Direct naar artikelinhoud
InterviewThomas Vanderveken

‘Ik had een paar leraars die in de buurt kwamen van Robin Williams in deze film’: Thomas Vanderveken kiest zélf zijn fragmenten

Thomas Vanderveken: ‘Ik vind 80 jaar te kort, 40 jaar lijkt dus helemaal ondraaglijk als gedachte.’Beeld Thomas Sweertvaegher

Het beste interviewprogramma op de Vlaamse televisie bestaat tien jaar. De Morgen draaide de rollen om. Welke beeldfragmenten zou presentator Thomas Vanderveken kiezen mocht hij te gast zijn in Alleen Elvis blijft bestaan? ‘Authenticiteit, wat is dat? Ben ik vandaag dezelfde persoon als gisteren?’

“Zoals mijn gasten vaak aangeven: negen fragmenten kiezen is niet simpel. Maar dit zijn ze vandaag, mijn negen”, mailde Thomas Vanderveken (42). Uit het meegestuurde document blijkt een grote liefde voor cinema en muziek en diepgewortelde dankbaarheid voor het ouderpaar dat de televisiemaker een onbezorgde jeugd schonk.

“Ik heb veel chance gehad met waar mijn wieg stond”, luidt het als we een paar dagen later plaatsnemen aan de redactietafel van Alleen Elvis blijft bestaan. Op het whiteboard staan de namen van de tien gasten van het aanstaande verjaardagsseizoen. Tussen ons liggen de twee gemailde bladzijden met de favoriete beeldfragmenten van de presentator. “Waarmee zullen we beginnen?”

1. De videoclip ‘You Can Call Me Al’ van Paul Simon (1986)

“Een grappige clip. Paul Simon speelt een soort snulletje die naast de ster zit. Hij zingt alleen de zinnetjes ‘If you be my bodyguard’ en ‘And I can call you Betty’. Graceland kwam uit toen ik vijf was, mijn vader draaide het mijn hele jeugd. Het is een monument van een album, maar dat besefte ik niet echt toen ik een tiener was. Ik was een beetje een snob toen omdat ik piano speelde en klassieke muziek het hoogste vond.”

“Toevallig is er ook de zin ‘Who’ll be my role model, now my role model is gone’, die voor mij verwijst naar wat het is om je vader te verliezen. Ik mis mijn vader (acteur Ugo Prinsen overleed in 2004 aan longvlieskanker, TPE) nog elke dag. Er gaat geen dag voorbij waarop ik ten minste één keer denk: kon ik hem nu maar iets zeggen of vragen. Ik deel regelmatig verhalen over hem met mijn kinderen, maar voor hen is mijn vader niet meer dan een herinnering van mij, niet van hen. Ontzettend pijnlijk. Toen hij overleed zei iemand in een interview: ‘Ugo Prinsen was every inch a gentleman.’ Hij was een lieve, vriendelijke man die altijd iedereen om zich heen wilde plezieren.”

“Mijn vader was ook heel geëngageerd en altijd goed voorbereid voor een rol. Zelfs als hij een documentaire insprak bereidde hij zich tot in de puntjes voor. Op elk woord stond een accent, iedere pauze had een eigen teken.”

“Ik vind het respectloos om als interviewer onvoorbereid het strijdtoneel te betreden. Jij bent nu ook voorbereid, ik voel en waardeer dat. Interviewers die binnenkomen en ‘Vertel eens’ zeggen: je herkent ze meteen. Ik kan me voorstellen dat zeer uitgesproken persoonlijkheden die clash als een voedingsbron kunnen zien voor een gepeperd gesprek. Maar dat is niet mijn methode.”

2. Toon Hermans, ‘Johnny haal es even mijn tennisracket’

“Toon Hermans doet mij nog altijd heel hard lachen. Wat een techniek! In dit fragment stuurt hij zijn toneelmeester om een tennisracket in zijn auto, en staat vervolgens minutenlang op het podium zonder iets te zeggen, en de zaal gaat eraan van de lach.”

“Als kind en jonge kerel deed ik mee aan voordrachtwedstrijden. Ik oefende thuis met mijn rug tegen de hete verwarming. Mijn vader verbeterde me dan. Toen ik puber werd, ging ik samen met een vriend de boer op met teksten van vaak Nederlandse cabaretiers. Ik wou Toon Hermans worden, maar het is me nooit gelukt een avondvullende show bij elkaar te schrijven.”

“Een carrière als pianist verkoos ik ook niet echt. Ik ben aan het conservatorium begonnen omdat ik goed muziek wou leren spelen om als cabaretier op een podium te gebruiken. Ik vind het nog altijd heel tof: op een podium staan en mensen aan het lachen brengen. Een paar keer per jaar mag ik voor het Concertgebouworkest in Amsterdam een symfonie inleiden. Ik probeer die presentaties altijd uitgesproken grappig te maken. Een publiek dat goed reageert blijft het allerhoogste. Mijn goede vriend Jan Van Looveren is onlangs gedebuteerd met een avondvullende comedyshow. Ik ben daar een beetje jaloers op. Het is wat ik ook nog altijd wil. Het gaat gebeuren, misschien, als de kinderen groter zijn.”

