Direct naar artikelinhoud
AnalyseBart Eeckhout

Waarom Bart De Wever plots zwijgt over woke, confederalisme, veiligheid en vluchtelingen

Weg is momenteel de De Wever die erop uit is zijn tegenstanders te vernederen. De ‘nieuwe’ N-VA-voorzitter zoekt zijn heil in de deftige stijl van Nederlander Pieter Omtzigt (r.).Beeld BELGA / ANP /MONTAGE

Met een beheerste, op ‘uw welvaart’ gerichte campagne mengt ook N-VA zich in de strijd om de centrumkiezer. In het ­bijbehorende filmpje doet voorzitter Bart De Wever zijn uiterste best om over te komen als een Vlaamse versie van de ­gehypete ­Nederlandse centrumpoliticus Pieter ­Omtzigt. Waarom die koerscorrectie?

Zodra je het gezien hebt, kun je er niet meer naast kijken. In de zeven minuten durende toespraak waarmee N-VA haar kiescampagne aftrapt, lijkt voorzitter Bart De Wever zelfs op Pieter Omtzigt, de christendemocratische rebel die met zijn eigen partij en radicale centrumpolitiek dé hype is van de Nederlandse politiek. Niet dat De Wever plots een make-over heeft ondergaan, maar de gelijkenis is treffend. Dezelfde keurige zijscheiding in het haar, dezelfde ernstige maar wat expressieloze mimiek, hetzelfde neutraal blauwe pak. Alleen de gele das is een kenmerkend vintage N-VA-detail, net zoals ook de communautaire eisen van de partij in dit filmpje alleen een subtiele toets toevoegen.

Want belangrijker dan de fysieke overeenkomst is natuurlijk de inhoudelijke parallel. “Uw welvaart. Dat wordt de inzet van de verkiezingen voor 2024”, zo begint De Wever. Waarna een vrij klassiek centrumrechts betoog volgt over wat voor N-VA de ‘vier vuistregels’ voor goed bestuur zijn: een begroting onder controle, een rechtvaardig sociaal beleid, een lage belastingdruk en investeringen in innovatie. Uiteraard zet de N-VA-leider dat af tegen het volgens hem ­falende Vivaldi-beleid, maar het valt meteen op dat hij dat op ingehouden toon doet. Ver weg is de cassante De Wever die concurrenten cd&v of Open Vld ‘kapot’ wil of ‘op de knieën’ ziet om ‘te slikken’.

Betrouwbaar beleid

Zo lijken ook Bart De Wever en zijn N-VA de centrumpolitiek te herontdekken. Ze zijn niet de eersten. Juist de permanente spektakelpolitiek en de voortdurende nadruk op alle incidenten die de politieke extremen, rechts en links, in de kaart zouden spelen, laten een omvangrijke groep kiezers in het brede centrum onbevredigd achter. Verontrustende geopolitieke ontwikkelingen, van Oekraïne tot Gaza, kunnen een extra argument zijn om nu toch maar geen radicale avonturen aan te gaan. Dat opent de weg voor een nieuwe centrumpolitiek.

In Nederland vult Pieter Omtzigt met zijn Nieuw Sociaal Contract die vraag formidabel in. De Belgische electorale spelregels maken het hier voor een outsider à la Omtzigt veel moeilijker om door te breken, maar juist de klassieke centrumpartijen lijken zich, althans volgens de peilingen, wat te kunnen herstellen. Ze doen dat door in te spelen op diezelfde zucht naar een betrouwbaar, voorspelbaar beleid. Wellicht zit een deel van de structurele peilingwinst van Vooruit daar, net als de nog zeer prille opleving bij cd&v. En nu komt ook N-VA zich weer in dat centrum nestelen.

Alleen al de vorm geeft dat signaal. Met een ­videotoespraak van zeven minuten zet De Wever zich impliciet af van de trend onder politici om zichzelf ook op snelle media als TikTok, Snapchat of YouTube in de markt te zetten. De N-VA-kopman is er niet vies van om bijvoorbeeld ook op Instagram een graantje mee te pikken van dergelijke persoonlijke marketing, maar hier toont hij zich als de ideeënpoliticus die zovele sympathisanten in hem bewonderen. Al mag hier toch een eerste puntje van kritiek geopperd worden. Op zijn toppunt was Bart De Wever een aanbodpoliticus die de trend voor het hele politieke veld zette. Nu zien we een politicus die probeert mee te surfen op een bestaande tendens: het ‘omtzigtisme’.

