• Deman: “Door analyse zien we dat we al twintig jaar op de eerste plaats van alle OESO-landen staan als het gaat over de kloof tussen bruto en netto inkomen en ook tussen de loonkost en wat werknemers netto overhouden.”
• “Dat is al lang geweten. Maar dat ligt politiek vaak moeilijk, zo is gebleken het afgelopen jaar. De fiscale hervorming is niet gelukt. Het is uitkijken naar de nieuwe legislatuur om nieuwe beleidsaanbevelingen gerealiseerd te zien worden.”
• “Er zijn ook pistes om slim te belasten. Het hoeft niet altijd pijn te doen. Er kunnen evenwichtige oplossingen uit de bus komen, alleen is dat voorlopig nog niet gelukt. Wat voor ons als Unizo het belangrijkste is, is dat er van de 100 euro aan bruto opslag niet langer 50 euro naar de overheid gaat, maar dat dat veel minder wordt, zoals in andere landen.”

Werkzaamheidsgraad

• Volgens Deman zien we vandaag al de gevolgen van het feit dat werken in ons land minder lonend is: “De werkzaamheidsgraad in België is een van de laagste van de eurozone. De vraag is of het verschil tussen werken en niet werken groot genoeg is. Dan moet je iets doen aan degenen die een loon verdienen op basis van werken, maar ook iets aan de uitkeringen.”
• “In de regeerakkoorden staat een werkzaamheidsgraad van 80 procent. Om dat te kunnen bereiken, moeten er 550.000 extra mensen aan het werk zijn tegen 2030. Er zal toch iets moeten gebeuren om werken lonender maken. Het zou goed zijn voor de sociale zekerheid en voor het groeipotentieel van onze economie.”

(nd)