LEES OOK. Na Rode Duivel nu ook duurste vogel: Arthur Vermeeren laat met marktwaarde van 25 miljoen euro iedereen achter zich in de JPL

Dinsdag haalde Transfermarkt nog maar eens de cover van het sportkatern van jouw krant: de marktwaarde van Arthur Vermeeren was op populaire voetbal­website gestegen van 18 naar 25 miljoen euro. De 18-jarige middenvelder van Antwerp sprong daardoor over AA Gent-spits Gift Orban naar de eerste plaats in de ranking van duurste spelers in de Jupiler Pro League. Bart Tamsyn is bij het Duitse bedrijf Transfermarkt regiomanager voor België en Nederland. De West-Vlaming werkte jarenlang als vrijwilliger voor de website - noem het een uit de hand gelopen hobby. Maar vanaf 1 januari wordt het zijn fulltime job. Tamsyn zal dan de enige Belgische werknemer zijn in een bedrijf dat in 2000 werd opgericht en wereldwijd intussen meer dan 80 mensen tewerkstelt.

Geen giswerk

“Hoe zo’n nieuwe marktwaarde wordt bepaald? We hebben allereerst een grote community die het voetbal van erg nabij volgt”, vertelt Tamsyn. “Daarnaast steunen we ook op het werk van onze vele vrijwilligers die scoutingswerk verrichten en enorm veel gegevens verwerken. De meeste cijfers krijgen we binnen via databedrijf Opta, maar voor de lagere reeksen in België werken we bijvoorbeeld met de gegevens vanop de website van Voetbal Vlaanderen. Op basis van alle input discussiëren we dan een paar keer per jaar over eventuele nieuwe marktwaardes. Die updates zijn dus voor alle duidelijkheid niet gebaseerd op logaritmes of automatische processen. Nee, alles wordt manueel verwerkt. Soms discussiëren we bijna tien minuten of de nieuwe marktwaarde van een bepaalde speler 300.000 of 400.000 euro moet zijn. Het is niet zomaar ­giswerk.”

Uiteraard spelen ook de transfersommen die clubs voor spelers willen betalen een grote rol. “Als wij de marktwaarde van een speler op 2 miljoen euro hebben geschat maar een club er nadien 10 miljoen euro voor neertelt, dan zijn wij genoodzaakt om op basis van die info de marktwaarde bij te stellen.”

Heilige graal

En daar wringt het schoentje soms. Journalisten, makelaars én clubs consulteren Transfermarkt regel­matig. De website wordt vaak als de heilige graal beschouwd voor het bepalen van marktwaardes. Clubs en makelaars kunnen liegen over transfersommen. Die hoeven namelijk niet in elk land openbaar gemaakt te worden. Voetbaljournalisten doen er dan weer alles aan om de exacte transfersommen te weten te komen.

Dus werpt de vraag zich op: hoe eerlijk verloopt de wisselwerking tussen Transfermarkt en de andere betrokkenen in de voetbal­wereld? “We hebben eigenlijk best wel een goede samenwerking met clubs en makelaars”, vertelt Tamsyn. “Dat wil daarom niet zeggen dat ze altijd akkoord gaan met de marktwaarde die wij aan hun spelers geven. Nauwelijks een kwartier na de bekendmaking van de nieuwe marktwaardes in de Jupiler Pro League kreeg ik al een mail van een voorzitter van een Belgische club. Hij had een andere idee over de marktwaardes van de spelers van zijn club. Voor alle duidelijkheid: wij maken daar geen probleem van. We gaan graag in dialoog om aan die mensen onze visie, gesteund op onze data, te geven. Wij zijn echter niet omkoopbaar of manipuleerbaar.”

Advertentie-inkomsten

In tegenstelling tot Wyscout en andere websites met voetbaldata is Transfermarkt vooralsnog volledig gratis. Je hoeft geen betalende ­account op de website aan te maken om de vele gegevens te kunnen raadplegen. Maar wie financiert de werking van het bedrijf dan? Hoe kan Transfermarkt ruim 80 werknemers een maandloon uitkeren? “We ­hebben een scoutingsmanagementtool genaamd Scoutastic, maar we teren voor een groot deel op ­reclame-inkomsten”, zegt Tamsyn. “De Belgische website lokt ongeveer 25.000 bezoekers per dag die ­gemiddeld vijf tot zes pagina’s aanklikken. Dat gaat dus over meer dan 100.000 pageviews per dag. En ­België is voor ons dan nog een kleine markt. In Duitsland, Turkije en Italië blijft het aantal gebruikers jaar na jaar stijgen. Op transfer deadline day hadden we wereldwijd in minder dan 24 uur meer dan 10 miljoen ­bezoekers, goed voor bijna 60 miljoen pageviews. Daar kan je al ­serieus wat advertentie-inkomsten mee genereren.”

Eigen redactie

Transfermarkt blijft ook alsmaar verder uitbreiden. Zo krijgt het ­stilaan voet aan de grond in Zuid-Amerika. Na een Braziliaanse, een Argentijnse en een Colombiaanse website heeft het sinds kort ook een Peruviaanse tak. Daarnaast is Transfermarkt ook actief in grote landen als India, Japan, Zuid-Afrika en de Verenigde ­Staten.

Transfermarkt maakt daarnaast ook al een tijdje artikels, voornamelijk gebaseerd op hun eigen data. “Dat is in Duitsland begonnen”, aldus Tamsyn. “Daar is onze hoofdzetel en hebben we ook een redactie met journalisten die stukken schrijven. Toen we merkten dat dat geapprecieerd werd door onze gebruikers hebben we dat ook opgestart in andere landen. Het is niet onze bedoeling om in concurrentie te gaan met de traditionele voetbalmedia, maar wel om artikels vanuit onze data te schrijven. Eigen content dus. Al zullen we uiteraard de kans op een goed interview met een protagonist uit de voetbal­wereld nooit afslaan.”

Blijven innoveren

De laatste jaren hechten voetbalfans ook veel waarde aan extra ­gegevens zoals spelerslonen, expected goals (xG) en passing­percentages. Transfermarkt blijft ­innoveren en bekijkt op welke vlakken de website nog kan uitgebreid worden. “Vooral de details over verkoopcontracten van spelers zijn heel interessant. Door de ­tekenbonussen en allerhande premies is het ook voor ons zoeken naar wat de exacte transfersom is en wat er betaald werd voor ­extra’s. Door onze goede contacten met clubs en makelaars wordt dat gelukkig bijna altijd ­uitgeklaard en kunnen we via onze database duidelijkheid scheppen voor onze gebruikers. We krijgen daarvoor trouwens ook tips vanuit onze community, waarvoor we hen uiteraard heel dankbaar zijn.”