Na brons (2020) en twee keer zilver (2021, 2022), wou Matthias Casse net als in 2019 nog eens op het hoogste trapje staan na het EK, maar het werd deze keer zelfs geen eremetaal. “Het is de eerste keer in lange tijd dat ik een kampioenschap zonder medaille moet verlaten en dat doet pijn”, verklaarde de nummer een van de wereld in de klasse tot 81 kilogram, nadat hij zaterdag in het Franse Montpellier in de wedstrijd om het brons al na 48 seconden gevloerd werd door de Fransman Alpha Oumar Djalo (IJF-10).

“Ik heb de kamp al met mijn trainer (Mark van der Ham) geanalyseerd en het is duidelijk dat ik een cruciale fout maak. Dat mag op dit niveau niet gebeuren. Ik verloor vandaag tegen twee tegenstanders die niet echt beter waren. Dat kan gebeuren. De voorbereiding was goed, maar vandaag voelde ik me niet honderd procent.”

“Misschien had ik in de voorbereiding ook wel een paar zaken verstandiger kunnen aanpakken. In België is het niet altijd makkelijk. Vaak moet ik naar het buitenland om sparringpartners van niveau te vinden. Sommige van mijn tegenstanders vinden in eigen land betere trainingsmogelijkheden.”

Het Grand Slam van Tokio, dat in het weekend van 2 en 3 december plaatsvindt, is nu het volgende doel van Casse.