Direct naar artikelinhoud
AnalyseVerkiezingen 2024

Doet ie het of doet ie het niet: wil Bart De Wever (N-VA) premier worden in 2024?

N-VA-voorzitter en burgemeester van Antwerpen Bart De Wever op het Schoon Verdiep.Beeld Jan Aelberts

Zal Bart De Wever bij de verkiezingen in 2024 voor het eerst (officieel) een gooi doen naar het premierschap: ja of nee? N-VA buigt zich vanaf woensdagavond over die vraag van één miljoen.

Ja

Als we nu ons geld moeten inzetten, dan doen we dat op het scenario waarin Bart De Wever zich binnenkort laat benoemen tot Antwerps lijsttrekker voor de Kamer. Maar of hij zich dan ook meteen zal opwerpen als kandidaat-premier, dat is nog een ander verhaal. Voor bevestiging is het sowieso wachten tot december. Het nationale kiescollege van N-VA zit woensdagavond wel een eerste keer samen.

Wat zeker is: N-VA wil bij de verkiezingen het verschil maken met Vivaldi, vooral op vlak van de rechtse sociaal-economische thema’s. In haar zogeheten precampagne legt de partij daarom de nadruk op een evenwichtige begroting, een rechtvaardig sociaal beleid, lage belastingen en investeringen in innovatie. Als voorzitter en ultiem boegbeeld lijkt De Wever de logische verpersoonlijking van die boodschap. Een indruk die versterkt wordt doordat hij zelf het woord voert in de video die bij de precampagne hoort.

Maar of De Wever zich in dit scenario ook officieel zal outen als kandidaat-premier in 2024, dat is dus nog iets anders. In het verleden, als federaal kopman in 2014, is hij daaromtrent steeds ‘strategisch vaag’ gebleven. Ook al omdat een tricolore baan als het premierschap toch nog altijd gevoelig ligt op zijn Vlaamsgezinde flank. In 2014 was De Wever daarom een soort kandidaat-premier met lange tanden. “De kiezer bepaalt alles”, zei hij erover. Een quote van eerder dit jaar: “Alleen als het helpt om het land te hervormen, wil ik premier worden.”

De lijst met kandidaat-premiers voor 2024 is voorlopig kort. Alexander De Croo (Open Vld) wil naar eigen zeggen voortdoen als de verkiezingsuitslag hem dat toelaat. Ook PS-voorzitter Paul Magnette loopt zich warm. Als de socialisten straks de grootste politieke familie in de Kamer vormen, maakt hij veel kans. Het is niet onmogelijk dat De Wever hem dan het finale duwtje geeft, in ruil voor confederale toegevingen.

De Wever zelf heeft al twee keer op de drempel van de Zestien gestaan. In 2014, bij de vorming van Michel I, zag hij al snel af van het premierschap om zijn enige Franstalige partner MR niet te bruuskeren. Via een politieke carambole belandde de job in de laatste nacht van de formatie bij Charles Michel (MR). In 2020, bij de start van de coronacrisis, stak De Wever achter de schermen zijn vinger op voor het premierschap in een noodregering van één jaar met PS. Die constructie bleek niet levensvatbaar.

In het scenario waarin De Wever bovenaan de Antwerpse Kamerlijst komt, lijkt Jan Jambon de logische Vlaamse nummer één. Hij moet dan zijn palmares als minister-president verdedigen. Na de Europese exit van Geert Bourgeois in 2019 nu ook Jambon al na één bestuursperiode bedanken voor bewezen diensten, dat lijkt moeilijk. En het staat haaks op de boodschap dat Vlaanderen wel goed bestuurd wordt.

Bart De Wever en Vlaams minister-president Jan Jambon. Hun toekomst is nauw met elkaar verbonden.Beeld Aurélie Geurts

Nee

Moeilijk is niet onmogelijk. Ook in geel-zwarte rangen blijft de vaststelling dat Jan Jambon de verwachtingen niet heeft kunnen inlossen als minister-president. En hoewel daar verklaringen voor te vinden zijn, zoals een moeilijke start door de coronacrisis, blijft dat een groot probleem voor N-VA. Twee keer heeft de Vlaams-nationalistische partij nu een ‘MP’ mogen leveren. Twee keer zonder veel succes.

Het kan bijgevolg dat De Wever voor zichzelf een Vlaamse hoofdrol ziet weggelegd. Als de man die de confederale these – Vlaanderen werkt en België niet – eindelijk concrete vorm geeft. Tot op vandaag beklagen heel wat Vlaams-nationalisten zich ook nog over het verloop van de formatie in 2019. Het gaat dan om het ‘Vivaldi-verraad’ door Open Vld. Maar evenzeer om de eigen fout om bij de vorming van Jambon I als grootste Vlaamse partij geen federale garanties te eisen van Open Vld en cd&v.

Voor 2024 lijkt N-VA vast van plan om Vlaams pas te springen als ook federaal duidelijk is hoe de regering er zal uitzien. Maar die machtspositie hangt nauw samen met de eigen electorale score in Vlaanderen. Helaas voor N-VA: in de peilingen ligt Vlaams Belang voorop en is Vooruit als eerste achtervolger behoorlijk dicht genaderd. Er valt dus wel iets voor te zeggen dat de belangrijkste slag straks in Vlaanderen wordt geleverd. (Ook Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken staat op de Vlaamse lijst in Antwerpen.)

Een uitgesproken kandidaat-premier is De Wever nog nooit geweest. Maar kandidaat-minister-president was hij al wel, in 2019. Zijn aankondiging destijds: “Ik kan niet in mijn stadhuis blijven zitten en zeggen: jongens, bekijk het maar. Iedereen moet naar het front bij de verkiezingen. Iedereen. The strength of the wolf is in the pack.”

Het officiële verhaal achter die mislukte kandidatuur was dat De Wever na de verkiezingen in 2019 inzag dat hij als voorzitter en meest ervaren onderhandelaar binnen zijn partij nodig was om op het federale niveau het onmogelijke te proberen: een geel-rode coalitie vormen met PS. Iets wat hem uiteindelijk niet lukte en ervoor zorgde dat hij zich terugtrok in Antwerpen. Het officieuze verhaal was dat de kandidatuur van De Wever een grote schijnvertoning was: N-VA-stamvader Bourgeois wilde alleen voor hem opzij.

Wat Antwerpen betreft, blijft het een open vraag of De Wever het burgemeestersschap in zijn thuisstad achter zich wil laten voor een baan in de Wetstraat. Sommige collega’s zijn ervan overtuigd dat dat nooit zal gebeuren. Zeker niet nu hij in oktober 2024 voor zijn derde termijn kan gaan. Sowieso heeft De Wever al meermaals gezegd dat hij zijn macht liever in de schaduw uitoefent. Omdat die daar het best rendeert.

N-VA-puzzel lijkt haast klaar, behalve in Antwerpen

In West-Vlaanderen komen Jean-Marie Dedecker (federaal) en Sander Loones (Vlaams) aan zet. In Oost-Vlaanderen is het wellicht aan Anneleen Van Bossuyt (federaal) en Matthias Diependaele (Vlaams). In Vlaams-Brabant zijn Theo Francken (federaal) en Ben Weyts (Vlaams) de vertrouwde namen. In Limburg is het aan Steven Vandeput (federaal) en Zuhal Demir (Vlaams). Voor Europa hebben huidige EU-parlementsleden Johan Van Overtveldt en Assita Kanko de beste kansen op de hoogste plaatsen. Tenzij Jambon verhuist. Sowieso is een verrassing nooit uitgesloten.