fotografie peter Hilz (C)

België mist nu ook tweede klimaatdeadline bij Europese Commissie

De verschillende klimaatministers van ons land raken het maar niet eens over het nationaal klimaatplan dat ze bij de Europese Commissie moeten indienen. Vandaag verstrijkt de tweede deadline, nadat België deze zomer al eens uitstel had verkregen. Het probleem blijft hetzelfde: Vlaanderen wil de uitstoot van broeikasgassen minder sterk reduceren dan Wallonië, Brussel en de federale regering, waardoor ons land onder de Europese lat door gaat.

Even terugspoelen naar 30 juni. Toen misten de verschillende regio's en de federale regering een eerste keer hun Europese klimaatdeadline. Ze hadden toen immers het vernieuwde nationale energie- en klimaatplan moeten indienen bij de Europese Commissie (EC). Dat is een soort van wegenkaart die uitlegt hoe ons land de aangescherpte klimaatdoelstellingen wil bereiken die Europa ons oplegt: 47 procent minder broeikasgassen uitstoten dan in 2005. Voor heel de EU ligt de lat op 55 procent.

Het gaat over een eerste versie van het klimaatplan. De bedoeling is dat de Commissie aanpassingen kan voorstellen, waarna België het finale klimaatplan in juni 2024 indient. Maar ons land miste die deadline van 30 juni dus, waarop het uitstel verkreeg van de Commissie. De nieuwe deadline kwam op 3 november te liggen. Jawel, vandaag.

Maar België zal ook die tweede deadline, in toegevoegde tijd, niet halen.

Factuur: 1 miljard

Er ligt nochtans wel wat op tafel. Zo zijn de verschillende kabinetten (de ministers van Omgeving van Wallonië, Brussel en Vlaanderen, en de federale minister van Klimaat) het eens geraakt over de zogenaamde koepeltekst. Die dient als "handleiding" voor de Commissie. Ons land dient immers niet één uniform klimaatplan in, maar een bundel van gewestelijke klimaatplannen, die niet altijd op elkaar zijn afgestemd. In die koepeltekst scharen de verschillende regeringen zich ook achter de inhoud van die plannen.

Toch zal ons land de bundel vandaag niet indienen. In de grond blijft het probleem hetzelfde als in juni. Terwijl de Waalse, Brusselse en federale regering zich engageren om de uitstoot met 47 procent te reduceren, wil Vlaanderen maar tot 40 procent gaan. Daardoor zou de Belgische uitstootreductie in 2030 op 43 procent landen, onder de Europese lat dus.

Op zich hoeft dat geen probleem te zijn. Ons land zou dat tekort aan klimaatmaatregelen kunnen compenseren door uitstootrechten op te kopen. Maar daar hangt een stevig prijskaartje aan vast. Afhankelijk van de kostprijs van een ton COin 2030, klokt het al snel af boven 1 miljard euro. 

De Waalse, Brusselse en federale regering kijken naar Vlaanderen, maar Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) weigert om dat bedrag bij te passen. Zij argumenteert dat ze van de Vlaamse regering slechts een onderhandelingsmandaat heeft om tot -40 procent te gaan, en niet verder. Demir noemt de keuze van de andere deelstaten om tot -47 procent te gaan een politieke beslissing die geen democratisch draagvlak heeft in Vlaanderen. 

Maar de andere kant van de tafel kan natuurlijk evengoed argumenteren dat de Waalse en Brusselse kiezers niet hoeven op te draaien voor de factuur van de Vlaamse regeringspartijen.

"Wij hebben vanuit Vlaanderen al drie jaar hetzelfde verhaal gebracht. 2030 is overmorgen, tegen dan kunnen wij die -47 procent niet halen", zegt minister Demir vanochtend in "De ochtend" op Radio 1. "Wij hebben niet op de groene knop geduwd in Europa, de anderen wel, de Ecolo-ministers op kop." 

LUISTER - Minister Demir blijft bij haar standpunt dat een reductie van 47 procent onhaalbaar is.

