Direct naar artikelinhoud
InterviewCharlotte De Bruyne en Veerle Baetens

‘Ik heb vaak moeten wenen na takes. Als je veel opgekropte woede en onverwerkte tristesse speelt, komen die emoties er vroeg of laat ook écht uit’

Charlotte De Bruyne en Veerle Baetens: 'Ik heb toch vaak moeten wenen na takes. Als je veel opgekropte woede en onverwerkte tristesse speelt, komen die emoties er vroeg of laat ook écht uit.'Beeld Johan Jacobs

De verfilming van Het smelt is als een metershoge golf die op je afstevent: je wéét dat je zult worden meegetrokken in de diepte. Debuterend regisseur Veerle Baetens (45) maakte van Lize Spits debuutroman een diepmenselijk, maar mokerhard drama over trauma en stilte. Ze vond haar hoofdpersonage Eva in Charlotte De Bruyne (33), die zich met baetensiaanse gretigheid in de rol vastbeet. Het ijs was meteen gebroken, of toch gesmolten: uit de samenwerking vloeide een gulzige vriendschap.

In de tuin van fotograaf Johan Jacobs, de geheime oase van Humo, stelen Veerle Baetens (The Broken Circle Breakdown, Tabula rasa) en Charlotte De Bruyne (De twaalf, Little Black Spiders) het laatste zonnetje. Vervolgens laten ze vrolijk hun licht over elkaar schijnen.

Veerle Baetens: “Charlotte stortte zich helemaal in haar rol en voor die overgave ben ik haar eeuwig dankbaar. Met haar Eva heeft ze mij gegeven wat ik wilde, wat ik nodig had, waar ik van droomde.”

Charlotte De Bruyne (verlegen kuchje)

Baetens: “Je werpt in de film op een bepaald moment een blik die me, ook al heb ik ’m in de montagecel wel duizend keer gezien, elke keer opnieuw doet volschieten. Ik heb mijn fetisjactrice gevonden, denk ik (lacht).”

De Bruyne: “Vanaf nu werken we alleen nog met elkaar! Serieus, Veerle, zoals jij het beste uit je acteurs haalt, dat heb ik nog geen enkele regisseur zien doen.”

Baetens (wuift weg): “Maar ja, ik ben zelf actrice.”

Een goeie voetballer is niet per se een goeie trainer.

De Bruyne: “Voilà. Maar Veerle dus wel. Ze was veeleisend, maar op een manier die je enthousiast maakte, die afstraalde op iedereen. De ploeg heeft echt voor haar gevochten, terwijl zijzelf als een lichtende Jeanne d’Arc vooropliep in de strijd. Hoe donker de film ook is, ik zou Het smelt zo opnieuw willen maken.”

Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?

De Bruyne: “Ik kende Veerle natuurlijk van haar rollen als actrice, maar we hadden elkaar nog nooit ontmoet.”

Baetens: “Jawel! Weet je dat niet meer? Je bent eens bij mij komen slapen.”

De Bruyne: “O, natuurlijk! In haar tuin heeft Veerle een schrijfhuisje – een soort boomstudio ter hoogte van het bladerdek – dat ze aanbiedt aan kunstenaars die een stek in de luwte zoeken. Waarom doe je dat eigenlijk, Veerle?”

Baetens (schouderophalend): “Omdat ik veel heb gekregen van de wereld, en dan geef ik graag iets terug.”

De Bruyne: “Ik weet vooral nog dat je de sleutels kwam brengen – ik was er om met Anemone Valcke aan een tv-serie te schrijven – en dat ik helemaal ondersteboven van je was.”

Baetens: “Maar ik was net onder de indruk van júllie! Ik dacht: wauw, zulke sterke vrouwen bijeen, ik voel me klein.”

De Bruyne: “Allee, Baetens, zo onzeker.”

Baetens: “‘Veerle Baetens is onzeker’: het wordt toch niet wéér de kop, hè? (lacht) Maar het is zo. Ik weet wat ik wil, maar de twijfel overvalt me vaak.”

Charlotte, wat bedoel je als je zegt dat Veerle het beste uit haar acteurs haalt?

