De procedure werd op 30 juli 2020 geopend na een reeks klachten over enkele geheime ontmoetingen tussen Infantino en procureur-generaal Michael Lauber, die een week eerder zijn ontslag had aangekondigd. De ontmoetingen vonden plaats tussen 2015 en 2017. Lauber voerde toen onderzoek naar het corruptieschandaal bij de FIFA en meer in het bijzonder naar de toewijzing van de WK’s 2018 en 2022 aan respectievelijk Rusland en Qatar.

Na de wraking van Stefan Keller in 2021 namen federale aanklagers Hans Maurer en Ulrich Weder de zaak in handen. De FIFA maakte donderdag bekend dat de zaak nu werd geseponeerd zonder dat er een klacht werd ingediend.

Infantino voegde zelf toe: “Dit is een volledige en duidelijke overwinning voor mij, voor de nieuwe FIFA en voor justitie. Het is nu duidelijk dat de beschuldigingen tegen mij slechts pogingen waren van arme, jaloerse en corrupte mensen. Ze wilden mijn reputatie aanvallen. Als deze mensen nog enige waardigheid hebben, zouden ze op z’n minst het fatsoen mogen hebben om zich te verontschuldigen voor hun acties en de schade die ze hebben veroorzaakt. Het onderzoek bevestigt dat ik altijd op een wettige en correcte manier heb gehandeld, waarbij ik altijd uitsluitend de belangen van het voetbal en de FIFA heb verdedigd.”

De aanklagers verklaarden in een persbericht dat bij het onderzoek werd gekeken naar vier verdachte bijeenkomsten tussen Infantino en Lauber. “De onderzoeken hebben het verdachte vermoeden niet ondersteund”, zo klonk het.