"Vlaanderen heeft altijd het standpunt ingenomen dat we (België, red.) ook binnen Europa gebracht zouden moeten hebben: dit is niet haalbaar, altijd maar beloftes doen waarvan je al weet dat je het niet gaat halen. Kijk maar naar het stikstofdossier", benadrukt Demir.

"Vlaanderen zet enorm in op energiebesparing. Wij hebben ook al heel wat maatregelen om woningen beter te isoleren, er is de zonnepaneelverplichting voor de grote energiegebruikers. Wij geloven dat we met deze concrete maatregelen naar die -40 procent zullen kunnen gaan. Ik wil wel eens zien tegen 2030 of Europa die boetes zal opleggen. Er zijn nu maar zes lidstaten die die doelstelling wellicht zullen halen." 

"Eigenlijk wel verrast"

De koepeltekst die er nu ligt, had volgens Demir vandaag trouwens perfect ingediend kunnen worden bij de Europese Commissie. Mits een annex weliswaar, waarin staat dat de bevoegde kabinetten verder zouden onderhandelen over hoe de resterende kloof van 4 procent gedicht moet worden (en vooral: wie dat moet doen).

"Dat heb ik ook tegen de Brusselse minister van Klimaat Alain Maron (Ecolo) gezegd", gaat Demir verder. "Elke deelstaat heeft een klimaatplan, dien dat in en dan zullen we zien wat Europa nog zegt. Laten we er geen maanden aan een stuk nog heisa over maken."

Maar minister Maron weigert dat. Hij is er als voorzitter van de Nationale Klimaatconferentie verantwoordelijk voor dat het Belgische klimaatplan bij de Commissie belandt. In juni weigerde hij al eens om een klimaatplan met losse eindjes in te dienen.

"De minister wil eraan herinneren dat het klimaatakkoord van Parijs gerespecteerd moet worden als we een redelijke levenskwaliteit willen behouden op Aarde", zegt zijn woordvoerder Alexandre Azer-Nessim. Hij wijst er ook op dat onze buurlanden nog hogere doelstellingen opgelegd kregen dan België. Zo moet Nederland 48 procent zien te reduceren en Duitsland 50 procent.

Op het kabinet van minister Demir waren ze "eigenlijk wel verrast" dat Maron opnieuw zijn voet tussen de deur stopt. "Nochtans hadden we van het federale niveau gehoord dat de angel er voorlopig uit was, dat we op die manier zouden voldoen aan de Europese formaliteiten en dat we verder konden doen", zei woordvoerder Andy Pieters donderdag.

Patstelling

Dat verder doen, dat zou dan verder armworstelen zijn tussen de kabinetten over wie extra inspanningen doet of de rekening betaalt.

Maar de vrees leeft dat Vlaanderen ook andere vraagstukken mee in het bad zal trekken. Het gaat dan bijvoorbeeld om de verdeling van de nieuwe inkomsten van het emissiehandelsysteem ETS dat in 2027 wordt uitgebreid (het zogenaamde ETS2). Ook over de grenstaks voor niet-Europese producten met een hoge klimaatimpact, CBAM, moet er nog een stevig intra-Belgisch rondje gepraat worden.

Maar voor zo'n cluster aan onderhandelingen past Maron dus liever. Hij wordt daarbij gesteund door zijn Waalse collega en partijgenoot Philippe Henry (Ecolo).  

Die andere partijgenoot van Maron, federaal minister van Klimaat Zakia Khattabi, probeert zich diplomatischer op te stellen. Zij vindt dat "Vlaanderen klare wijn moet schenken", klinkt het op haar kabinet, maar ze wil zich ook "constructief opstellen vanuit een tussenpositie". "Wij hebben verschillende voorstellen op tafel gelegd om de posities dichter bij elkaar te brengen over de effort sharing (de klimaatinspanningen, red.). Maar CBAM en het ETS2, dat kan je niet op een paar dagen tijd onderhandelen. Daardoor zit het nationaal klimaatplan nu in een patstelling."

Afspraak op 22 november, want dan kan het Overlegcomité zich over de zaak buigen. Wie weet beweegt er dan wel iets, hopen de verschillende kabinetten.

Meest gelezen