De Bruyne: “Ze heeft me voor het eerst echt doen spelen. Ik had al mooie dingen mogen doen, maar ik heb nog nooit zo hard geacteerd, ik ben nog nooit zo hard níét mezelf geweest. Tot nu toe werd ik vooral gecast op basis van wat ik maar mijn natuurlijke energie zal noemen.”

Wat is je natuurlijke energie?

De Bruyne: “Een zekere extraversie, denk ik?”

Baetens (vult gezwind aan): “Sterkte, vrolijkheid, je-m’en-foutisme. Charlotte is de girl next door en tegelijk uitdagend en sensueel.”

De Bruyne: “Ik ben gewoon heel open. Ik richt me naar buiten. Daarom is Eva zowat mijn ultieme tegenpool, omdat ze alles vanbinnen laat sudderen en etteren en nooit eens een ventieltje kan openzetten.”

Mag ik je rol als Eva het voorlopige hoogtepunt van je carrière noemen?

De Bruyne: “Jáá, ik vind het ook wel mijn beste acteerprestatie (lacht). Ik ben op geen enkel moment in mijn eigen tics en gewoontes hervallen, en dat vind ik straf. Ik voelde me écht iemand anders. En jij hebt me tot die transformatie gebracht, Veerle. Alleen al door me geregeld op de vingers te tikken.”

Baetens (lacht): “Ik weet nog dat je zei: ‘Jij zíét het wanneer ik niet Eva ben, maar Charlotte.’”

De Bruyne: “Ook al was het een simpel shot van Eva achter het stuur, ik kon niet zomaar even als mezelf in de auto zitten, want dan had Veerle het door. Zó diep in een personage kruipen, dat heb ik moeten leren.”

Baetens: “Grappig: ik ben net in de tegenovergestelde richting geëvolueerd. Heel lang heb ik carrément geweigerd om mezelf te spelen en dook ik net in rollen om iemand anders te zijn. Sara was zo’n rol, net als Code 37. Pas dankzij Felix Van Groeningen en The Broken Circle Breakdown ben ik tot mezelf gekomen.”

De Bruyne: “Voor jou vereist het net meer durf om als acteur jezelf te zijn?”

Baetens: “Misschien wel. Ik heb net nog een rol gespeeld met mijn eigen dochter, Billie, en daar zat ik in sommige scènes héél dicht tegen mezelf. Ik werd er gek van (lacht).”

Veerle Baetens: ‘Dat Eva zo hard wil pleasen wordt in het boek niet zo benadrukt, dat is iets van mij. Ik wilde opgemerkt worden, punten op tien krijgen van de jongens – en wel zo hoog mogelijk.’Beeld Johan Jacobs

GROENTJES EN IJS

De voorbereiding van Het smelt was moeilijk...

Baetens (onderbreekt): “Moeilijk? Het was zalig!”

Maar wel een titanenproject. Je bent in 2016 begonnen aan het scenario. Ter situering: Trump was toen nog niet verkozen als president.

Baetens: “Ik schreef samen met Maarten Loix. De vertaling van het boek naar de film was een lange zoektocht waarbij ik vaak in doodlopende straatjes verzeild raakte. Soms zág ik het niet meer, en dacht ik: dit is toch gewoon onmogelijk?

“Het scenario op punt zetten en iedereen op mijn trein krijgen, dat was het moeilijkste deel. Dat is groentjes eten. Maar op de set staan: dat is ijskreem, dat is zalig! Dan bolt de trein en vindt niemand het erg om kolen te scheppen. De sfeer zat juist, er waren veel feestjes, ik was gelukkig. Ik zat echt goed in mijn vel.”

Waarom wilde je regisseren?

Baetens: “De Nederlandse actrice Halina Reijn, die ook achter de camera is gekropen (onder meer voor het succesvolle ‘Bodies Bodies Bodies’, red.), zei dat ze het beu was om als een soort circusbeer te worden opgevoerd om haar kunstjes te doen. Dat gevoel herken ik: de marionet wil weleens zelf de touwtjes in handen hebben.”

Het smelt beheerste zeven jaar lang je leven. Werd dat nooit belastend...

Baetens (begint al te lachen)

Zo erg?

Baetens: “Wat kan ik zeggen? Het is niet altijd happy-go-lucky geweest. Ik heb thuis een goeie ondersteuning nodig gehad. En die heb ik gekregen. Maar voor mijn omgeving is het niet altijd plezant geweest. Ik ben vaak in het rood moeten gaan.”

