G7 klopt af op niet-bindende gedragscode voor artificiële intelligentie

De Groep van Zeven, samen met de Europese Unie, heeft in elf punten een code opgesteld met als doel “veilige, beveiligde en betrouwbare AI wereldwijd te bevorderen”.

Waarom is dit belangrijk?

Het reguleren van artificiële intelligentie (AI) is voor beleidsmakers geen gemakkelijke oefening. De technologie op zijn beloop laten brengt problemen met zich mee op vlak van privacy, veiligheid en transparantie. Overregulering kan er dan weer voor zorgen dat fabrikanten van de technologie andere oorden opzoeken, en vooruitgang verdwijnt.

In het nieuws: een gedragscode voor artificiële intelligentie

“Het is bedoeld om de voordelen van deze technologieën te benutten en de risico’s en uitdagingen aan te pakken”, zo wordt de gedragscode samengevat.

  • Onder de code moeten bedrijven openbare rapporten publiceren over de mogelijkheden, beperkingen en het gebruik en misbruik van AI-systemen, alsook investeren in robuuste beveiligingscontroles. Dat schrijven onder meer Reuters en Politico die inzage hadden in het document.
  • De G7 bestaat uit Canada, de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland, Italië, Japan met de Europese Unie die aansluit. Met de gedragscode worden nu richtlijnen vooropgesteld die over de continenten heen proberen om de violen te stemmen.
  • Er werd gekozen voor een gedragscode, eerder dan wetgeving, omdat gehoopt werd dat het effectiever zou zijn om eerst een brede internationale overeenkomst te hebben over AI-basisnormen.
  • Onder de noemer “de Hiroshima AI-process”, werd al sinds mei aan de gedragscode gewerkt. Het was Margarethe Vestager, de voormalige Eurocommissaris voor Mededinging, die met het concept op de proppen kwam. Zij ziet de code “als een brug tot er wetgeving in voege is”.

Europa vs. Verenigde Staten vs. Azië

Wat we voordien zagen, waren landengroepen die onderling probeerden om artificiële intelligentie in goede banen te leiden. Daarmee werden verschillen in de aanpak tussen continenten duidelijk.

  • De Europese Unie koos met de AI-act wellicht voor de strengste aanpak. Dat resulteerde in bedrijven die aan de alarmbel trokken. Ze vreesden dat overregulatie zou resulteren in een zwakkere concurrentiepositie.
  • In Azië werd ook voor een niet-bindende gedragscode gekozen. ASEAN, de Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties, stelde een gids voor AI-ethiek en bestuur op. Daarin wordt gevraagd om rekening te houden met de culturele verschillen tussen landen.
  • In de Verenigde Staten werd iets langer gesleuteld aan een bredere wetgeving voor AI. Het land is terughoudend om strenge regels in te voeren, om zo te voorkomen dat concurrenten een voorsprong nemen, wat dezelfde bezorgdheid is als die van de bedrijven in Europa. Toch was bijkomende wetgeving onvermijdelijk. In september werden enkele grote namen uit de techsector uitgenodigd op Capitol Hill om te bespreken hoe dit het best gebeurt. (cv)
Meer