Ongemakkelijke bochten

Een fundamentelere kritische vraag is hoe geloofwaardig Bart De Wever die koerscorrectie kan belichamen. Niet dat N-VA veel keus heeft. Het ‘merk’ De Wever blijft uitzonderlijk belangrijk voor N-VA, zo blijkt uit onderzoek naar de stemmotieven bij de verkiezingen van 2019, geciteerd in de uiterst lezenswaardige nieuwe bundel De breuklijnen voorbij van enkele Leuvense politicologen onder leiding van Marc Swyngedouw. Liefst 13,7 procent van de N-VA-kiezers noemt de partijleider als motief bij de stemkeuze. Dat staat in groot contrast met alle andere partijen, waar de partijleider zo goed als niet genoemd wordt als verklaring voor de keuze. Wat terzijde ook duidelijk maakt hoe moeilijk het wordt voor Open Vld om in 2024 iets als een kanseliersbonus op te rapen met Alexander De Croo. Bart De Wever blijft een unieke, weliswaar tweesnijdende troef voor zijn partij: de enige die een campagne kan dragen, maar ook degene die een gigantisch gat zal nalaten, als ooit de dag van zijn vertrek komt.

Het betekent wel dat De Wever zelf zich in ongemakkelijke bochten moet wringen. Want is de politicus die hier ernstig ‘uw welvaart’ komt garanderen, niet dezelfde als degene die nog maar een half jaar geleden apocalyptisch voorspelde dat ‘woke’ onze natie op de rand van de burgeroorlog heeft gebracht? Van ‘woke’ is in dit filmpje plots geen sprake meer. Van confederalisme evenmin, noch van veiligheids- of vluchtelingenproblemen. Naar verluidt komen die thema’s later nog wel aan bod in de N-VA-campagne, maar het valt toch op dat de kern van de boodschap plots sociaal-economisch is.

De herpositionering als een soort ‘vader des Vlaamse vaderlands’ wringt ook bij De Wevers eigen politieke persoonlijkheid. Bart De Wever is bij uitstek een politicus van de strijd, iemand die de politiek als een nulsomspel ziet. Elke partner is in die visie altijd een tegenstander, want de stemmen die de concurrent haalt, kun je zelf niet veroveren. Vandaar De Wevers geschiedenis van beenharde aanvallen op andere partijen en politici, en de moeite die hij heeft om duur­zame coalities te smeden. Wiskundig klopt die zero sum-benadering, maar wanneer ze ver wordt doorgedreven, leidt ze tot de spektakelrijke conflictpolitiek die nu zovele burgers vervreemdt. Die visie gaat voorbij aan het idee dat kiezers ook politici kunnen belonen omdat ze samenwerken en resultaten boeken. Juist omdat je de extremen moeilijk in politieke oorlogszucht kunt overtreffen, wordt dat idee voor niet-radicale politici interessanter. Maar kan Bart De Wever daar geloofwaardig gestalte aan geven?

Bloeding

De reden waarom N-VA dit wil proberen, is helder. De tot nog toe gevolgde strategie werkt averechts. Door meer naar rechts op te schuiven trachtten de Vlaams-nationalisten radicaal-­rechts de pas af te snijden. Het leverde in 2019 een zware verkiezingsnederlaag op. Volgens berekeningen in De breuklijnen voorbij verloor N-VA toen zo’n 270.000 kiezers aan Vlaams ­Belang. Zorgwekkender is dat de bloeding sindsdien niet kon worden gestelpt. Luidens peilingen, bevestigd door interne partij-enquêtes, moet N-VA momenteel knokken om nog 20 procent van de kiezers vast te houden. Als die trend in de komende zeven maanden niet omgebogen wordt, verliest N-VA over twee verkiezingen zomaar even 40 procent van zijn kiezers. En het merendeel loopt weg naar dezelfde kant: uiterst rechts. Dan is een tactische bijsturing simpelweg noodzakelijk.

Als het N-VA menens is met de inzet op ‘uw welvaart’ – dat moeten we maar even afwachten – zal dat wel een verschil maken. Dan verschuift het politieke debat vanzelf naar de sociaal-economische vraagstukken die de kern van een beleid uitmaken. In zijn filmpje vat De Wever die discussiepunten perfect samen, maar je kunt onder linkse, rechtse en centrumdemocraten wel degelijk stevig van mening verschillen over de beleidskeuzes. Meerderheidspartijen die het aandurven, kunnen bijvoorbeeld een beleid verdedigen dat (door De Wever verzwegen) crises beheert en koopkracht garandeert. Ook over hoe je sociaal beleid en belastingen ‘rechtvaardig’ hervormt, zijn linkse en rechtse antwoorden mogelijk. Dat zou een boeiend debat kunnen opleveren, als platform voor een breder gedragen beleid. Het is ook een discussie waarin de radicale partijen snel op de populistische adem trappen.

Zo’n debat zou een deugddoende nuance brengen bij het eenzijdige beeld van de politiek als opeenvolging van incidenten, waarbij de radicalen altijd winnen. Al zal dat niet alleen van de politici zelf, maar ook van sommige politieke analisten wat aanpassing vergen.