Het is de eerste maal in lange tijd dat er geen renteverhoging komt. De tien voorgaande rentevergaderingen kwam er telkens een verhoging uit de bus. In juli 2022 was de ECB om de snel stijgende inflatie te bekampen gestart met het verhogen van de rente.

De rentetarieven blijven wel ongezien hoog. De herfinancieringsrente, die klassiek geldt als het belangrijkste rentetarief en die banken betalen om geld te lenen bij de ECB, blijft op 4,5 procent. De depositorente staat op 4 procent. Dat is de rente die banken krijgen als ze overtollig geld kort parkeren bij de ECB.

De tarieven zijn met de tien renteverhogingen op rij in totaal 4,5 procentpunten opgetrokken. Voorheen stonden ze - in het uitzonderlijke aanhoudende lagerenteklimaat van weleer - op respectievelijk 0 en -0,5 procent. Door die negatieve depositorente moesten banken toen zelfs betalen om overtollig geld te parkeren bij de ECB, een maatregel die paste in het monetaire beleid om de economie fors te ondersteunen.

Bij het nieuwste rentebesluit laat de ECB weten dat de eerdere inflatieprognoses op de middellange termijn grotendeels bevestigd zijn. De centrale bankiers verwachten nog altijd dat de inflatie te lang te hoog blijft, maar tegelijk is de inflatie in september “aanzienlijk afgenomen”. En de meeste parameters van de onderliggende inflatie zijn verder teruggelopen. De eerdere renteverhogingen “blijven krachtig doorwerken in de financieringsvoorwaarden”, klinkt de uitleg.

Hogere beleidsrentes moeten leiden tot duurdere leningen bij de banken en zo de economie afremmen. Hierdoor moet de vraag dalen en bijhorend de inflatie afkoelen.

De rente voor korte ECB-kredieten aan de banken blijft op 4,75 procent.