Direct naar artikelinhoud
ReportageBetoging Brussel

‘Het is een pijn die je voelt van mens tot mens’: op de Brusselse betoging tegen oorlog in de Gazastrook

Zo’n twaalfduizend demonstranten betoogden vandaag in Brussel tegen oorlog in Gaza.Beeld Tim Dirven

Op het Brusselse Schumanplein kwamen afgelopen zondag naar schatting 12.000 mensen bij elkaar voor een demonstratie ter ondersteuning van het Palestijnse volk en een oproep tot een staakt-het-vuren in de Gazastrook. Hoewel de beweegredenen soms van elkaar verschilden, stroomde de mensenzee toch in eenzelfde richting. ‘We moeten hier gewoon zijn.’

“Wow. Shit. Oké”, laat Charlotte zich ontvallen wanneer de mensenmassa die op het Brusselse Schumanplein heeft postgevat opdoemt. De eerste aanblik is dan ook indrukwekkend: honderden Palestijnse vlaggen contrasteren heftig met het administratieve grijs van het bestuurlijke hart van Europa. “Dit is eigenlijk mijn eerste protest”, geeft de jonge vrouw toe. “Ik ben normaal niet zo voor mensenmassa’s. Een aantal van mijn vrienden besloten ook om thuis te blijven omdat ze bang zijn na wat er maandag gebeurd is. Maar ik weet het niet. Onze politici kiezen zo openlijk de kant van Israël en laten de Palestijnse bevolking in de steek. Ik had het gevoel dat ik iets moest doen, dat ik wilde laten zien dat ik niet achter die beslissingen en communicatie sta.”

Het is ongetwijfeld de reden waarom de manifestatie begint en eindigt op het Schumanplein, waar de verzamelde massa in het Nederlands en het Frans wordt toegesproken. “Wij zijn de Europese hoofdstad, laten we een signaal sturen naar onze leiders en naar de hele wereld dat we deze afslachting niet in onze naam laten doorgaan”, schalt door de luidsprekers, die overstemd worden door het boegeroep wanneer de naam Ursula von der Leyen valt.

“En marche!”, klinkt na een half uur van toespraken, terwijl enkele vuurpijlen afgeschoten worden en de massa zich in beweging zet. Een paar honderd mensen blijven achter op het Schumanplein, waar de mensenzee in het rond blijft kolken in plaats van richting de Belliardstraat te stromen. Toch wordt de sfeer er nooit grimmig.

Peuters

Op het dak van de ingang van metrostation Schuman hebben een tiental jongeren plaatsgenomen. Ze dragen keffiyehs rond hun schouders of zwaaien uitgelaten met een metersgrote Palestijnse vlag. “Free free Palestine”, roepen ze naar de massa aan hun voeten, die de slogan meteen enthousiast terugkaatst. Een oudere man schudt lachend het hoofd terwijl hij het gebeuren met zijn smartphone filmt. “Dat zijn jongens die normaal door iedereen als criminelen bekeken worden. En zie ze nu staan. Voor al deze mensen die eens naar hen luisteren.”

Ook Natalie slaat het tafereel van een afstandje gade. In een draagzak op haar rug zit een schattige peuter met gehoorbeschermers die uitgelaten met een rammelaar vol belletjes slaat. “Ik heb het gegoogeld: how to take a baby to a protest”, lacht de Brusselse. “We vonden het heel belangrijk om hier vandaag te zijn. Ik ben het beu om te zien hoe zoveel mensen als tweederangsburgers worden behandeld, zowel in mijn stad als wereldwijd. En ik vind op straat komen voor mensenrechten wel een belangrijk deel van mijn dochters opvoeding.”

Peuters
Beeld Tim Dirven

Natalies peuter is lang niet de enige mini-manifestant. Opvallend veel gezinnen met jonge kinderen hebben postgevat in de rustigere zone achter het podium. “Ik denk niet dat dat zo verwonderlijk is. Dit conflict raakt ontzettend veel gezinnen en kinderen. Die beelden…”

Ze maakt haar zin niet af. Dat hoeft ook niet. De beelden waarvan bijna sprake nestelden zich de voorbije week in het collectieve geheugen. Sommige manifestanten dragen in lakens gewikkelde babypoppen, besmeurd met rode verf. “De bevolking is het slachtoffer van de megalomane beslissingen van politici”, zegt Leen, die een Palestijnse vlag op haar wang heeft geschilderd. “Het is dus aan ons om op straat te komen, om onze menselijkheid te tonen en vooral: te beschermen.”

Eén volk

“Hoezo ‘waarom wij hier zijn’? Het is toch duidelijk waarom we hier zijn?” Een jonge vrouw bekijkt me vreemd en loopt voort. Ze heeft natuurlijk een punt. Want terwijl de meningenmengelmoes op sociale media knettert, knarst en vonkt, lijkt de boodschap op en rond het Brusselse Schumanplein eenvoudig en eenduidig gedragen in de vorm van honderden kartonnen bordjes. ‘Free Palestine. End war crimes. Stop the genocide.’ Wie doorvraagt, komt uiteraard verschillende interpretaties van die sentimenten tegen, het ene al wat radicaler dan het andere. Maar toch brachten al deze verschillende beweegredenen een massa van twaalfduizend man op de been voor een Brussels blokje om.

“We moesten hier gewoon zijn”, luidt de zin die het vaakst terugkeert wanneer ik vraag naar de drijfveren om een zonnige herfstdag door te brengen tussen het beton van de diplomatie in plaats van in het nabijgelegen Jubelpark, bijvoorbeeld. Het conflict dat door velen bestempeld wordt als ontzettend complex krijgt vandaag, voor enkele uren, een duidelijke benadering. Er zijn, dus. Je stem laten horen. Je steun betuigen. Een signaal uitsturen. En soms ook je machteloosheid gestut voelen door duizenden anderen.

“Ik doe al een hele week geen oog dicht”, zegt Benamar, die samen met haar dochter aan de rand van de rotonde staat. “Het doet zo ontzettend veel pijn, al dat leed. Wij zijn zelf van Marokkaanse afkomst, maar ik voel ontzettend mee met de mensen in Gaza. Hun pijn is onze pijn. Ook omdat we onder de islam allemaal één volk zijn, maar het is niet simpelweg te herleiden tot een religieuze kwestie. Het is zelfs nog eenvoudiger dan dat: het is een pijn die je voelt van mens tot mens.”

Eén volk
Beeld Tim Dirven