Direct naar artikelinhoud
AchtergrondOorlog Hamas-Israël

Anti-Bibibeweging neemt opmerkelijke wending: ‘Breng de gijzelaars thuis’

Ook de schoonzuster van Netanyahu, Ofra Ben Artzi, heeft zich aangesloten bij het protest van zaterdag in Jeruzalem. Zij houdt een bord omhoog dat verwijst naar 4 november 1995, de dag waarop de toenmalige premier Yitzhak Rabin werd doodgeschoten door een Joodse student. Rabin had twee jaar eerder de Oslo-akkoorden ondertekend, voor vrede in het Midden-Oosten.Beeld Matan Golan voor de Volkskrant

De protestbeweging tegen premier Netanyahu van Israël is van vorm en inhoud veranderd. Tot 7 oktober, de dag van de aanval van Hamas, ging het om de democratie in het land. Sindsdien gaat het om de rol van Netanyahu in de oorlog.

Als het oorlog wordt, is het volk één. “Op dit moment”, zo sprak de minister-president tot zijn volksvertegenwoordiging, “voel ik mij gerechtigd om de hulp van iedereen in te roepen als ik zeg: kom dan, laten we samen met verenigde kracht voorwaarts gaan.”

Nee, dat was niet op 7 oktober 2023 en het was niet Benjamin Netanyahu. Het was Winston Churchill, op 13 mei 1940. Heel Groot-Brittannië, zeker ook de Labourpartij, stond achter de Conservatieve politicus, toen het erop aankwam.

Hoe anders is dat in Israël.

Dinsdagavond in Jeruzalem. Zoals op veel plekken in het land wordt stilgestaan bij het feit dat precies een maand geleden Hamas-terroristen door het hek rond Gaza braken. De manifestatie bij de Knesset, het parlement, wordt uitsluitend bezocht door tegenstanders van de regering-Netanyahu.

Zoals Rachel Fine en Angela Strum, gymleraar en fysiotherapeut. Beschaafde vrouwen. Beiden hebben zoons aan het front in Gaza. Wat vinden zij van de minister-president?

Strum: “Een psychopaat.”
Fine: “Een kindermoordenaar.”
Strum: “Een dief, een corrupte leugenaar.”
Fine: “Een verrader.”
Strum: “Een handlanger van Hamas.”
Fine: “Een moderne dictator.”
Strum: “Een misdadiger.”
Fine: “Hij offert zijn volk op uit puur eigenbelang. Dat is het enige waar hij aan denkt.”
Strum: “Hij heeft krankzinnige, fanatieke, criminele fundamentalistische Joden de regering binnengehaald, die het land volstoppen met wapens.”

Zoon van de duivel

De twee vrouwen zijn geen radicale uitzondering. De protesten die een paar dagen na 7 oktober aarzelend begonnen op Kaplanstraat in Tel Aviv, bij het hoofdkwartier van het leger, en sindsdien in omvang zijn toegenomen, hebben één persoon tot voornaamste doelwit: ‘Bibi’ Netanyahu. De “zoon van de duivel”, in de woorden van Strum en Fine. Op posters bedekt een bebloede hand zijn gelaat.

De premier heeft gefaald in het beschermen van de kibboetsen rond Gaza, zo luidt een van de verwijten. Hij heeft de veiligheid van het land verwaarloosd, terwijl hij druk bezig was met zijn eigen louche zaakjes; er lopen drie corruptieonderzoeken tegen hem. Het alles overkoepelende verwijt echter betreft de open wond van de Israëlische samenleving: de 242 gijzelaars, volgens het Israëlische leger, in handen van Hamas. “Breng ze thuis”, is de centrale leus van alle protesten de afgelopen weken.

Daarmee heeft de anti-Bibibeweging een opmerkelijke wending genomen. Veertig weken lang werd in Jeruzalem en in de Kaplanstraat in Tel Aviv wekelijks gedemonstreerd tegen het plan van de regering-Netanyahu om de macht van het Hooggerechtshof in te perken. De betogers, meestal met honderdduizenden, vreesden het einde van de democratie.

