Proces van vier rolstoelgebruikers en Unia tegen De Lijn gestart

De vier rolstoelgebruikers hebben drie steeds weerkerende klachten: zo zou niet elke bus beschikken over het juiste materiaal om de oprijplaat te kunnen gebruiken, weten heel wat chauffeurs niet hoe ze de oprijplaat moeten bedienen en weigeren chauffeurs rolstoelgebruikers vaak mee te nemen: ze zeggen geen tijd te hebben om de rolstoelgebruikers aan boord te laten gaan.

“We hebben heel lange gesprekken hierover gehad met De Lijn maar ze sturen ons van het kastje naar de muur”, zegt meester Johan Heymans, die de rolstoelgebruikers en Unia bijstaat in de procedure. “Telkens krijgen we een mooie uitleg, met Powerpoint-presentaties en gemaakte afspraken, maar de theorie komt niet overeen met de praktijk. Sinds de dagvaarding hebben de vier rolstoelgebruikers vier nieuwe incidenten gemeld, in totaal waren er zeventien incidenten bij deze vier mensen. Heel wat incidenten worden gewoonweg niet gemeld omdat de meldingsprocedure heel wat werk vergt en veel mensen niet mondig genoeg zijn om dat te doen.”

De rolstoelgebruikers stelden tijdens hun overleg met De Lijn voor om een klachtencommissie op te richten. “Minister Peeters heeft bij de inleiding van dit dossier in februari aangekondigd dat ze die klachtencommissie wilde, maar we zijn intussen vele maanden later en er is nog steeds niets gebeurd. Wij vragen nu concreet een schadevergoeding, de oprichting van die klachtencommissie en dat ingegrepen wordt zodat elke bus vanaf nu beschikt over het juiste materiaal”, besluit Heymans.

“We hebben heel veel aandacht voor toegankelijkheid”, zegt De Lijn-woordvoerder Frederik Wittock in een reactie aan Belga. “Het is opgenomen in onze opleidingen van de rijschool, en ook verder in de carrière van onze chauffeurs blijven we er aandacht aan besteden. We willen er als organisatie ook alles aan doen dat onze partners, waaronder de steden en gemeenten, mee werk maken van een zo groot mogelijk aantal toegankelijke haltes. We zijn zelf actief vragende partij om een toegankelijkheidscharter, het is een blijvend aandachtspunt voor ons.”