3. Luciano Pavarotti zingt ‘Nessun Dorma’ van Puccini op de Olympische Spelen (2006)

“Pavarotti had op dat moment al pancreaskanker. De man die opera lééft staat daar te sterven voor het oog van de wereld: dat zegt iets over de nietigheid van de mens. (denkt na) Ik weet niet of het een leuke paragraaf oplevert in De Morgen, maar: ik ben mij heel bewust van mijn sterfelijkheid. Het verlies van mijn vader en de geboorte van drie kinderen hebben het leven behoorlijk op scherp gesteld. Ik ben nu op een leeftijd gekomen waarop generatiegenoten kanker krijgen en doodgaan. Ik wil niet dood. Ik vind 80 jaar te kort, 40 jaar lijkt dus helemaal ondraaglijk als gedachte.”

“Toen ik het fragment opnieuw bekeek, heb ik weer geweend. Ik huil geregeld met klassieke muziek. Een sopraan die een halve noot omhoog gaat of de onverwachte klank van een viool op een concert: de tranen stromen vanzelf over mijn wangen. De ambitie van die componisten was grenzeloos. Zeker vanaf de romantiek en Beethoven strekten ze zich uit tot de essentie van het menselijk bestaan. (verheft stem) Wat betekent het om mens te zijn?”

4. Een scène uit de Franse film ‘37°2 Le Matin’ (1986)

“Een man en vrouw (Jean-Hugues Anglade en Béatrice Dalle, TPE) proberen ’s nachts de zetel om te bouwen tot een bed. Tijdens de installatie stort dat bed half in. Ze zitten daar in hun blote. Ik weet niet meer of ze passioneel eindigen, alleen dat ik dacht: waarom zie ik dat nooit in films? Zo is het echte leven: naakt en morsig.”

“Ik heb het idee dat het leven voortdurend bestaat uit geklungel en gestuntel. Wij hebben daarnet tien seconden een foto gemaakt en de rest van de tijd zijn we onderweg geweest. Het leven is vooral die absorberende tussenfase. Als de knoeiboel onderweg goed zit, is je leven goed. Daarom zeg ik: geniet van de knoeiboel.”

“In een scène ervoor zegt iemand: ‘Het leven is niets. Vier foto’s.’ Helemaal mee eens. Dat verwijst naar wat ik daarnet zei over mijn vader en mijn kinderen. Wat is hun herinnering aan hem, behalve een paar foto’s en mijn verhalen? Kijkend naar mijn familiestamboom ken ik vanaf mijn overgrootouders zelfs de namen van die mensen niet meer. Wie waren zij? Terwijl: dat is mijn DNA. Ik bén dat. Maar misschien is dat net goed. Het lijkt alsof wij de vruchten zijn, terwijl de tijd de schimmel is. Wij komen een tijdje spoken en geven het stokje dan door aan de volgende generatie. Soms staar ik naar mijn kinderen en zie ik een reflectie van mezelf, mijn vrouw, of zelfs mijn overgrootmoeder. Het is alsof ze zeggen: ‘Hier zijn we weer’, en zo gaat de cyclus verder.”

5. ‘What will your verse be’-scène uit de film ‘Dead Poets Society’ (1989)

“Ik heb een paar leraars gehad die in de buurt kwamen van Robin Williams in deze film: mensen die een verschil hebben gemaakt. Willy Wuyts, die me zág in het eerste middelbaar, die élke leerling zag, en een plaats gaf als individu. Maar zeker ook aan het conservatorium, de plek waar ik eindelijk thuiskwam na jaren ongeïnteresseerde klasgenoten in de les chemie.”

“Zelden hoor ik mensen vol enthousiasme praten over hun tijd op de middelbare school. Richten we ons onderwijs wel goed in? Richten we onze hele maatschappij wel goed in? Ik ben een te eenvoudig jongetje om daar verstandige dingen over te zeggen. Ik stel alleen samen met veel andere mensen vast dat we tegen de muur aan het lopen zijn. Daarom ben ik ontzettend blij dat Dirk De Wachter opnieuw naar Alleen Elvis komt. Zijn inzichten van tien jaar geleden hebben niets aan relevantie ingeboet. Ik ben benieuwd hoe hij naar zijn eigen ontwikkeling kijkt. Dirk De Wachter is de ideale gast. Hij slaagt erin om elk woord over de hele maatschappij te laten gaan, ook als hij over zichzelf praat.”

6. Een krekel die ‘Méditation from Thaïs’ van Jules Massenet speelt

“Een jeugdfragment dat mijn zenuwen heeft opengezet en iets heeft geraakt. Het stond op een van de weinige VHS’en waar wij als kind voor gezet werden als onze ouders een halfuurtje vrij wilden hebben – en dus heb ik het talloze keren gezien. Erover praten voert me onmiddellijk terug naar mijn gezegende kindertijd in Bonheiden.”

