpen. En de evoluerende demografie biedt de PVDA wel nog meer groeikansen.

Nee, De Wever hoeft niet te vrezen dat hij een Antwerpse Vivaldi gaat mogen leiden, maar of hij blijmoedig zal worden van de mogelijke kleurencombinaties voor zijn volgende coalitie is aanmerkelijk minder zeker dan het constante kopmanschap van Dewinter.