De Bruyne: “Ik heb daar ook over liggen tobben: wat doet het met een relatie als je zo zwaar werkt?”

Baetens: “Zeven jaar lang was Het smelt de vierde persoon in huis. En het is geen lachebekje, hè? Soms vroeg ik me af: is het dit allemaal wel waard?

“Je hebt mensen die voor hun gezin leven en mensen die voor hun job leven. En soms ben ik spijtig genoeg iemand die voor haar job leeft. Hoe graag ik hen ook zie, als ik ergens mee bezig ben, moeten zij inbinden.

“Die balans tussen leven en werk is voor een moeder trouwens vaak moeilijker dan voor een vader.”

De Bruyne: “Vrouwen voelen zich sneller schuldig. Ik was onlangs vier maanden weg van mijn dochter omdat ik een tv-serie aan het opnemen was. Ik kwam veel actrices tegen met een jong kind, en we bleken allemáál met een schuldgevoel rond te lopen.”

Baetens: “Wij zijn meestal de organisatoren, Charlotte! De moeder bewaart het overzicht, regelt en plant. En dat combineren met een goesting om ook zelf iets te maken... Het is gewoon veel geweest.”

De Bruyne (tot Humo): “We hebben hier al vaak over gebabbeld.”

Baetens: “Als je een perfectionist bent, dan ben je dat in alle facetten van je leven. Dat moet ik nog leren los te laten. Het mag hierboven knetteren (tikt tegen haar hoofd), maar niet kortsluiten.”

Charlotte, slaagde jij erin om Eva’s duisternis en eenzaamheid op een afstand te houden?

De Bruyne: “Ik heb toch vaak moeten wenen na takes. Als je veel opgekropte woede en onverwerkte tristesse speelt, komen die emoties er vroeg of laat ook écht uit. Dat overviel me op de vreemdste momenten. Misschien omdat Eva dat niet kán, wenen. Die regie-instructie gaf Veerle me vaak: ‘Niet wenen, niet wenen, niet wenen.’”

Baetens: “Als Eva dat wel zou kunnen, dan zou er veel opgelost zijn, denk ik.”

De Bruyne: “Nu, die ontladingen waren geen negatieve ervaring. Ik acteer net graag omdát ik veel dingen wil voelen. Soms sta ik door en door geëmotioneerd op de set en kan ik tussen het snikken door alleen maar denken: amai, ik heb een toffe job!”

Charlotte De Bruyne: ‘Ik acteer net graag omdat ik veel wil voelen. Soms sta ik te snikken op de set en kan ik alleen maar denken: amai, ik heb een toffe job!’Beeld rv

JONGENS PLEASEN

Eva’s verhaal wordt verteld in twee tijdsgewrichten. We zien wat haar drijft als volwassene, maar ook wat haar als 13-jarige is overkomen in het dorpje Bovenmeer. Je dochter is ook 13, Veerle. Heb je tijdens het schrijven vaak aan haar gedacht?

De Bruyne (tot Veerle): “Die vraag heb ik je ook vaak gesteld en je hebt daar eigenlijk nooit op geantwoord.”

Baetens: “Als ik erover nadenk: nee, ik legde de link niet met mijn dochter. Ik zag haar niet in Eva. Nee, ik zag mezélf! Ik herkende Eva’s eenzaamheid. Ik heb me óók niet mooi genoeg gevoeld, ik ben ook overvallen door onzekerheid. Ik heb vaak, zoals Eva, in mijn bed liggen huilen. Maar dat ging even snel ook weer over.”

Heb je bewust persoonlijke toetsen toegevoegd aan het verhaal?

Baetens (knikt): “Dat Eva de jongens zo hard wil pleasen wordt in het boek niet zo benadrukt, dat is iets van mij. Ik wilde meetellen, hè. Ik wilde opgemerkt worden, net als de andere meisjes punten op tien krijgen van de jongens – en wel zo hoog mogelijk (lacht).

“Ik heb het, net als Eva, vaak meegemaakt dat ik verliefd was en met m’n neus tegen de muur liep omdat het niet wederzijds bleek te zijn. Liefde geven en niet terugkrijgen, dat was lang de standaard.”

Herken jij dan echt niks van jezelf in Eva, Charlotte?

