Direct naar artikelinhoud
InterviewSaar Depuydt

Vrijwilliger Saar Depuydt krijgt Prijs voor Mensenrechten: ‘Duinkerke is de onmenselijkheid van ons asielbeleid’

Saar Depuydt: ‘Duinkerke, dat is de ongelooflijke onmenselijkheid van ons asielbeleid. En het gigantische falen ervan.’Beeld Thomas Sweertvaegher

Saar Depuydt (42) is de winnaar van de Prijs voor Mensenrechten. De Liga voor Mensenrechten erkent hiermee haar inzet voor mensen op de vlucht: al jarenlang trekt ze in haar vrije tijd met hulpgoederen naar Duinkerke. ‘Ik doe gewoon wat ik kan doen en vind dat ik moet doen.’

Wekelijks laadt Saar Depuydt haar auto vol boodschappen en rijdt vanuit Gent naar Duinkerke, naar het provisorisch tentenkamp waar mensen wachten om de oversteek naar het Verenigd Koninkrijk te maken. Ze houdt er een strak schema op na: donderdagavond boodschappen doen en voedselpakketjes maken. Vrijdag in de namiddag naar Duinkerke, om fruit, suikerwafels, koffiekoeken (die ze ter plekke nog haalt), water en powerbanks uit te delen. Zaterdag herhaalt ze dit.

Depuydt werkt doordeweeks fulltime als vervolgschoolcoach op een OKAN-school, waar ze jonge nieuwkomers begeleidt om een plekje in het onderwijssysteem te vinden. Al haar vrije tijd – behalve de zondag – steekt ze in het vrijwilligerswerk, ook de schoolvakanties.

Momenteel zit ze thuis. Begin oktober was Saar Depuydt aanwezig in Duinkerke toen een mens op de vlucht dood uit het kanaal werd gehaald. Het was de druppel die een al volle emmer deed overlopen, hoewel ze het moeilijk vindt om te aanvaarden dat zij de tijd kan nemen om te herstellen. Mensen op de vlucht hebben dat privilege immers niet.

Saar Depuydt is heel duidelijk: het interview mag niet te veel over haar gaan. “Ik wil liever niet de spotlight op mij: ik doe gewoon wat ik kan doen en vind dat ik moet doen”, zegt ze. De mensenrechtenactivist vindt de prijs “een ongelooflijke eer”, maar wordt er ook ongemakkelijk van: “Het is mijn naam die de prijs krijgt, maar eigenlijk is de prijs voor mensen op de vlucht. Dat is ook het thema tijdens de uitreiking: ik wil laten zien dat zij meer zijn dan alleen hun vluchtidentiteit.”

Hoe reageerde u toen u hoorde dat u de Prijs voor Mensenrechten krijgt?

“Ik ben beginnen te lachen. Toen ik eerder hoorde dat ik bij de vijf genomineerden zat en hoorde wie de anderen waren, dacht ik: dan stopt het hier (zie kader). Het is zo surrealistisch. Er zit geen organisatie achter mij, het is maar ik op mijn eentje.”

Ze haast zich om toe te voegen: “Nu ja, er is geen vzw. Maar ik heb wel een trouwe achterban die mij op sociale media steunt, oproepen verspreidt en geld doneert. Zonder hen kan ik niet wekelijks naar Duinkerke rijden. En ook niet zonder mijn mama, die wekelijks alle powerbanks oplaadt.”

U kiest er bewust voor om geen vzw op te richten en hier uw fulltime baan van te maken.

Stellig: “Nee.”

Waarom niet?

“Omdat ik dat helemaal niet wil. Want dan moet ik mezelf een loon uitbetalen en dat zijn centen die dan niet naar de mensen daar gaan. Ik heb werk en ik doe dat supergraag. Zoals dat het nu is, is het eigenlijk (pauzeert even) niet altijd even haalbaar, maar wel haalbaar.