Na de aanval van Hamas zetten de organisatoren de demonstraties stop. Maar al spoedig waren weer betogers te zien op hun vertrouwde plek in de Kaplanstraat. Veel kleiner in aantal en met (deels) andere leuzen dan voorheen. Het gaat nu in de eerste plaats om de oorlog en in het bijzonder om het lot van de gijzelaars. De familieleden en hun sympathisanten vinden dat hun veilige terugkeer voorop moet staan in de strategie voor Gaza.

Grote overlap

De demonstrerende scharen van vóór en na 7 oktober vallen niet een-op-een samen, maar onmiskenbaar is de grote overlap. Progressief en seculier zetten nog altijd de toon. Het lot van de gijzelaars geeft de betogers, onder wie veel familieleden van slachtoffers, bovendien een soort heilige onaantastbaarheid.

Een demonstratie zaterdag in Jeruzalem liep daardoor net niet uit op geweld. Zo’n tweeduizend luidruchtige demonstranten schoven een politieafzetting opzij en trokken op naar de ambtswoning van Netanyahu. Het waterkanon en de paardenbrigade stonden klaar, maar uiteindelijk liep het met een sisser af. Kennelijk achtte de politie het niet wenselijk de wapenstok te hanteren tegen ouders en zelfs grootouders van door Hamas ontvoerde of vermoorde jonge Israëliërs. Gadi Kedem bijvoorbeeld verloor zes naaste familieleden, onder wie drie kleinkinderen, en stond vooraan bij de politieafzetting.

Gadi Kedem houdt in het midden een bord omhoog bij de demonstratie van zaterdag in Jerusalem. Hij verloor zes naaste familieleden, onder wie drie kleinkinderen, bij de aanval van Hamas.Beeld Matan Golan

Bij de herdenking dinsdag in Jeruzalem spreekt Yaacov Godo, wiens 52-jarige zoon Tom werd vermoord in kibboets Kissufim. Godo was een linkse vredesactivist, en na 7 oktober is hij dat nog steeds. “Het bloed van alle vermoorden en het bloed van Tom zitten aan de handen van een man die de premier van Israël wordt genoemd”, zegt hij. “Boven het graf van Tom heb ik gezworen dat ik een totale oorlog zal voeren tegen deze man en alles wat zijn wetteloze regering vertegenwoordigt.”

Leuzen over de ondemocratische ‘staatsgreep’ tegen het Hooggerechtshof zijn afwezig in de nieuwe protestgolf. Daar is het nu niet de tijd voor, vinden veel betogers; dat blijft onder de pauzeknop.

Een ander element dat geheel ontbreekt in het protest is de menselijke catastrofe in de Gazastrook, het lijden van de burgerbevolking daar. Israël vindt unisono dat Hamas vernietigd moet worden en algemeen is het idee dat dat nu eenmaal niet kan in humanitaire schoonheid.

Door alle angst en rouw, schreven Chaja Polak en Hella Rottenberg woensdag in de Volkskrant, hebben veel Israëliërs “geen emotionele ruimte meer voor mededogen met de Gazanen”. Dat vat het mooi samen. Het geldt ook voor de progressieve, vredesgezinde Israëliërs die het protest domineren.

De vraag of Netanyahu in Gaza te onbesuisd opereert, wordt door Fine en Strum met een boogje beantwoord. Hij doet niet genoeg om de gijzelaars terug te krijgen, zeggen ze. En hij heeft te weinig gedaan om de Palestijnse kwestie op te lossen. “Hij dacht alleen aan zijn rechtse kiezers op de Westoever”, zegt Strum. “Die man moet weg.”

Een betoger zaterdag heeft een protestbord met de namen ‘Chamberlain’ en ‘Churchill’. Waarom doen de Israëliërs niet wat de Britten in 1940 deden, een zwakke premier vervangen door een leider in oorlogstijd?