Kleine auto's fors duurder in enkele jaren tijd: prijsstijging dubbel zo hoog als de inflatie
De prijzen van de goedkoopste auto's zijn sinds 2019 met gemiddeld 41 procent gestegen in Europa. Dat blijkt uit cijfers van vijf van Europa's grootste automerken die de ngo Transport & Environment (T&E) analyseerde. T&E zegt dat de autolobby met valse argumenten het invoeren van een striktere Euro 7-norm voor properder auto's saboteerde. Het Europees Parlement stemt daar deze week over.
De prijs voor een Peugeot 208, een Seat Ibiza of een Renault Twingo is met bijna 6.000 euro omhoog gegaan, berekende T&E. Het gaat om prijsstijgingen van 37 tot 56 procent.
De modellen in de Mercedes A- en B-klasse werden ruim 10.000 euro duurder, goed voor ongeveer 37 procent extra.
De hogere prijzen zijn een gevolg van duurdere onderdelen en gestegen personeelskosten. Maar de gemiddelde prijsstijging van 41 procent is bijna dubbel zo hoog als het opgetelde inflatiecijfer voor de voorbije vier jaar.
Volgens T&E hebben de autobouwers door de prijsstijgingen vorig jaar recordwinsten kunnen maken van 64 miljard euro.
T&E ziet daarom een cynisch contrast in de jongste cijfers. De ngo stipt aan dat autobouwers net de voorbije periode de nieuwe Euro 7-norm (om naar properder auto's te gaan) hebben tegengewerkt en afgezwakt, met als argument dat dit te duur zou uitvallen. De Euro 7-norm zou 200 euro per auto kosten.
Dit is het bewijs dat de autobouwers winst altijd op de eerste plaats zetten, vóór de gezondheid van de mensen
Anna Krajinska, specialist uitstoot en luchtkwaliteit voor auto's bij T&E verwoordt het zo: "Autobouwers hebben zich met hand en tand verzet tegen levensreddende nieuwe technologieën om vervuiling tegen te gaan, hoewel dit maar 200 euro per voertuig zou kosten. Het is het bewijs dat voor Europese autobouwers winst maken altijd de voorkeur zal krijgen op de mensen zelf."
Euro 7-norm?
Europa wil met de Euro 7-norm de luchtvervuiling verder naar beneden halen. Met name de uitstoot van fijnstof en stikstofoxide moet er verder door dalen. Voor personenvoertuigen zou dat 35 procent minder stikstofoxide betekenen in vergelijking met de huidige Euro 6-norm.
Maar voor het eerst zit er ook regelgeving bij over een verminderde uitstoot van fijnstof en plastic deeltjes die vrijkomen door slijtage van de banden en bij het remmen. Dat alles moet leiden tot een betere luchtkwaliteit en minder vroegtijdige overlijdens door luchtvervuiling. In Europa zouden er elk jaar 70.000 mensen vroegtijdig sterven door luchtvervuiling door wegtransport.
De nieuwe regels zouden oorspronkelijk ingaan in 2025 voor auto's en twee jaar later voor bussen en vrachtwagens. Maar door het lobbywerk van de auto-industrie is die deadline enkele jaren naar achteren verschoven. Het aangepaste, afgezwakte voorstel is onlangs al goedgekeurd door de Milieucommissie van het Europees Parlement. Mogelijk komt er ook een uitzondering voor vrachtwagens
Wat beslist het Europees Parlement?
Dat T&E nu met dit nieuws naar buiten komt, is geen toeval. De komende dagen bekijkt de plenaire vergadering van het Europese Parlement de Euro 7-norm. T&E hoopt dat het voltallige parlement de afzwakking van de regelgeving alsnog zal terugschroeven.
Volgens T&E zou het afgezwakte voorstel leiden tot 100 miljoen extra vervuilender auto's op onze wegen.