“Daarnaast heb ik een zeer concrete visie. Ik maak geen foto’s van de gezichten van mensen, ook niet als ik toestemming heb. Hoe kan iemand die net bij je in de rij heeft gestaan om eten te krijgen daar nee tegen zeggen? Die machtsverhouding klopt niet. Als ik een vzw start, ben ik bang dat ik niet helemaal kan vasthouden aan waar ik voor sta, dat het niet meer kan zoals ik het wil. (lacht) Nu klink ik echt als een verstarde activist.

Een kapotte rubberboot op een strand nabij Duinkerke. ‘Een boot kapotsnijden terwijl mensen erop zitten en traangas spuiten terwijl families uit het water proberen te komen? Hoe kan dat?’Beeld Getty Images

“Voor mij gaat het over ondersteunen, niet om helpen. Want of ik nu ga of niet ga: mensen overleven. Die hebben al die hele tocht achter de rug met heel veel verschrikkingen. In Duinkerke is de situatie niet gemakkelijk. Maar of ik daar nu ben of niet ben: ze hebben mij niet nodig. Ik vind het belangrijk om dat in mijn achterhoofd te houden.”

Toen ik vroeg of ik mee mocht naar Duinkerke, had u dat liever niet. Waarom niet?

“Omdat ik niet kan inschatten of jij dan misschien wel foto’s gaat nemen en hoe jij zal reageren. Door de jaren heen heb ik een vertrouwensband gecreëerd met de community. Zij weten dat ik geen journalisten meeneem, dat ze mij kunnen vertrouwen als ik foto’s neem. Het zou mij gigantisch helpen als ik dat wel zou doen, om meer bereik te hebben. Maar het helpt niet het kind dat op de vlucht is.”

Hoe bent u met dit vrijwilligerswerk gestart?

“Ik ben in september 2015 gestart in Calais. Begin die maand spoelde het lichaam van Alan Kurdi aan, na een mislukte overtocht tussen Turkije en Griekenland. Ik had vrije tijd en ik wou mensen op de vlucht ondersteunen. Via Facebook kwam ik in contact met een groep mensen die naar het kamp in Calais wilden rijden om met goederen te ondersteunen, ik ging met hen mee. Nadat het kamp ontbonden werd in 2016, bleven we naar de transitkampen rijden, waar mensen op vrachtwagens probeerden te raken. Toen dit niet veel later vrijwel onmogelijk werd, begonnen de boten.

“In Calais heb ik mijn ex leren kennen, hij kwam uit Sudan. Nadat hij zijn status kreeg in Frankrijk, zijn we met vrienden van hem in Duinkerke beginnen te werken. In coronatijd zijn wij uit elkaar gegaan, maar ben ik blijven gaan. Tot nu.”

Hoe is de situatie nu in de bossen van Duinkerke?

“Momenteel zijn er meer dan duizend mensen. Dat we water en powerbanks uitdelen, is superbelangrijk. Er zijn geen waterpunten, er is geen elektriciteit. Vijf 1.000-liter watercontainers worden dagelijks ontsmet en gevuld door vrijwilligers. Er zijn geen toiletten en douches. Het toilet is: kies maar een plek. Vrijwilligers hebben onderhandeld met een sportzaal, waar mensen kunnen douchen.

“Wekelijks zijn er ontruimingen. Dan komt de Franse ordepolitie. Zij halen mensen uit tenten, gooien tenten, dekens en slaapzakken in de container of in de modder, of snijden ze kapot. Als je niet snel genoeg bent, ben je je persoonlijke spullen kwijt. Mensen worden in bussen gedwongen en in goedkope hotels gezet. Zij keren gewoon terug. Inmiddels checken vrijwilligers in de ochtend de hotels waar de Franse ordepolitie slaapt om te zien of er bedrijvigheid is. In dat geval waarschuwen ze. Mensen verstoppen dan hun tent en verdwijnen even uit zicht.”

Waarom gebeurt dit op deze manier?

“Om mensen op de vlucht en vrijwilligers te ontmoedigen. Ik kan mij niet voorstellen hoe traumatisch het moet zijn om in je tent te liggen en wakker te worden met schreeuwende politie. Het overkomt ook families. Het is een symbolische actie, het toont alleen dat Frankrijk iets doet. Het lost niets op, maar wat doet het met mensen?”