De Bruyne: “Ik herken haar eerlijk gezegd vooral in sommige mensen die ik graag zie, mensen van wie ik wéét dat ze een groot verdriet dragen, een rauw trauma in hun verleden waar ze niet klaar mee zijn. Door Eva te spelen – door in een tristesse te duiken die ik zelf nog niet helemaal kende – begreep ik hen beter. Alsof ik hen... (Zwijgt even en geeft een waterig lachje) Sorry, ik word er emotioneel van.”

Baetens (tot Humo): “Voilà, nu maak je ineens zo’n gepatenteerde huilbui mee.”

De Bruyne: “Ik heb sinds de vertolking van Eva meer voelsprieten voor verdriet, dat is alles. Ik weet ook niet waarom het zo heftig binnenkomt.”

Baetens: “Je hebt me eens verteld dat je na de opnames van Het smelt milder bent geworden.”

De Bruyne: “Ja. Ik heb als puber heel kwetsbare momenten gekend, maar in de regel ben ik vooral op m’n bek gegaan door een gróte bek te hebben. Ik had al een lief op mijn 13de. Ik was op school zeker niet de beauty, maar wel de rare alternativo die na de les met oudere jongens stond te paffen (lacht).”

Baetens: “Ik zat op een katholieke meisjesschool, daar werd zelfexpressie niet bepaald gestimuleerd. Een grote bek krijgen, luisteren naar de muziek die je wilde horen, een eigen mening vormen: dat ging niet. Het begon al bij het schooluniform. We rolden onze rok op tot boven onze knieën, maar zelfs dat werd teruggefloten. Ons hemd moest altijd netjes ingestopt zitten. Ik ben géén fan van schooluniformen! (lacht)

“Mijn vader smeet wél alles op tafel, maar werd tijdens onze puberteit heel controlerend. Hij vreesde dat we de verkeerde weg zouden inslaan. Bij mijn broer was hij bang voor satanisme, want die luisterde naar Metallica en Pantera. Op mijn 14de werd een meisje dat achter onze hoek woonde dood teruggevonden. Ik wilde toen net beginnen met uitgaan, vriendjes hebben, me vrouwelijk kleden... Ik haatte mijn vader voor de beperkingen die hij me oplegde. Maar inmiddels kan ik hem als mens zien, en niet alleen als vader. En dan besef ik dat hij geen bullebak was. Zijn krampachtigheid kwam alleen maar voort uit de angst dat zijn kind iets zou overkomen.”

Hebben jullie die angst ook?

Baetens: “De beperking die ik heb ervaren, wil ik zeker niet voor Billie. Ik moet haar vrijlaten. Maar tegelijk wil ik haar ook beschermen. Als ze voor me staat, dan zie ik een jonge vrouw die klaar lijkt voor de wereld. Maar vanbinnen is ze nog een kind. En een kind heeft raad nodig.”

De Bruyne: “Ik heb een positief wereldbeeld, ik ben een eeuwige optimist. En ik voel nu al aan mijn dochter – ze is 4 jaar – dat zij er óók zin in heeft, in dat hele leven dat voor haar uitgestrekt ligt. Ze staat pal. Dat is zo mooi, maar ook zo kwetsbaar.”

Baetens: “Een kind verkent telkens een beetje verder en komt dan weer naar huis. Eerst gaan ze niet verder dan de salontafel, maar al snel gaan ze naar school, dan is er een fuif... Een kind is een jojo waarvan je het koordje steeds langer maakt: dat is opgroeien.”

De Bruyne: “Mijn dochter vindt mij nu het zaligste wat er bestaat in haar onbegrensde universum. Als de deur opengaat en ik kom binnen, dan is ze op haar allergelukkigst. Op een dag zal die vreugde omslaan. Dan zal ze met haar ogen rollen of verveeld ‘Ma-mááá’ zuchten. Maar zelfs in die koppige tegendraadsheid heb ik keiveel zin.”

Charlotte De Bruyne: ‘Veerles regie-instructie was vaak: ‘Niet wenen, niet wenen, niet wenen.’ Maar tussen de takes kwamenEva’s opgekropte woede en verdriet er op de vreemdste momenten uit.’Beeld Johan Jacobs

MANNENFANTASIE

Mag ik zeggen dat ik de film milder vind dan het boek?