“Het zegt ook iets over hoe kinderen vandaag kijken naar de eindeloze stroom die tv is geworden, en hoe wij keken. Mijn kinderen hebben heel Netflix al leeggeroofd. Ze hebben veel meer dan ik gezien, maar hebben ze ook even goed gekéken en geluisterd als mijn broer en ik naar de fantastische viool van de krekel van ‘Méditation from Thaïs’?”

“Later moet je toch kunnen zeggen: dit is mijn jeugdfragment. Als dat niet het geval is, is er iets verloren gegaan. Heb je dan in een voortdurende stroom van entertainment gezeten die uiteindelijk niets heeft nagelaten?”

7. Een droomscène uit ‘Dumbo’ (1941) van Walt Disney

“Met roze olifanten en straffe muziek, waar kinderen en volwassenen vandaag nog steeds met open ogen naar kunnen kijken. Het is bewonderenswaardig hoe Walt Disney dat voor elkaar heeft gekregen in oorlogstijd. Entertainment hoeft niet plat te zijn, integendeel, ik geloof dat het beste entertainment ontstaat op het kruispunt van instapklaar en veellagig.”

“Ik vind dat je in dit vak altijd moet proberen om dingen te maken die net iets beter en betekenisvoller zijn dat wat al is gemaakt. Een nacht in het museum en Thomas speelt het hard waren, denk ik, geslaagde voorbeelden van programma’s waarin iets gebeurde en die een breder publiek aanspraken dan uit de briefing had kunnen blijken. In Factcheckers probeer ik af en toe een item te smokkelen dat mensen moet doen nadenken. Dan sta ik toch maar mooi voor anderhalf miljoen kijkers op de stoep van Nestlé de cacaoindustrie aan te klagen voor kinderarbeid.”

8. De ‘Il dottore’-scène uit de documentaire ‘Fuocoammare’ van Gianfranco Rosi (2016)

“Een van de vele meesterlijke fragmenten die ik heb leren kennen dankzij Alleen Elvis. Het werd gekozen door Ilja Leonard Pfeijffer. Een dokter zit aan een computer en vertelt ijzig kalm over de verschrikkelijkste dingen die hij met bootvluchtelingen zag gebeuren. Hoe is het in godsnaam mogelijk dat Europa, een van de rijkste economische blokken ter wereld, niet in staat is om de vluchtelingenstroom aan zijn grenzen beter te beheren? Dat zelfs politici van het midden ineens geen mannen meer willen opvangen. Hoe durf je dat eigenlijk? Het is een schande, en af en toe kunnen televisie en cultuur de politieke aanklacht ook een menselijk gezicht geven.”

“Na het lezen van The Most Good You Can Do van de Australische moraalfilosoof Peter Singer besloot ik 5 procent van mijn loon aan goede doelen te geven. Ik neig vooral naar armoedebestrijding, onderwijs en medische hulp. (denkt na) Terwijl ik erover praat met jou, voel ik me een gutmensch die zijn eigen gedrag zit goed te praten in de krant. Kijk eens wat een deugdpronker ik ben! Dat is was Nic Balthazar tegen zich heeft gekregen. Veel mensen vonden hem ‘die zaag voor het klimaat’. Hij wilde niet zagen over het klimaat. Hij waarschuwde alleen, en dat járen geleden al: ‘Opgelet, het is veel erger dan je denkt.’”

9. Linda De Mol in ‘Zomergasten’ (2007)

“Presentator Joris Luyendijk die aan het einde van zijn Zomergasten met Linda De Mol achteroverleunt en zich luidop afvraagt of de beroemdste vrouw van Nederland de voorbije drie uur zichzelf is geweest. ‘Heb ik nu met Linda De Mol gepraat of met het beeld dat ze van zichzelf wil projecteren?’ Elk interview is een show, verklaard gedrag. Dit interview ook. Ik praat niet alleen tegen jou, maar ook tegen de lezers van De Morgen. Wij weten dat, we voeren samen dit toneeltje op. Jij maakt iets van mijn woorden en ik mag de tekst eerst nalezen. Tegelijk is elk interview een zoektocht naar authenticiteit. Maar wat is dat? Ben ik vandaag dezelfde persoon als gisteren? Ik weet het niet.”

“Zelden heb ik het gevoel dat ik een interviewee heb kunnen doorgronden. Doorgronden is veel gevraagd. Maar ik heb wel bijna altijd het gevoel dat er échte communicatie heeft plaatsgevonden. Bijna alle gasten vragen na afloop: wat vond je ervan? Mensen willen een passage in Alleen Elvis goed doen. Dat is een generositeit die het programma heeft opgebouwd. Het eindresultaat hangt dus voornamelijk af van de gast. Oké, misschien speelt de presentator ook een rol. Zoals een kind vooral de verdienste is van de moeder en minder van de vroedvrouw: het moet wel levend ter wereld komen natuurlijk. (lacht) En liefst met het hoofd eerst.”

Alleen Elvis blijft bestaan: elke vrijdag om 21.30 uur op VRT Canvas.

Thomas Vanderveken: ‘Ik vind het respectloos om als interviewer onvoorbereid het strijdtoneel te betreden.’Beeld Thomas Sweertvaegher