Nu is Duinkerke in Frankrijk, maar u koppelt wat u daar ziet niet los van de opvangcrisis in België.

“Mensen komen vanuit heel Europa naar Duinkerke. Ze willen naar het Verenigd Koninkrijk om verschillende redenen: soms hebben ze er familie of spreken ze Engels. Of het lukt hen niet om in een Europese lidstaat een leven op te bouwen. Er zijn mensen die een negatief besluit hebben gekregen en het Kanaal oversteken om het opnieuw te proberen. Het VK is ook een land waar mensen zonder papieren gemakkelijker kunnen verblijven.”

Wat representeert Duinkerke voor u?

(Fel) “De ongelooflijke onmenselijkheid van ons asielbeleid. En het gigantische falen van ons beleid. De deal met Tunesië. De deal met Turkije. Fort Europa.

Saar Depuydt: ‘Ik ben veel radicaler ­geworden in mijn denken door wat ik in Duinkerke heb gezien.'Beeld Thomas Sweertvaegher

“Alleen de mensen die we willen, mogen komen. Er wordt een gigantisch onderscheid gemaakt, en dat hangt vaak samen met geloof, met kleur. De enige Oekraïners die in Duinkerke gezeten hebben, zijn mensen van kleur die op de vlucht waren in Oekraïne. De opvang van de rest van de Oekraïners in Europa toont aan dat een safe passage mogelijk is, dat er draagvlak gecreëerd kan worden.

“Ik heb mijn Belgisch paspoort, ik hoef mij geen zorgen te maken. Dat heb ik heel hard geleerd de afgelopen jaren: mijn white privilege, mijn papieren privilege. Ik kan overal ter wereld gaan. Vergelijk dat eens met iemand uit Afghanistan. Hoe oneerlijk is dat, wie heeft dat ooit beslist? Ik word daar gigantisch kwaad van.”

Momenteel bent u niet meer aan het werk. Hoe komt dat?

“Twee weken geleden is er een mens op de vlucht uit het water gehaald. Hij was dood. Ik was in het kamp en ben erbij gehaald. Voor mij was het de eerste dode die ik gezien heb. In België kun je kiezen om een overleden familielid te bezoeken of niet. Ik heb dat nooit willen doen, omdat ik het beeld wilde vasthouden van hoe mensen in leven waren. Dat ik die keuze heb is ook privilege, en doden liggen in België meestal niet op straat. Mensen op de vlucht waren verbaasd: ‘Hoe kan het dat je dit nog nooit gezien hebt?’

“Het is een trigger geweest. Ik ben nu even ziek thuis en krijg tijd om te herstellen. Ondertussen ontvouwt zich voor ons een genocide in Gaza en dan denk ik: ik ben overstuur van één lijk en van de ellende die ik hoor en zie. Ik moet het nog niet eens zelf ondergaan. Rust is nu nodig, maar ik vind het heel moeilijk.”

Kunnen we ons inleven in de realiteit van mensen op de vlucht?

“Nee. Het eerste jaar dat ik les gaf bij OKAN, hadden we net het woord ‘koe’ geleerd. Ik wees naar buiten naar gras, en vroeg: wat eet een koe? Waarop een van die leerlingen zei: ‘Ik heb dat ook gegeten in Bulgarije, want toen was er geen eten’. Wij kunnen ons niet inbeelden wat zij allemaal hebben meegemaakt, zoals het geweld van politie, de vernederingen, en het gemis van familie en vrienden.”

Al uw vrije tijd gaat op aan uw vrijwilligerswerk. Is uw kringetje kleiner geworden?

“Ja, en nee. Ik heb veel nieuwe contacten, maar mijn vriendengroep van vroeger is zeer klein geworden. Dat is ook wel confronterend. Ik ben bij heel veel dingen niet, hé? Ik heb alleen tijd op zondag, of een dag in de vakantie.

“Mijn familie steunt me, en veroordeelt me niet als ik op kerstavond aankom in mijn botten en met mijn kledij in modder. Dan mag ik gewoon zo aan tafel aanschuiven, er is niemand die daar iets over zegt. Mijn mama is mee geweest naar Calais, maar dat ging niet meer door gezondheidsredenen. Nu zorgt ze voor de powerbanken.