Baetens: “Zeker, want in het boek zijn alle personages, met uitzondering van Eva en haar broer en zus, eigenlijk regelrechte monsters (lacht). Maar zo kon ik het niet verfilmen. Ik wilde een film voor een breed publiek.”

Uit de film spreekt een grote gevoeligheid voor verwaarlozing, een empathie voor mensen die in het leven hard moeten trappelen.

Baetens: “Ik wilde geen slechteriken neerzetten, alleen mensen die falen. Ook van Tim, Laurens en Elisa – de architecten van Eva’s ongeluk – moet je het achterliggende drama kunnen begrijpen.”

En toch vind ik dat er in de film óók onvergeeflijke smeerlappen rondlopen.

Baetens: “Oei, dan heb ik het toch niet goed gedaan (lacht). Er zijn personages die iets slechts doen, zeker. Maar zijn ze daarom kwaadaardig? Neem nu Tim. Zijn broer is op dramatische wijze gestorven, zijn ouders zijn uit elkaar, er wordt thuis niet gepraat... Ik wilde vooral tonen hoe iemand plots zo ver kan gaan. Waar komt die duisternis vandaan?”

De Bruyne: “Tim, Laurens en Elisa belanden op een noodlottig kruispunt, maar je begrijpt wel waaróm hun gps hen tot daar heeft geleid.”

Het spelletje waarmee alles begint, is heel simpel. Tim en Laurens vertellen een raadsel. De meisjes die het niet kunnen oplossen, moeten hun kleren uitdoen. Kenden jullie vroeger jongens die zulke spelletjes speelden?

Baetens: “Tuurlijk, ik heb ze zelf gespeeld. Onschuldige spelletjes: een kus geven en snel weglopen, dat soort dingen: voor meisjes is dat óók spannend. Maar bij de jongens van Het smelt broeit iets. En omdat er geen sociale controle is, geen manier waarop ze hun frustratie kwijt kunnen, ontspoort het. Zulke dingen gebéúren.”

De Bruyne: “Drie weken voor we begonnen met filmen las ik dat een meisje zich van het leven had beroofd omdat ze aangerand was door drie gasten. Dat was óók een uit de hand gelopen spelletje tussen pubers.

“Ik denk dat bijna iedereen als puber een of andere vorm van seksueel getinte spelletjes heeft beleefd. En je moet dat ook beleven, het hoort bij de ontdekking van jezelf. Maar als er dan geen opvangnet is, en het donkerder wordt, loopt het mis. En net dat gebeurt in Het smelt.”

Verwachten jullie controverse? De sleutelscènes van het boek worden smaakvol maar onverbloemd in beeld gebracht.

De Bruyne: “Toen we in première gingen op het Amerikaanse filmfestival Sundance waren we daar wel zenuwachtig over. Maar die controverse is er niet gekomen. De film werd mooi ontvangen, hij wérkte.

“Tegelijkertijd denk ik: zou een beetje controverse eigenlijk zo erg zijn? Láát de film maar wat discussies aanwakkeren! Snijd die thema’s maar eens aan! Babbel!”

De VRT-reeks Twee zomers ging ook over een traumatische gebeurtenis in het verleden en de gevolgen in het heden. De manier waarop die traumatische gebeurtenis in beeld werd gebracht, kreeg veel kritiek.

De Bruyne: “Bij Het smelt zit je tijdens de scène van het Grote Trauma méé in het verdriet en de pijn van het hoofdpersonage. Bij Twee zomers is die situering onduidelijk, waardoor je opgaat in de sensatie van de gebeurtenis an sich. Je kijkt als een voyeur naar iets wat lichtjes sexy is. Daarom vind ik Twee zomers minder goed.”

Veerle Baetens: ‘Ik ben vaak met m’n neus tegen de muur gelopen omdat verliefdheid niet wederzijds bleek te zijn. Liefde geven en niet terugkrijgen, dat is lang de standaard geweest.’Beeld Johan Jacobs

Niet lang na Het smelt keek ik naar Godvergeten. De kapotgemaakte levens, de straffeloosheid van de daders, het ellenlange zwijgen... Ik zag best wat parallellen.

De Bruyne: “Wat die twee gemeen hebben, is het klein-Vlaamse karakter. Het beklemmende van die zwijgende gevels onder mottige kerktorens, het verstikkende van een stil dorp.