“De vrienden die gebleven zijn, zijn heel begripvol. Mijn collega’s ook, ze vragen maandag altijd hoe het in Duinkerke was. De socialemediabubbel waar ik in zit is ook fantastisch.”

U hebt een open Instagram-account. Krijgt u niet ook negatieve reacties?

“Nee, ik blokkeer mensen direct bij negatieve comments. Ik heb een open account nodig, draagvlak creëren is minstens zo belangrijk voor mij als mijn werk in Duinkerke.”

Door rugklachten schakelt u sinds kort mensen in om u in Gent te helpen met het inladen van de boodschappen. Ook nu u thuis zit gaat u nog naar Duinkerke. Blijft dat haalbaar?

“Het is een moeilijke afweging. Soms denk ik eraan om te stoppen. Maar ik heb daar ook schrik van: het neemt zoveel tijd van mijn leven in, wat ga ik dan doen?”

Bent u bang voor een zwart gat?

“Ja, eigenlijk wel. Het klinkt vreemd om te zeggen, maar ik vind het heel leuk om te doen. Ik krijg er veel waardering en vriendschap voor terug, en mijn blik is vergeleken met acht jaar geleden gigantisch verruimd.”

Hoe heeft het werk u als persoon veranderd?

“Mijn leven voor 2015 en nu is in niets met elkaar te vergelijken. Toen zat ik in een typisch Vlaamse situatie: ik stond voor de klas, had vijftien jaar een relatie en had een huis gekocht. Ik ging in mijn vrije tijd op reis en naar concerten. Ik had toen een zekere rust die ik niet meer heb. Ik was altijd een fantastisch goede slaper. Sinds mijn eerste bezoek aan Calais slaap ik niet meer door.

“Ik ben veel radicaler geworden in mijn denken. Dat komt ook door wat ik in Duinkerke heb gezien: er is altijd politiegeweld, maar het kapotsnijden van een boot terwijl mensen erop zitten en traangas spuiten terwijl families proberen uit het water te komen? Hoe kan dat? Het leed van mensen op de vlucht is voor mij veel tastbaarder geworden.”

De Prijs voor Mensenrechten wordt sinds 1991 jaarlijks toegekend door de Liga voor Mensenrechten aan een persoon, organisatie of initiatief die zich heeft ingezet voor de rechten van de mens. De Liga werkt aan de verbreding van het draagvlak voor mensenrechten, rond thema’s als antidiscriminatie, politie(geweld), migratie en privacy. Saar Depuydt is door de vrijwilligers van de Ligaraad op de shortlist gezet om haar jarenlange inzet voor mensen op de vlucht. Leden hebben haar vervolgens tot winnaar gekozen.

“Saar Depuydt trekt belangeloos naar Duinkerke, gedreven door de onrechtvaardigheid die mensen op de vlucht meemaken. Op haar Instagram-account brengt ze hun verhalen naar voren en kaart ze hun erbarmelijke en mensonwaardige toestanden aan”, motiveert de Liga voor Mensenrechten de nominering. De prijs is ook een duidelijk signaal richting beleidsmakers. “De opvangcrisis toont aan dat onze overheid weigert om de basisrechten van kwetsbare mensen in te vullen. Idealiter zouden mensen als Saar Depuydt niet nodig moeten zijn.”

Andere genomineerden waren Grip vzw, Paul Goossens, Bruzelle en Gastvrij Netwerk van Vluchtelingenwerk Vlaanderen. De uitreiking vindt op 9 december plaats in de Beurs in Brussel, een dag voor de Dag van de Mensenrechten.

Eerdere winnaars zijn Roger Lybaert, BOEH!, Zwijgen is geen optie, Radio Gaga, Ayoub Bouda, Dirk Van Duppen, Gerrit Loots en de Jihad van de Moeders, Globe Aroma, Khalid Benhaddou, Humane Opvang van vluchtelingen en Henri Heimans.