“Sinds Godvergeten en Het smelt hoop ik meer dan ooit dat we daar als samenleving van af kunnen raken. Het zou zo goed zijn als we angst en schaamte wat vaker zouden overwinnen en met elkaar zouden durven te praten.”

Baetens: “Vooral als we leren te luisteren. Want de boodschap van de film is niet gericht aan het hoofdpersonage. Ik wil niet in Eva’s gezicht roepen: ‘Zeg nu eens wat er scheelt!’ Nee, de boodschap is bestemd voor het publiek dat erop zit te kijken. Wees opmerkzaam, want mensen als Eva zijn zelf niet altijd in staat om te zien hoe diep ze zitten.”

Je bent altijd een grote voorstander geweest van therapie.

Baetens: “Als we dan toch over mentale gezondheid praten: wordt het niet eens hoog tijd dat de psycholoog terugbetaald wordt? De helft van de mensen kan het zich niet veroorloven om in therapie te gaan! Er is nog veel werk aan de winkel. Terwijl het toch niet zo moeilijk is: lichaam en geest werken samen, en als de geest niet meewil, dan stopt het lijf ook.”

Kunnen jullie zelf goed aangeven wanneer iets mank loopt? De fierheid overwinnen die je doet zeggen: neenee, ik kan het allemaal wel aan?

Baetens: “Bij mij weet iedereen altijd alles.”

De Bruyne: “Echt? Die indruk heb ik niet, hoor.”

Baetens: “Oké, op de set misschien niet. Thuis wel. Als er iets is, weet Geert het metéén (lachje). Ik kan me niet inhouden.”

De Bruyne: “Ik ook niet. En ik heb de chance dat ik omringd ben door mensen tegen wie ik alles kan zeggen. Niet alleen mijn man, maar ook mijn vrienden en familie. Ik kan me niet inbeelden hoe het is om geen vangnet te hebben, om je echt alleen op de wereld te voelen.”

Baetens: “Daarom vond ik het belangrijk om van Het smelt geen moraliserend, oppeppend levenslesje te maken. ‘Zing! Speel! Dans! Het geluk en het leven lachen je toe!’ Dat is zo gemakkelijk, zo fout. Daar heb je nu eens echt geen fluit aan.

“Mensen met een depressie krijgen vaak te horen: ‘Kom uit je bed, doe iets, je kunt het.’ Néé! Want als ze dat konden, dan hadden ze die depressie niet. Daar gaat Het smelt net over: dat het soms niet lúkt om die donkerte aan te pakken. Niet iedereen is gezegend met een onhoudbare veerkracht.”

In Winteruur vroeg Wim Helsen je ooit: ‘Wat als de film een flop wordt, maar jíj vindt hem goed?’

Baetens: “Zou het dan genoeg zijn voor mij? Nee, hè! (lacht) Ik vínd de film goed, wat ik echt niet snel zeg over mijn eigen werk. Maar nu hoop ik dat hij zoveel mogelijk mensen kan raken. Ik heb net nog een mooi compliment gekregen: ‘Het einde deed me huilen, niet door een opwelling van verdriet maar door een bizar gevoel van geluk.’”

De Bruyne: “Mag ik nog even beklemtonen dat iedereen echt wel naar de bioscoop moet gaan? Ik vind: als iemand met zoveel overgave en zoveel liefde iets maakt, dan zou je wettelijk verplicht moeten zijn om ernaar te gaan kijken.”

De Vlaming die geen ticket voor Het smelt koopt, verzaakt aan zijn burgerplicht?

De Bruyne: “Landverraders, stuk voor stuk! Wat zou je liever hebben? Dat we allemaal achter onze stille gevels blijven zitten, mond toe, of dat we naar een grensverleggende film gaan kijken waarover we wel móéten praten?”

Baetens: “Charlotte de mascotte!”

De Bruyne (lacht)

Baetens: “Weet je, ik zal altijd goeie herinneringen hebben aan Het smelt. Onlangs, toen het stilletjes herfst begon te worden, hing er een wonderlijke, intense, wárme geur in de lucht. Ik rook Het smelt en ik werd op slag gelukkig.”

Het smelt, nu in de bioscoop.

© Humo